Piriac
sur Mer is ook weer zo’n leuk 17de eeuws stadje met leuke
straatjes, veel winkeltjes en restaurantjes (en toeristen). We zitten nu niet meer in Bretagne, maar in de Vendée.
Tot
aan de huizen liggen kleine stranden
Overal
in de havens worden we opgevangen door een havenbootje met jonge
havenmeesters/essen, die ons begeleiden naar een ligplaats. Het gaat allemaal
uiterst vriendelijk. We zijn inmiddels onze nieuwe thuishaven voorbij gevaren.
De
volgende dag vertrekken we weer voor een tropische zeiltocht naar Ile
Noirmoutier, dat met een dijk aan het vasteland is verbonden. Hiermee steken we
ook de Loiremonding over. We meren af in de haven van L’Herbaudière. Wat
heerlijk om die warme wind te voelen, een voorproefje voor Spanje. Dit is een
fietseiland en daarom blijven we een dagje. In 35 graden fietsen we een groot
deel van het eiland rond, over stille weggetjes langs dromerige dorpjes met veel stokrozen. De
huisjes zijn laag, allemaal wit met felblauwe luiken en rode daken.
op de voorgrond zoutwinningsvelden |
We
komen langs zoutwinningsvelden die nu nog vaak om cultuurhistorische redenen in
bedrijf gehouden worden. Vroeger werd het zout gebruikt voor het conserveren van de
vis.
In
de oude hoofdstad Noirmoutier staat nog een 15de eeuw kasteel met een
citadel. Er is ook een droogvallende haven, waarbij het toegangskanaal tevens dienst doet als
botenkerkhof.
Alles
doet zeer rustiek aan. ’s Avonds is het nog lang tafelen in de kuip
onder het genot van muziek die op de wal ten gehore wordt gebracht. Tot onze
verbazing gaat om 22.30 uur de versterker al een stuk terug. ’s Ochtends worden
we wakker van een penetrante lucht: Bij laag water ligt op het strand veel
zeewier, dat ’s ochtends in de zon aardig stinkt. Is even wennen.
We
gaan verder naar het door iedereen geprezen Ile d'Yeu. Weer een mooie zeiltocht
met warm weer en blauw water. We zeilen deze vakantie
meer dan ooit tevoren. De dieseltank blijft mooi vol. Dat is wel een pré van
dit gebied, altijd op een afstand van 20 a 30 mijl te bezeilen havens.
Havenfront van Port Joinville |
Van
de havenmeester van Port Joinville, de haven van Ile Ýeu, krijgen we een ligplaats toegewezen. Daarmee
is dan ook de uitvaart voor zo’n zestig boten afgesneden. We krijgen sterke
herinneringen aan de haven van Vlieland in de jaren zeventig/tachtig. Veel
pakketjes en iedereen opgesloten. Als we – heel naïef – de havenmedewerksters die
nauwelijks Engels verstaan of spreken, vragen hoe dat moet als we de volgende
dag van boord willen, komt er zoiets uit als dat we dan maar met iedere boot,
zo’n zestig dus, moeten overleggen. Haha. We laten het maar over ons heen
komen. Het verbaast ons overigens dat de Franse jeugd vaak zo slecht Engels spreekt,
zelfs in de toeristensector.
En
inderdaad, om acht uur ’s ochtends horen we wat beweging tegen onze
stootwillen, en de eerste boot wringt zich tussen ons en de achterzijde van de
in boxen liggende boten naar buiten. Totdat een boot te dik blijkt. Inmiddels
is er wat meer plaats en kunnen we ergens langszij de steiger afmeren. De haven
kan nu verder leeglopen. Met een truc van Frits bemachtigen we een mooie box
ver van de gastensteigers. Zo kunnen we met de fietsen op pad. Het eiland is
behapbaar, 10 km lang en een 3,5 km breed. Ook dit is weer een
aaneenschakeling van lage huisjes, onberispelijk wit (wordt hier in het voorjaar een verfpot uitgedeeld??) , gekleurde luiken en
rode daken, straat na straat,
de Deux Chevaux, Renault 4 en Citroen Mehari zijn hier hét vervoermiddel |
en afwisselende
begroeiing, af en toe een dennenbos,
en
een kust met strandjes, kliffen en oude haventjes.
kustbewaking uit de 14de eeuw |
In de achterste inham ligt een droogvallend haventje, |
Vissershutjes in het haventje van La Meule |
Het
is heuvelachtig, er lopen veel slingerende halfverharde fietspaden en ook de
wegen zijn rustig. Prima om te fietsen, ...maar soms ook niet:
Frits de filmer gesnapt door de camera |
We
vinden het hier erg mooi, en blijven daarom nóg een dag. De boot krijgt een
grote schoonmaakbeurt (we spuiten voor het eerst onze val en schootstoppers uit, mijn hemel,
wat komt daar een hoop troep uit). En daarna gaan we op de fiets naar het
strand.
Het
is echt het Vlieland van hier. Een heel gezellige sfeer. Veel jonge gezinnen op
boten, de kinderen op de steigers druk in de weer om garnaaltjes te vangen.
Rissen badkleding aan de zeereling. En maar steeds warm weer. We genieten van
het ontbijtje en het avondeten buiten in de kuip. Ile d’Yeu is ons verste punt
voor dit jaar, we gaan nu weer noordwaarts op weg naar onze tijdelijke
thuishaven La Roche Bernard aan de Vilaine. We verheugen ons al op een volgend bezoek aan Ile d'Yeu, in het najaar of volgend jaar.
Zo, nu het blog versturen!