We
‘genieten’ van twee regendagen in A Coruna. Gelukkig wordt het
wel rond vijf uur droog, zodat we nog een fietstochtje door de stad
en langs de boulevard kunnen maken. In de oude stad is het nog rustig.
We strijken ook regelmatig neer voor een
glas vino. Daar wordt dan altijd door het café een tapas bij aangeboden, soms lijkt het wel een hartig gebakje.
Nu
begrijpen we wel hoe de Spanjaarden het tot 22.00 uur uithouden, het
tijdstip waarop de restaurants open gaan voor het avondeten.
Inmiddels
zijn we verkast naar een andere, wat ongezelliger, haven, waar we
door ons Franse passeport escale ook weer gratis kunnen liggen. Hier
kunnen we diesel bijtanken. We vertrekken de volgende dag bijtijds
uit A Coruna, met miezerregen. Rond 11 uur wordt het droog en kunnen
we zeilen. Eindelijk weer eens lekker zeilen. We hebben het advies
van onze Franse vrienden opgevolgd door wat verder uit de kust te
varen. Hun vrienden varen dicht langs de kust en lopen een
behoorlijke achterstand op.
We
worden onderweg voor de gezelligheid nog opgeroepen door de Fleur
de Lune. Frits en Jean Pierre
vergeten door het wat ongewone gesprek in half engels en half frans
volledig dat ze fout
bezig zijn op Kanaal 16. De kustwacht herinnert ze daar wel aan. Oei. Aan het eind van de middag breekt de zon door en zeilen we langs de Cabo Villano de Fuera.
Ook hier langs de Spaanse kust staan windmolens, alleen zien we ze nooit draaien. Kort daarop komt de ria van Camarinas in zicht, een prachtige beboste
fjord.
Het
dorpje ziet er van de waterkant leuk uit, maar bij nadere
kennismaking blijkt het erg armoedig. Veel niet afgebouwde huizen en
veel leegstand. Wie nog een tweede huisje zoekt… ruim aanbod hier.
Het is wel een mooi wandelgebied...als het droog is, en dat is het
aan het eind van de middag van de tweede dag die we hier doorbrengen (vanwege de regen). We zien veel lage stenen muurtjes om, soms door onkruid overwoekerde, percelen.
‘s
Avonds borrelen we bij de Fleur de Lune
aan boord, samen met de vierkoppige bemanning van de Feu de
Terre, die op weg is naar de Azoren. Oeff, dat is inspannend,
al dat Frans gerebbel. Twee van de Fransen spreken nog een klein
beetje Engels, en zo slaan we ons erdoor. Wel heel gezellig.
Borreltijd is hier overigens als de zeven in de klok is. In het
havenrestaurantje eten we ‘s avonds laat nog een heerlijke lenguado, tong. Daar
raken we aan de klets met drie Engelse gentlemen uit Guernsey, die
hier met een Swan, de Basset,
rondvaren. Kenners van dit gebied.
Vrijdag
zeilen we in het zonnetje weer 50 mijl zuidwaarts. Deels ruime wind, deels, uitgeboomd, pal voor de wind. Met de altijd aanwezige deining sturen we voor de wind met de hand. We passeren de beruchte Kaap
Finisterre, een magisch punt.
Er
staat nog wel wat deining, de Fleur de Lune, die we hier weer treffen,
verdwijnt soms achter de golven.
Als
we de ria van Muros opvaren verdwijnt het zonnetje en komt een donderlucht snel naderbij.
Ook deze ria wordt omringd door groene beboste heuvels. En af en toe ligt er dan een dorpje
tegen de heuvels, met de hogere bergen op de achtergrond.
Met
de eerste spatten meren we met hulp van de havenmeester snel naast de
Basset af.
Muros
blijkt een zeer mooi plaatsje. Een
oud tegen de heuvels opgebouwd vissersdorpje met veel
smalle straatjes, deels bestaand uit trappen.
Rond
acht uur ‘s avonds komt het straatleven in Spanje op gang.
Kinderen spelen op straat en de terrassen vullen zich.
‘s
Avonds om 23.00 uur (!) komt de douane nog met twee man op bezoek. Dat is
al de derde keer dat we douane langs krijgen. En elke keer maar weer
dezelfde gegevens noteren, gegevens die we ook al aan de havenmeester
moeten doorgeven, die het weer naar zes instanties doorseint, waaronder
de douane!!?? Zo zijn we gauw weer 20 minuten verder. Naar binnen
willen ze niet. Bij het zicht van onze zaklamp vullen ze hun papieren
in. Wat dit nu allemaal voor zin heeft?
Zaterdag
is weer een volle regendag. Frits helpt de Engelse buren uit Guernsey met hun
motorproblemen en ik kan weer mooi het blog bijwerken.