Met de Pintail op reis

Met de Pintail op reis
Pintail

woensdag 20 september 2017

Weg van lagerwal

De schutting in de sluis bij Arzal is altijd weer een belevenis. De Fransen zijn niet gewend aan sluizen en dat is te merken. We hebben ook veel bekijks.


Deze dagen hebben we een vast patroon in het weer. De dag begint heerlijk zonnig, dat leidt tot opwarming van het land en de aanwezige vochtige lucht stijgt op en vormt dikke cumuluswolken.


Als ze hoog genoeg zijn, dan vormen zich aan de onderzijde zeer donkere wolken. Het is dan zo rond 15.00 uur. Met de noordwesten wind waaien deze de zee op. En vervolgens komen daar buien en wind uit.
Dat merken wij op onze tocht van Arzal westwaarts naar La Trenité sur mer, een afstand van ongeveer 30 mijl. We hebben vanaf het begin tegenwind en het schiet niet op met kruisen (en lichte tegenstroom). Als de buien met dito wind ook nog doorkomen wordt ons doel voor donker onbereikbaar en buigen we af naar de zuidelijk  gelegen vissershaven La Turballe. Toch nog weer 30 mijl gezeild over een afstand van zo'n 10 mijl. .


De volgende dag zeilen we met rustig zonnig weer 5 mijl noordelijk naar Piriac, een leuk plaatsje met een oude kern.
zicht vanuit het havenkantoor op het zeefront

De kerk is kennelijk een favoriete trouwlokatie, want telkens als we er zijn, is er een huwelijk. De volgende dag presenteren lokale schilders hun werk op het plein voor de kerk..


Het blijft maar NW 4-5 Bft waaien en daarmee komen we hier niet weg. De haven kunnen we alleen uit rond hoog water en dat is ‘s ochtends héél vroeg (met temperaturen tussen 4 en 8 graden; doen we dus niet) en in de middag. Maar kruisend kunnen we dan voor donker geen haven bereiken (behalve Arzal en la Turballe, maar daar willen we niet heen). Dan de fiets maar op. We maken een mooie tocht langs de kust naar het noorden via de véloceanroute, een soort Pieterpad voor fietsers langs de oceaankust. We komen op prachtige plekjes.
Quimiac




We zien zelfs in een miniscuul haventje een boot met de Friese vlag nog aan het want, naast nog heel wat andere wapperende zaken.


En de enige horecagelegenheid die open is, is ook nog een toepasselijke.


Achter ons aan de steiger ligt een grote Linssenvlet van een Franse eigenaar. De volgende ochtend is hij verdwenen. Nieuwe ligplaats:
Navigatiefoutje?
’s Middags wordt zij door een visser binnengesleept.  Ja, het is hier rotsig voor de uitgang van de haven.

De volgende dag is het iets minder (tegen) wind, wel zonnig maar fris,  en we vertrekken alsnog naar Houat of La Trinité, al naar gelang het uitkomt. Precies op de plaats waar we onze tocht naar La Trinite afbraken, doemt nu een nieuwe hindernis op: de net vol geladen watertank loopt leeg in de boot. We liggen inmiddels ook aardig te stampen. Dus hozen en water weg laten lopen via de kraan. We hebben dus toch een lek in de tank. Mooie winterklus voor de werf. Uiteindelijk meren we af in La Trinité. Met de verwarming stoken we de boot weer droog.

Vanuit La Trinité fietsen we woensdag in het zonnetje naar het mooie stadje Auray. Alles wordt hier, zoals in heel Bretagne,  tweetalig (Frans en Bretons) aangeduid, zoals op de wegbewijzering.


Auray verrast ons, een oud handelsstadje, dat via een uitloper van de Golf van Morbihan met de oceaan verbonden is. De bouw van het nabij gelegen Lorient betekende de ondergang van de handel.




In de kerk staat St. Goustan vast op de preekstoel, mét vis en bijbel. Geen plek voor mijnheer pastoor.


Met de kaart van de VVV in Auray,  de app maps.me en met hulp van Fransen onderweg vinden we uiteindelijk leuke fietspaden, soms net geitenpaadjes, die ons weer buiten de provinciale 70 km wegen om  terug voeren naar La Trinité. De bewegwijzering van de fietspaden, die elders zo goed is,  laat hier echter wel te wensen over. We fietsen heel wat om.
Als we terugkomen bij de boot wordt er alweer druk gewandeld en gevist op de pier achter onze boot, waar de grote wereldrecord houdende maxitrimarans liggen afgemeerd. Blijft leuk om ze te bekijken.

 We vinden Zuid-Bretagne een erg mooi vakantiegebied, leuke stadjes, mooie natuur om te wandelen en te fietsen en overal stranden en haventjes. En dan hebben we de eilanden deze weken nog niet eens aangedaan.