Met de Pintail op reis

Met de Pintail op reis
Pintail

maandag 10 juli 2023

De Målar-meren


Na ons verblijf in Stockholm varen we door het zuidelijk deel van Stockholm, langs veel nieuwe wijken (hoogbouw), we gaan door en onder een aantal bruggen en een sluis naar een groot merengebied ten westen van de stad, de Målar meren. Dit alles bereiken we binnen 1,5 uur vanuit de Navishaven in Stockholm.

In tegenstelling tot de wateren aan de oostzijde van Stockholm, is het dood- en doodstil op de Målar. We hadden hier veel meer (kleine) watersport verwacht. Het is ruim zeilwater, waar zijn de zeilboten??





We meren af aan de kade van Mariefred, een lief klein stadje, naast het grote slot Gripsholm. Het ligt 80 km ten westen van Stockholm.



 


Het stadje is bekend om haar oude houten huizen.




We drinken om onze aankomst op de Målar te vieren een wijntje op het terras van de oudste kroeg, Gripsholms Várshus, (nu uitgebouwd tot hotel /restaurant)van Zweden.


De volgende dag is het nog steeds vrijwel bladstil en warm. We varen weer richting oost, aanvankelijk nog zeilend, en meren af in de leuke verenigingshaven van de Stockholmse zeilclub, de SSS in Rastaholm. We hadden dit plekje op de heen weg gespot en het blijkt een erg mooi haventje te zijn. Er is hier een clubrestaurant en een terras met een magnifiek uitzicht over het water. “Helaas’ hadden we al eten ingekocht. 

 



Het water is hier 22 graden, dat lokt Frits het water in, voor het eerst in twee jaar!




De volgende dag vertrekken we om 9.00 uur naar het Södertaljekanaal, in feite een gekanaliseerde verbinding tussen een noordelijke en een zuidelijke fjord. Het kanaalstuk is niet zo lang, er zijn als ‘hindernissen’ wel een basculebrug en een sluis. De sluis wordt gerenoveerd en de bakboordzijde is een grote bouwput.





De beide fjorden zijn mooi om doorheen te varen.




We ankeren in een goed beschutte baai van het eiland Fifång. Deze ligt al vrij zuidelijk en vandaar kunnen we de volgende dag door de scheren verder varen.

Het is nog wel even uitkijken, want er ligt ergens een rots onder water. Er drijft ook nog een stootwil in het water, en die blijkt opeens de markering van die rots te zijn. Oeps, toch maar iets verder weg ankeren. Het anker ligt nog niet, of de regen barst los. Gauw zetten we onze halve tent op. De temperatuur zakt naar 20 graden. 

 


De vooruitzichten zijn een paar dagen zuidwesterstorm. Dan willen we in een stad liggen. We varen tegen de westenwind in op de motor door prachtige eilandengroepen naar Oxelösund. In de haven daar liggen de hekboeien te dicht op de steiger en we lossen dat op door aan twee hekboeien te gaan liggen, die we elk aan een zijde van de boot langszij trekken. Na een klein uur zijn we daarmee klaar en liggen we met rubbers in de voortrossen stormvast. Pfff.



 


Er is veel (staal)industrie in Oxelösund, maar gelukkig staat de wind van de haven af en zien we de verder weg gelegen industrie niet.

Hier blijven we drie dagen. We wisselen wat vallen in de geleideblokken, omdat een aantal schijven in de valgeleiders vrijwel vastgelopen zijn.  Dus moeten ook de valstoppers van een nieuwe markering worden voorzien. Klusje voor Frits.




We maken wat fietstochtjes, o.a. - op aanraden van de VVV mevrouw - naar ‘de oude stad’. Dat valt erg tegen, de oude stad missen we, we zien slechts een paar verspreid staande grotere huizen. Maar het café maakt alles goed, dat is een echt oud stukje ‘stad’. Het is slechts 15 graden en als we binnen zijn wordt het vuur opgestookt. We tappen zelf de koffie en genieten van het uitzicht.





Dinsdag 4 juli willen we met de bus naar Nykoping, maar als we terug komen van het boodschappen doen, blijkt er een behoorlijke deining in de haven te staan. We liggen aardig te schommelen. Aangezien de wind in de middag zal afnemen, besluiten we snel te vertrekken naar de haven van de zeilclub in Snedskär, iets ten oosten van Arkösund. Onderweg dreigende luchten en zichtbare buien, maar we houden het droog.



We worden door een zeer vriendelijke havenmeester welkom geheten en geholpen bij het afmeren. We krijgen de laatste vrije plaats. Het is een mooi in het groen gelegen haven, met allerlei op de rotsen gelegen bijgebouwtjes (sauna, toiletten, clubgebouw etc).. Doet erg gezellig aan.




Zoals op de foto’s te zien is, is het de volgende dag weer stralend zonnig. Op aanraden van een clublid hier die ook een Scanner391 heeft, zeilen we naar het eiland Harstena.



Daar aangekomen blijkt er ten gevolge van een iets verlaagde waterstand nauwelijks een plek te zijn waar we met onze diepgang kunnen afmeren. Uiteindelijk meren we met hulp van een Zweed die daar ook al ligt, langszij af aan het plaatselijke restaurantje.



Dagelijks komt een wat narrige visser hier zijn netten schoonmaken. De havenmeester mag de boel dan opruimen.



Overigens barst het van de vis om onze boot, maar die zijn kennelijk niet eetbaar.



Het is een geweldig eiland. Je moet er wat moeite voor doen om er te komen, het ligt een eind uit de bebakende routes, maar dan ben je ook wel bij wat bijzonders. We blijven er nog een extra dag.

Het staat bekend om z’n voormalige rode vissershutten.



Verder is het rotsig met een verwilderde begroeiing, geen auto’s maar wel tractoren die hun beste tijd gehad hebben.



Om alle Zweedse lekkernijen er weer af te werken, maken we een ‘hike’ door de wildernis.




We komen uit bij een prachtige baai, waar het met de zuidenwind erg rustig liggen is.



‘s Avonds borrelen we bij onze Zweedse buren, die ons ook weer wat tips geven over leuke bestemmingen.

Het wordt weer tijd voor een ankerplek. Tussen alle scheren door zeilen we naar een inham tussen de eilanden Trässö en Längö. waar we voor anker gaan. We waren hier 10 jaar geleden voor het laatst. In deze archipel kunnen wel honderden boten voor anker of aan de rots, er zijn zoveel beschutte baaien en afmeerrotsen.



en waar vind je nu zo'n mooi uitzicht door  het raam als je 's avonds staat tanden te poetsen??




Van hier varen we op de motor naar Västervik, waar we afmeren in de verenigingshaven in Notholmen. In de stad is het druk, er is een festival en vandaag staan de drakenboten op het programma.




We zeilen verder, naar het ons al twee maal aangerade haventje van Klintemåla. De tocht erheen is al zo mooi.


 

Onderweg komen we een Nederlandse Scanner391 tegen die ook deelneemt in de Scannerappgroep. We maken foto’s van elkaar.



Klintemåla blijkt een lief klein bedoeninkje te zijn. Een havenmeesteres die ook brood verkoopt (en zelf zeilt in een Scanner391, hoe toevallig!), een paar terrasjes aan het water en wat huizen op de rotsen. Dat is alles. ‘s Avonds druppelen er nog een paar bootjes binnen. Ook een leuk plekje.





Inmiddels liggen we al weer in Oskarshamn. Maar dat komt in een volgend blog.