Met de Pintail op reis

Met de Pintail op reis
Pintail

woensdag 31 juli 2013


Met weinig wind naar Gotland en Öland


 Onze laatste winderige dag In Estland brengen we in Tallinn-stad door. We lunchen in het trendy Rotermankwartier. Hier worden oude fabrieken en loodsen gerenoveerd, afgewisseld door passende nieuwbouw.

Nog te renoveren…

Woensdag de 24e kunnen we dan eindelijk d e trossen losgooien.  In verband met ons lange verblijf in Tallinn  besluiten we niet meer tijd in Estland door te brengen door binnendoor via de golf van Riga te varen , maar rechtstreeks een lange tocht naar Gotland te maken. Gotland is een groot Zweeds eiland, dat midden in de Baltische zee ligt, iets dichter bij Zweden dan bij Letland.
Tallinn ligt recht boven buiten de kaart

Tot een uur of vijf ’s middags hebben we heerlijke zeilwind en boeken we grote vooruitgang, maar dan is, zoals gebruikelijk, de wind op en moet de motor weer aan.  Ook de spinnaker brengt geen voortgang meer.  De zon gaat ’s avonds als een rode bal onder. 

Zo tjoeken we de inmiddels  bewolkte  nacht door, die alweer aanzienlijk donkerder en langer is. De “witte nachten”zijn voorbij.  Onderweg  is het wachtjes draaien,  eten, drinken, navigeren en veel lezen.


eitje bakken...

Donderdag varen we over een inmiddels volledig blakke zee.
 

37 Uur na vertrek en 200 mijl verder meren we af in het idyllische haventje van de jachtclub van Farösund.
 
 


De volgende dag is het prachtig weer . We gaan de kop van Gotland verkennen. Noodgedwongen fietsen we stukken over een provinciale tweebaansweg, waar 90 km/uur mag worden gereden. Geen feest. We lunchen in het leuke haventje aan de oostkust Valleviken.  Het eiland geeft ons een “Vlieland-gevoel”., alleen is Gotland vele malen groter. Het is een ontspanmnen luierdagje.
 
 
Valleviken
Zaterdag vertrekken we naar Visby, de hoofdstad van Gotland en een oude Hanzestad. Het is mooi weer en er staat lichte tegenwind. We kruisen bij het leven, maar de wind blijft om het eiland mee  tegen draaien. Uiteindelijk moet ook nu weer de motor aan.

de klifachtige westkust van Gotland

 
 In de volle stadshaven nodigt  een aardige Zweed ons uit om aan zijn boot af te meren, zodat we de volgende morgen een eigen plek kunnen innemen. We blijven ook hier een dag om de stad te bekijken.  De stadswallen  met torens en poorten zijn nog grotendeels intact. Het is een charmant stadje. In tegenstelling tot Tallinn zien we hier veel  lage huizen, een aantal met trapgeveltjes. Specifiek zijn de vele kerkruïnes die midden tussen de bebouwing staan.  Want Gotland is in het verleden het strijdtoneel geweest van Zweden, Russen  en Denen. Als we ’s avonds nog een stadswandeling maken zijn de vele toeristen weg en valt op dat de stad nog echt bewoond wordt. De souvenirwinkeltjes zijn op een paar plaatsen geconcentreerd. Inmiddels is mede-Petersburgganger Tadorna naast ons afgemeerd. Ook de Boreas blijkt hier te liggen.
 
onze eerste blik op Visby
 
 




Maandag de 29e vertrekken we naar het dicht bij de kust gelegen eiland  Öland. Als we de havenpieren uitvaren komt net het fraaie  jacht van de koningin van Denemarken, de Danneborg, binnenvaren. Matrozen op de valreep in het gelid en op het bovendek zien we een paar personen in burger. Prins-gemaal Henrik (rode trui) en de kroonprins? We zwaaien, alleen de eerste officier zwaait terug.....





Onze tocht naar het op het noordelijke puntje van Öland gelegen Byxelkrok (een tongbreker) konden we deels zeilen, maar zoals deze reis gebruikelijk, viel de wind na een tijd weer weg.


Houten winkeltjes in Byxelkrok

Byxelkrok is niet zodanig dat je er bij slecht weer graag een dag blijft liggen. Met een NW wind 6-8, heel veel regen, slecht zicht en een af en toe vastlopende kaartplotter zijn we naar het 50 mijl verderop op het vasteland gelegen Kalmar gezeild. De laatste tien mijl verdwenen regen en harde wind en zeilden we in het zonnetje met een NW 4 de stad aan. In de beschut gelegen haven was zelfs helemaal niets van wind te merken geweest, zo vertelden de bemanningen van de Stormvogel en de Sarabande ons.  Hier blijven we twee dagen liggen, wat klusjes aan boord doen, boodschappen en nog wat sightseeen.  Vandaag is het dan gelukt om ons Zweedse sim-kaartje voor twee weken te verlengen. Dus kan de blog er nu uit!  

dinsdag 23 juli 2013


Verwaaid in Estland


Met rustig weer zijn we vanuit Finland/Porkala naar Tallinn, hoofdstad van Estland, overgestoken, een afstand van 35 mijl. Afgemeerd in de oude olympische haven van Pirita, een voordorp van Tallinn.  In 1986 was Estland nog een provincie van Rusland, dat toen de olympics organiseerde. Aan de bouw (en het gebrek aan onderhoud) is de Sovjet-invloed terug te vinden. Niettemin liggen we hier uitstekend met prachtig uitzicht over de baai.

Zicht op Tallinn vanuit onze haven
 

De eerste dag hebben we de eeuwenoude Hanzestad verkend, nog helemaal intact (of gerestaureerd). Prachtig. De stad had 46 torens op de muren staan; daarvan zijn nog ruim twintig over. Stratenlang zien we de mooiste gevels. Alleen jammer dat er zoveel toeristen rondlopen en de oude stad voornamelijk horeca en souvenirwinkeltjes heeft.

 
 
 
 

 
De volgende dag, dinsdag, ontdekken we waterlekkage uit de motor (de waterpomp). Aanvankelijk dachten we dat er een gaatje in zat en hebben we dat gerepareerd met tweecomponenten-epoxy voor metaal. 's Middags een bezoek gebracht aan het seaplanemuseum. Het meest indrukwekkende was het gebouw, een enorme betonnen hangar gebouwd in 1918 waarvan het dak volledig steunde op de buitenmuren. Geen steunpilaren dus.

 
Na de epoxy reparatie 12 uur te hebben laten uitharden hebben we op woensdag de motor uitgeprobeerd. Helaas, het lekte nog steeds en kennelijk door een kapotte O-ring die het water keert. Dit hadden we twee jaar geleden ook al  gehad in Cherbourg, en dat was toen hersteld in Frankrijk. Frits blij dat hij van toen nog een mooie 3D-tekening van het asje met alle ringen had, zodat hij precies kon aanwijzen waar het euvel zat. Want de Estse taal is net Fins, onverstaanbaar en de oudere Esten spreken geen Engels. Na heel wat gebel hier en daar zouden er donderdag twee monteurs komen. Jammer dat we daardoor donderdag niet konden vertrekken, want na donderdag zou er volgens de weervoorspelling dagenlang harde tot stormachtige NW wind zijn. ’s Middags hadden we nog tijd om het KUMU Art museum bezoeken, waarvan we zeer onder de indruk zijn; zeer mooi vormgegeven modern gebouw, mooie lichtinval, prettig ingerichte zalen en mooie Estse schilder- en beeldhouwkunst, chronologisch ten toon gesteld. 

 
 
 

Daarna nog werk van de Russische schilder Ylja Repin bekeken in een zomerpaleis van Peter de Grote, het Kadriarchpaleis. Ook de moeite waard.
Donderdag wordt de motor volgens afspraak gerepareerd, maar het was al  te laat om nog uit te varen.  Dus nog maar even naar de oude stad gefietst voor een drankje en een wandelingetje, een een bezoek aan het historisch museum, dat ons niet zo kon boeien. Het is bijzonder dat de Esten pas in 1991 een onafhankelijk land zijn geworden (daarvoor alleen in de periode 1918 tot 1940). Verder zijn ze altijd onderdeel geweest van Denemarken, Duitsland, Zweden, Polen en  Rusland. Onze jonge redelijk Engels sprekende monteur liet duidelijk merken dat Nederland voor de jeugd een walhalla is. Hij wilde er ook graag naar toe. ’s Avonds trakteerden we ons op een hapje in de jachtclub, waar we de bemanning van de Brizo troffen.  Zij zijn hier op een steen  gevaren met als gevolg zware schade aan de romp en hun boot gaat over de weg/per schip voor reparatie weer terug naar Nederland. Een sneu eind van hun reis.

Vrijdag gierde de wind net als dinsdag met kracht 6-7 om de oren.  De boot schommelt fors aan de lijnen. Het ziet er naar uit dat we hier nog wel tot dinsdag liggen. Het mooie weer in Nederland blokkeert het wegtrekken van het lagedrukgebied hier, dus we moeten maar geduld hebben.     

zicht vanuit de boot
 
branding naast de haven
 
We hebben daarom een auto gehuurd om het binnenland van Estland te verkennen. Het eeuwige schommelen van de boot en het gieren van de wind worden we een beetje zat en we zijn wel benieuwd naar de rest van het land dat zo’n bijzonder verleden kent. We hebben de volgende route gereden:

 
De eerste dag rijden we zuid oost door een coulisselandschap van bos, braakliggende grond en graanvelden naar Tartu, een universiteitsstad en ook een Hanzestad. We troffen het dat er Hanzedagen waren dat weekend, zodat het gezellig druk in het stadje was. Met moeite konden we nog een hotelkamer bemachtigen. Deze was ten gevolge van een parcours voor een triathlonwedstrijd alleen per fiets te bereiken, en die hadden we gelukkig achterin de auto liggen. In het binnenstadje staan mooie renaissancehuizen en iets meer naar buiten treffen we originelehouten huizen aan, de een wat meer in goede staat dan de ander.

 
 
De volgende dag naar Kallaste, dat uit een en al ellende bestaat, wat een armoe en aftandse bebouwing. Onderweg zien we, zoals ook verder wel in het land, oude woonflats uit de sovjettijd, die hier nog ruim bewoond worden. Verwarming gaat via een houtgestookte buitenoven via een schoorsteen langs de gevel van de flat. Er liggen dan ook enorme stapels houtblokjes voor de flats. Soms zie je ook een verlaten kolchose of een staatsfabriek midden in het land staan, en even verderop staan dan, ook geheel geisoleerd in het land, een paar flatgebouwen. 

verlaten kolchose
...en de bijbehorende woonbunkers
 
Onderweg treffen we uit de sovjettijd  regelmatig  een wachttoren aan.
 
Overigens zijn de wegen bijzonder goed en er wordt overal aan de weg gewerkt. Ook de internetstructuur is hier zeer goed. Overal gratis Wifi. Beide helpt het land vooruit. Langs het grootste meer van Estland, het Peipusmeer, dat ook de grens met Rusland vormt, rijden we door arme gehuchtjes. Hier wonen nog de nakomelingen van een streng orthodoxe groep gelovigen die in de 17de en 18de eeuw uit Rusland gevlucht zijn. We bezoeken een kapelletje in Raja.
 

Meer naar het noorden langs het meer treffen we mooiere huizen aan, ook tweede huizen. Volgens een serveerster die wij later uitgebreid spraken, hebben veel Esten een eenvoudig zomerhuis of –hutje. We belanden uiteindelijk vor de overnachting in Rakvere, een stad met een troosteloos centrum. Schreeuwende foute nieuwbouw en vervallen oudbouw. In een buitenwijk vonden we onderdak in een leuk klein hotelletje, waar we ook nog lekker konden fietsen in de bossen (want de fietsjes waren natuurlijk wel mee).   
 
Maandag hebben we een bezoek gebracht aan het Lahemaa National Park in het noord-oosten. In Estland is elke enigszins bezienswaardigheid op de weg aangeduid met een bord. Ook zijn er fietsroutes aangegeven, maar die leiden soms over vier baans snelwegen! In Estland, en vooral hier, staan veel buitens van de vroegere Duitse adel, die hier neerstreek en regeerde. Zo bezochten w ij het Sagadi-buiten, dat nu een hotel is. Hier hebben we heerlijk geluncht.
 
Daarna gedeeltelijk via de kust, waar we een oud vissersdorpje Atja, hebben bekeken, weer terug naar onze boot, waar de wind nog met kracht  6 tot8 loeide en de regen af en toe met pijpenstelen naar beneden komt. Temperatuur 14 graden! De rollen met Nederland zijn nu omgedraaid.

Atja
 
Voor woensdag wordt beter weer voorspeld, dus dan varen we uit. We hebben door ons minitripje een mooie indruk van Estland gekregen, een land dat nog zit met de resten van het Sovjettijdperk en aan de ander kant stevig bezig is met EU-hulp zich op  moderne leest te ontwikkelen.  En daar komt dan nu de crisis bovenop. We zijn onder de indruk van hun historie en huidige ontwikkeling.

 

 

 
 

zaterdag 13 juli 2013


Weer in Finland

Het was heerlijk om zoveel tijd in Sint Petersburg te hebben met een eigen “huis” als verblijfplaats. We bezochten elke dag wel een of andere bezienswaardigheid. Om de door de tsaren geëtaleerde rijkdom te tonen volgen hier foto's van het interieur van de Izaäkkathedraal en van het zomerverblijf van de tsaren, de Peterhof, iets buiten St. P. gelegen.

 

De Izaakkathedraal, een van de grootste ter wereld,  is nu een museum. Uit alle delen van het rijk werden marmersoorten aangevoerd, en tal van kunstenaars hebben schilderingen, ikonen, houtsnijwerk en mozaïeken aangebracht. Heel bijzonder was de maquette waarmee duidelijk werd gemaakt hoe alle zware hoge buitenzuilen zijn opgericht.
 
 
De Peterhof heeft een park met een grote hoeveelheid bijzondere fonteinen en cascades.
Overigens werden wij tijdens onze terugtocht van de Peterhof met een lijnbus – overigens  een belevenis op zich als iedereen alleen maar Russisch spreekt (welke bus moet ik hebben, waar stap ik uit, wat zijn dat voor schreeuwende taxichauffeurs etc.) -  door een mevrouw gewezen op het “Poetin-palace”, een paleis net even buiten Sint Petersburg, dat Poetin nu bewoont. De tsarentijd gaat door,maar in een modern jasje.

Verder werden wij nog gastvrij onthaald door de Nederlandse consul-generaal, die een mooi pand bewoont aan de oever van de Neva met uitzicht op tal van monumenten.

 
Na afloop snel omkleden en per fiets weer naar de boot. Niet na een fotoshoot voor de deur van het consulaat.    

 
Na een slotetentje met de hele groep op dinsdagavond 25 juni, vertrokken we de volgende dag om 9.30 naar Kronstadt om weer uit te klaren, ook weer in groepjes. In Kronstadt is door Nederlanders een waterkering aangelegd die vergelijkbaar is met de waterkering in de waterweg.

 
 Wij hadden geluk, de voorgaande groepen kregen bij de douane en immigratiedienst zelfs snuffelhonden aan boord, maar bij ons geen honden en  de administratie was binnen een uur klaar.

Overleg en instructie door onze contactpersoon Vladimir en zijn dochter bij het uitklaren.
Onderweg werden we ook goed in de gaten gehouden of we echt het land wel zouden verlaten :-).

Het eerste stuk van de terugreis naar Finland was er weinig wind, dus weer motoren, maar bij Haapasaari, een eiland waar ingeklaard kon worden, kwam de wind door en konden eindelijk de zeilen weer omhoog. Het ging zo lekker dat we zijn doorgezeild naar Helsinki. We zagen het ook niet zo zitten om in de nacht af te meren met zoveel boten aan een te kleine douanesteiger. In Helsinki, dat de eerstvolgende mogelijkheid voor het inklaren bleek te zijn, kwamen we op donderdag om 16.00 uur aan. Daar hebben we een dagje geluierd om bij te komen van deze trip van 170 mijl. We hebben de boot dit keer afgemeerd bij de oudste jachtclub van Finland, NJK op het eiland Blekholmen (voertaal Zweeds!).


Van hier hebben we een mooi uitzicht op de stad.
 

en daar ligt de Pintail in het midden in de hoek

De stad is een stuk drukker dan toen we er op de heenweg waren. Dat maakt het straatbeeld een stuk levendiger.

De esplanade van Helsinki (de flaneerboulevard)  

Vandaag is de laatste overnachting in Finland. Op een mooie ankerplek in de buurt van Porkkala. 


 We hebben nu al drie weken onafgebroken prachtig weer. Ook als de luchtdruk daalt blijft het hier mooi.  Het is een bijzonder vaargebied, die Finse golf. Weinig wind, mooi weer en veel beschut binnenwater. Morgen willen we naar Tallinn oversteken.