Zaterdag 7 juni maken we schoon schip, doen we
boodschappen voor een aantal dagen en bezoeken we Götenburg. De hippe wijk Haga
vinden we erg leuk.
Zondagmiddag rijden onze vrienden/overbuurtjes Jan
en Karen de parkeerplaats van de
jachtclub op. Zij varen een weekje met ons mee. Bijzonder om elkaar zo ver van
huis te treffen. We starten met een korte trip naar de stadshaven van
Gotenburg, Lilla Bommen.
De week begint goed. Lekker warm weer, dus ontbijtje
buiten. Dat zal de rest van de week zo blijven! We hebben vaak buiten kunnen
eten.
En dan gaat de reis over het Trolhättenkanaal beginnen. Voor het overzicht van onze trip door het binnenland is hier een klein kaartje.
Na het passeren van een aantal bruggen die na
marifooncontact spoedig voor ons geopend worden, krijgen we de eerste van zes sluizen. Er zijn weinig
bevestigingspunten, zodat een van de drie trapjes in de sluiswand als
bevestigingspunt dient. Gelukkig zijn we maar met twee boten, dus zijn er
trapjes genoeg. Met wat moeite kunnen we ook nog een bolder in de sluiswand
bereiken. Verder gaat het schutten zoals wij dat ook kennen in Nederland.
We meren af achter de eerste sluis in Lilla Edet.
Het Trolhättenkanaal is breed; er gaat ook vrachtverkeer door. Langs de eerste zeven mijl zien we regelmatig wat industrie, maar daarna wordt de omgeving erg mooi. Soms lijkt het wel of je door het noorden van Zwitserland rijdt. Glooiende landschap, af en toe een boerderij of ander huis en veel bos.
Waar we wel aan moeten wennen is de bebakening.
Lange horizontale uitsteeksels die op meerstoelen zijn bevestigd of vanuit de
wal boven het water uitsteken. De eerste markering in Gotenburg zagen we pas op
het laatste moment. Deze viel geheel weg tegen de achtergrond.
De sluizen in het Trolhättenkanaal zijn groot en deels als een trap achter elkaar geschakeld. Heel indrukwekkend. We gaan 2 keer zes meter en 4 keer achter elkaar acht meter omhoog. Vooral het complex in Trolhätten zelf is spectaculair.
In dit plaatsje zijn ook nog (de restanten van) van
de oude sluizen uit 1800 en 1844 te zien.
Na twee dagen bereiken we Vänersborg, dat aan het
Vänernmeer ligt. Dit meer is ongeveer zes keer zo groot als het IJsselmeer. Het
water is er 11 graden! Echt een koude waterput. Na de passage van een oude spoorbrug
kunnen de zeilen gelukkig weer omhoog. We zeilen pal
voor de wind het grote meer op. Raar idee dat je in het binnenland van Zweden
op zo ruim water vaart. Na 35 mijl duiken we de Ekens ‘scherentuin” (een archipel
van rotsen en eilanden) in. Deze begint bij het oude vuurtorentje Naven.
Vandaag is het voor het eerst niet zonnig, maar
juist bij het gescharrel tussen de rotsen en eilanden komt de zon vol door. Het is er dan ook zo
mooi. Op de genua varen we door een verstild eilandenrijk; we genieten van de
steeds weer verrassende doorkijkjes. En als toetje doemt deze eindbestemming
voor ons op.
Het slot te Läckö. En zo liggen we dan aan de voet
van dit sprookjesachtige uit 1681 daterende bouwwerk.
De volgende dag krijgen we bij gebrek aan andere toeristen (in het topseizoen 1500 per dag) een privé
rondleiding door een deel van dit slot. De historie van Zweden komt voor ons tot
leven. De belangrijkste bewoner was een Franse krijgsgevangene, De la Gardie, die het tot zwager van de Zweedse koning heeft
geschopt. Uiteindelijk werd hem dit overigens weer fataal. Omdat hij te machtig
werd heeft de koning zijn bezittingen weer afgenomen en mocht hij niet begraven
worden in de crypte van het slot.’s Middags fietsen we over het eiland, waarop
dit slot ligt. Weer een prachtige dag. We bezoeken nog het oude vissersdorpje
Spiken waar het gezellig toeristisch is.
En dan volgt de oversteek naar de oostoever van het
Vänernmeer.
Met flinke wind zeilen we naar Mariestad, waar we
midden in het eindexamengedruis vallen: drinkende en schreeuwende kids die op
vrachtwagens door de stad worden gereden. Van de stad zelf zijn we niet onder
de indruk. Jan en Karen trakteren ons hier op een heerlijk dinertje in een leuk
restaurantje aan de haven. We sluiten de avond af met een Pintailtje (irish
coffee) aan boord. We hadden een enorm gezellige week met elkaar. Ook wel
boffen met dit prachtige weer.
Zaterdagochtend vertrekken zij weer met de trein
naar Gotenborg om daar hun auto op te pikken. Wij varen naar Sjötorp, de aan
het Vänern gelegen ingang van het 190 km lange Götakanaal, dat ons over meren, riviertjes
en kanalen zal voeren. Ons wachten 58 sluizen en 45 bruggen die voor ons open
moeten. Van verschillende Zweden hebben we al gehoord dat het kanaal ook wel
het ‘Divorce Channel’ wordt genoemd. Een hele uitdaging, maar..we houden hoop!
Het is in elk geval een toeristische trekpleister. Deze sluizen, die allemaal
dezelfde afmeting schijnen te hebben, zijn mini mini, Er kunnen slechts vier
zeilboten in, het verval is 2 á 3 meter per sluis en het water komt soms als
een wildwaterbaan van voren de sluis inzetten. Het idee is dat ik vóór de sluis
aan wal stap met de achter- en voorlijn die dan al aan de boot vastzitten, dan
vaart Frits de boot de sluis in en Ineke loopt met de aan de boot bevestigde lijnen
langs de kant van de sluis en bevestig deze aan daar aanwezige meerringen.
De voorlijn staat ver naar voren en bij het omhoog
komen van het water draait Frits deze lijn achter met een lier aan, zodat de
boot langszij blijft. Appeltje eitje. Het oogt allemaal erg idyllisch en
kleinschalig. En het publiek zit te genieten op de nabijgelegen terrasjes.
Na drie sluizen, waarin wij de enige te schutten
boot blijken te zijn, voelen we ons
volleerde sluisgangers. We meren af in (nog steeds) Sjötorp en met veel moeite
krijgen we de dieselpomp aan de praat, althans het creditcardgedeelte. We liggen hier in een rustiek kommetje met een prachtig uitzicht.
Het sfeertje dat hier hangt is een beetje Frieslandsfeer. We zijn duidelijk op binnenwater. We zijn benieuwd wat het kanaal ons allemaal brengt...
Het sfeertje dat hier hangt is een beetje Frieslandsfeer. We zijn duidelijk op binnenwater. We zijn benieuwd wat het kanaal ons allemaal brengt...