Met
de storm valt het op Jersey nog wel mee. Later zou deze storm Nederland teisteren.
De volgende dag is het ’s middags rustig weer, goed om een trip naar Guernsey
te maken. Langs de kusten van de Kanaaleilanden staan eindeloos veel
vestingwerken, zoals deze in de havenmond van St. Helier
Met
een westenwind 4 motorzeilen we samen met de Swanta aan de zuidkant van Jersey
westwaarts. Het is stroom tegen wind en de golven zijn hoog en steil, maar het
dal is net lang genoeg om daar met ons schip weer rustig van af te dalen. Geen
paaltjes pikken dus (dat is als de boot met een dreun vanaf de top van een golf
weer op het water neerkomt). Na de vuurtoren La Corbière kunnen we hoog
aan de wind zeilen en worden de golven steeds minder, en dat in volop zon! Een
prachtige zeildag.
Ten
zuiden van Guernsey nemen we foto’s van elkaars schepen, het is zo’n helder licht.
Hier de Swanta in de zon.
Het
is zo helder dat alle eilanden goed te zien zijn. Dit is ons zicht op Sark
In
Guernsey kunnen we pas om half een ’s nachts het dock in. Een heel ritueel met
de rondcrossende havenmeesters in hun bootjes. We meren met twee boten naast
een kleiner schip af. ’s Ochtends waait het hard, regent het pijpenstelen en de swell rolt vanaf
half tij over de drempel van het dock de haven in. We slingeren wat af. We vertrouwen de lijnen waarmee de binnenste boot aan de steiger ligt afgemeerd niet (er is windkracht 7-8 voorspeld), en vanaf het opstaan zijn we in de weer met het uitbrengen van extra lijnen met rubber schokdempers. Uiteindelijk vertrekt de kleinere boot toch naar een andere plek en liggen wij - drijfnat - steviger afgemeerd. In de loop van de middag wordt het droog en halen we een koffietje bij onze favoriete kroeg hooggelegen aan de haven.
De volgende dag waait het nog hard; we maken een mooie wandeling langs de klifkust aan de zuidkant van Guernsey.
De volgende dag waait het nog hard; we maken een mooie wandeling langs de klifkust aan de zuidkant van Guernsey.
Ons
doel: een ‘versnapering’ bij het schitterend hoog op het klif gelegen hotel Bon
Port, waar we jaren geleden al eens waren. Helaas…toen wij daar eindelijk aankwamen, was het hotel in verwaarloosde
staat en gesloten. Gelukkig was er nog wel een ander hotel in de buurt. Daarna
met de bus weer naar de haven.
Dinsdag
vinden we het weer nog te onrustig om te varen. Daarom gaan we met de veerboot
naar het eiland Sark, het kleinste staatje van Europa; 600 inwoners, een eigen
parlement en één rechter (senechal)! Het is privébezit van de Engelse Kroon,
maar valt officieel niet onder de UK. We maken een wandeling over het eiland,
oa naar de Coupé, een weg die ligt op een smalle rots tussen Sark en
Little Sark
Kijken
daar - met hoogtevrees - diep naar beneden
Bezoeken
de (voor de helft leegstaande) 'winkelstraat'.
Wandelen
langs het "parlementsgebouw annex zittingszaal"
En
de "gevangenis"
Zien
het huis van de dokter en zijn ‘ auto’
En
bekijken wie waar mag zitten in de kerk (let op bankje 36: daar mag de eventuele prisoner
zitten!)
Ook
zien we veel druiventeelt
’s
Middags vallen we heel brutaal via de openstaande deur de werkkamer van de rechter binnen (are
you the senechal? “Yes”) en vragen we hem of hij wat meer over Sark en het
bestuur kan vertellen. Dat leidt tot een leuk gesprek, waarbij we heel wat
informatie krijgen. Hij laat ons ook de vernieuwde parlementszaal annex
zittingszaal zien. De oude zaal had zijn voorganger ons 6 jaar geleden laten
zien. Van hem horen we dat de twee steenrijke Barclay broers die het van Sark deel
uitmakende eilandje Brecqhou bezitten, de vruchtbare grond opkopen en voor
wijnbouw gebruiken, terwijl die daar eigenlijk niet geschikt voor is. Daardoor moet er –
tot verdriet van de Sarkers - met veel bestrijdingsmiddelen gespoten worden op
die druiven. Ik kan het niet nalaten te vragen hoeveel zaken hij behandelt en
dat was wel één per week (drankmisbruik, familiezaken ed., en dan een aantal tegen
de steenrijke Barclays!), waar hij ruim voldoende werk aan had! Tja, Sark leeft
nog in het verleden.