Met de Pintail op reis

Met de Pintail op reis
Pintail

zondag 19 juli 2020

Naar Normandië


Met een flinke NW wind zeilen we van Treguier naar Paimpol. Het is koud en voor het eerst hebben we onze zeiljacks aan. Paimpol is een gezellig toeristenplaatsje; voor het eerst vinden we het, vooral langs de haven, druk. Veel winkeltjes en horeca.


We trakteren ons ‘s avonds op "moules et frites". Nou goed, dan hebben we dat ook weer gehad.... In de goed uitgevoerde watersportzaak hier hebben we in de loop der jaren al heel wat gekocht; een bezienswaardigheid is de kabelbaan waarmee de goederen van de eerste verdieping naar de kassa vervoerd worden! Nu blijken ze ook nog een uitgebreide tweedehandsafdeling te hebben.


Van Paimpol gaan we de volgende dag naar Lezardrieux, een kort stukje, voor het gemak maar op de motor. Maar wel door een binnendoor geultje dat toch niet helemaal jofel gemarkeerd blijkt te zijn. Spannend tussen de rotsen, en dan ook nog uitkijken voor kreeftenkorven, die met een boeitje of skippybal gemarkeerd worden.


In Noord-Bretagne is het getijverschil veel groter dan in het zuiden, dus ook de stroomsnelheden. Bovendien liggen er veeeel meer rotsen her en der. Een uitdaging voor de navigator.


In Lezardrieux blijkt het havenfront opgeknapt te zijn, een boulevard(je) is aangelegd en er staat een mooi nog niet in gebruik genomen havenkantoor. We liggen prima in deze haven met dit mooie uitzicht richting zee.


En dan blijkt Guernsey nog steeds geen reizigers te willen toelaten. Dus dan om 6 uur ‘s ochtends maar uitvaren om in één klap van Lezardrieux, door de Big Russel tussen Guernsey en Sark door, naar Cherbourg te zeilen. Er staat een gunstige van NW naar W draaiende wind en qua tij is het nu net mooi haalbaar in een lange dag. In de Big Russel hebben we veel stroom tegen met wat onrustig golvend water, dus gaat de motor even bij om toch nog wat voortgang te boeken, zodat we op het juiste tijdstip in de race van Alderney zijn.

Alderney op de achtergrond

Het laatste stuk loopt als een trein. Met 10 knopen over de grond zeilen we door vlak water de grote haven van Cherbourg in.

Daar blijkt een grote race te gaan starten. De Beneteau Figaro’s liggen er fraai uitgedost bij. We liggen er vlak bij. De volgende dag wordt er druk gesleuteld. Iedere deelnemer heeft een enorme kluskist naast z’n boot.


Het is de Grand Prix de France de Course au Large, met een traject van Cherbourg naar Engeland, Schotland en terug naar Trenité sur Mer in Zuid Bretagne. Meer dan 100 schepen nemen deel. Op zondag bekijken we de start vanuit een havenplaatsje ten oosten van Cherbourg, dat net buiten de grote havenpieren van Cherbourg is gelegen. We fietsen ernaar toe en komen daarbij langs industrie, ferrykantoren, troosteloze bebouwing, maar gelukkig ook door een stukje groen. We zien er een TV ploeg, helicopters en veel begeleidende ribs. Publiek op de kades.


En natuurlijk de deelnemende schepen.De show wordt gestolen door de drie “ultimes”, dwz de mega grote trimarans die wereldrecords zeilen. Hier zeilen de Edmond van Rotschild en de Södebö zij aan zij, het lijkt wel arm in arm.


Hoe groot ze zijn blijkt wel uit de rib en de schipper die hier nog net te zien zijn.


en dan een deel van de rest van het veld.


Na dit evenement duiken we het groene heuvelachtige achterland in, op weg naar Chateau Des Ravelet. Dat staat bekend om zijn mooie tuin, willen we natuurlijk even doorheen.

Cherbourg heeft iets met parapluies. Dat houdt verband met een filmklassieker en een parapluiefabriek. Wat een reclame is dit voor de fabriek, maar niet voor Cherbourg.


Het is niet altijd zo zonnig….het miezert inmiddels!