Met de Pintail op reis

Met de Pintail op reis
Pintail

woensdag 9 juli 2014

Hoogzomer!


Vanuit Vástervik zeilen we met mooi weer en een matig windje zuidwaarts door de scheren naar Figeholm. Het stuk rond de eilanden Sparö en Idö is erg mooi.



Het laatste stuk naar Figeholm gaat door smalle geultjes. Het lijkt ruim bevaarbaar water, maar er ligt heel wat aan rotsen net onder water. Goed de groene staken aan bakboord en de rode staken aan stuurboord houden, ook als dat niet logisch lijkt.



We genieten weer van al het moois in de invaart naar Figeholm. Twee jaar geleden waren we hier ook al eens.



Het is een idyllisch dorpje. De kleine jachtvereniging heeft twee brede pieren waar de jachten met hun punt op afmeren. Op de met gras begroeide pieren staan BBQ’s en picknicktafels, en verder is er een klein verenigingsgebouwtje. Alles ademt hier rust. ’s Avonds fietsen we nog even door het dorp met leenfietsen van de haven.



’s Avonds gaat onze brandmelder spontaan af. Eerst dachten we dat deze niet goed werkte, maar al gauw bleek dat de witte BBQ met schoorsteen, die 10 meter vóór onze boot staat, in gebruik was. Wij hadden nog niets gezien of geroken, maar het alarm dus wel. Een gevoelige melder, veilig idee.



We worden aangeschoten door een Zweed die ook een Scanner 391 heeft en even verderop ligt. Een Scanner is een Zweedse boot, die bij Stockholm wordt gebouwd, maar hij had zijn boot in Bruinisse gekocht! ’s Avonds wisselen we met hen, Lars en Monika, onder het genot van een wijntje bij ons aan boord zeilervaringen uit. De volgende dag is het alweer mooi zonnig weer. Ontbijtje buiten in de kuip. Koffie drinken we in de tuin van de ecologische bakker, die gevestigd is in een bijgebouwtje bij een woonhuis. De baguette was wel het lekkerste brood van de hele reis.



Na nog onze verdere boodschappen te hebben gedaan vertrekken we. We hebben gerekend op tegenwind, maar dat valt uiteindelijk reuze mee. We zeilen aan de wind naar Stora Rör, een plaatsje op het eiland Ölland, een afstand van 43 mijl.



Ölland is een 140 km lang eiland dat een aantal kilometer van het vasteland af ligt. Een tijdlang ligt onze snelheid boven de acht knopen. Genieten!



Lars had ons Stora Rör aangeraden, maar het is dan ook zijn thuishaven! Een rustig haventje met restaurant en bakkerij. We gaan daar op zijn ligplaats liggen, makkelijk, alle lijnen liggen al klaar. ’s Avonds klinkt er een uurtje dixielandmuziek uit het nabijgelegen restaurant. Dat schijnt daar op zaterdag zo te gaan als begeleiding van… het BBQ menu. We vragen ons wel eens af of de Zweden in de zomer wel eens iets anders eten dan geBBQde waren. Voor onze borrel maken we ook maar eens gebruik van een van de tuin- en picknicktafels. Mooi uitzicht over de Kalmarsund.



De buurman in de haven, inwoner van Stora Rör, vertelt ons de legende van de twee reuzen. De ene reus heeft een greep uit het vasteland gehaald en dat werd het Vänern meer; de grond kwakte hij midden in de Oostzee en dat is nu het eiland Gotland. De andere reus pakte een ander stuk grond; dat werd het diepe Vätternmeer en legde dit voor het vasteland neer, het eiland Ölland was geboren. Een mooi verhaal.
De ornitologische vereniging is in de haven druk bezig om in de hitte een kijkhut aan te leggen. Zij vertellen ons dat er gigantisch veel trekvogels in voor – en najaar langs vliegen. Aangezien Stora Rör op het smalste deel van de Kalmarsund ligt (3 km breed), is daar het beste zicht op de vogeltrek.
We willen nog wel wat nog niet eerder bezochte plaatsen aandoen. Daarom laten we de gezellige stad Kalmar dit keer liggen en zeilen door naar Bergkvara, een havenplaats op het vasteland, 40 km ten zuiden van Kalmar. Ook hier is de invaart een heel geslinger. Op enige afstand voor de kust staat de vuurtoren Garpen op een mini-eilandje. De bijbehorende huizen zijn nu als restaurant en hostel in gebruik. Beetje geïsoleerd…



Het is een prima haventje om af te meren, maar dat is ook alles; de exploitatie gaat samen met die van een camping met bijbehorende snack- en ijstent, restaurant, en strandje. Verder is er niet zoveel. Zweden zijn overigens dol op ijs, het ijsje kan niet groot genoeg zijn.
We gaan weer verder door de Kalmarsund. Er is een matig windje uit het noorden, de spinnaker gaat er ook een aantal uur op. Rond vier uur komt de wind elke dag stevig door. Met dit warme weer duidelijk landwind. Het water is hier ook nog maar 16 graden, dat is overigens wel de hoogste watertemperatuur sinds het begin van onze reis.



We meren af in een kleine verenigingshaven op het eiland Aspö in de Karlskrona-archipel. We naderen de zuidpunt van Zweden.



In Aspö liggen we alweer vlakbij een vesting. De Denen en de Zweden hebben dan ook heel wat strijd geleverd in het verleden, we worden overal geconfronteerd met kastelen en vestingen die in sommige gevallen als paleizen zijn afgebouwd.



Dit kleine eilandje doet weer aan als een Waddeneiland. Nauwelijks wegen, kris kras huizen in de natuur, echte vakantiesfeer.



We willen hier wel een dag blijven, maar er komt veel wind en dan liggen we hier niet goed. Dus vertrekken we na boodschappen te hebben gedaan naar het eiland Hanö, 30 mijl verderop. Aanvankelijk valt de wind nog wel mee, maar gaandeweg neemt deze toe tot kracht zeven. Met de high aspect fok uitgeboomd racen we ervandoor. We tikken, surfend op de golven, af en toe elf knopen aan.



Hanö is een wat groter eiland, maar er mogen geen auto’s op. Er zijn ook nauwelijks straten of huizen. We liggen hier redelijk beschut in de haven, op zijn Hollands langszij een andere Nederlandse boot. In de haven zijn vanwege de verwachte storm de stormkegel en –bal (van gevlochten riet) gehesen.  Dat zie je niet zo vaak. Maar misschien maakt hij wel deel uit van het lokale museumpje.



De volgende dag waait het inderdaad hard. Maar het is ook al gauw erg heet. Samen met die wind is het prima uit te houden. We maken een mooie wandeling rondom het eiland en komen daarbij door allerlei verschillende soorten natuur. Aan de noordzijde lopen we langs het water, waar meeuwen broeden. Onze aanwezigheid vonden ze duidelijk niet leuk.



Het noordoostelijke deel van de wandeling gaat over allerlei soorten graniet rotsen en uiteindelijk komen we ook in een bos uit. We klauteren daar wat af over allerlei rotsen, het zijn geen bospaden zoals wij die kennen. Ook de merktekens (witte stip wandeling) vinden we soms maar moeilijk.





We zien ook nog een paar reetjes.



Via de vuurtoren lopen we weer terug naar de haven. Eerst nog een Zweedse lekkernij gescoord, een vavla (wafel) met room en vruchtenmoes.



Bij thuiskomst waagt Frits zich aan zijn tweede (!) duik in het water.



Vanavond voor het eerst voetbal WK kijken in het havenrestaurant.





  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten