Met de Pintail op reis

Met de Pintail op reis
Pintail

donderdag 21 juli 2016

Naar de tropische Vendée

Piriac sur Mer is ook weer zo’n leuk 17de eeuws stadje met leuke straatjes, veel winkeltjes en restaurantjes (en toeristen). We zitten nu niet meer in Bretagne, maar in de Vendée.

Tot aan de huizen liggen kleine stranden

Overal in de havens worden we opgevangen door een havenbootje met jonge havenmeesters/essen, die ons begeleiden naar een ligplaats. Het gaat allemaal uiterst vriendelijk. We zijn inmiddels onze nieuwe thuishaven voorbij gevaren.
De volgende dag vertrekken we weer voor een tropische zeiltocht naar Ile Noirmoutier, dat met een dijk aan het vasteland is verbonden. Hiermee steken we ook de Loiremonding over. We meren af in de haven van L’Herbaudière. Wat heerlijk om die warme wind te voelen, een voorproefje voor Spanje. Dit is een fietseiland en daarom blijven we een dagje. In 35 graden fietsen we een groot deel van het eiland rond, over stille weggetjes langs dromerige dorpjes met veel stokrozen. De huisjes zijn laag, allemaal wit met felblauwe luiken en rode daken.
op de voorgrond zoutwinningsvelden
We komen langs zoutwinningsvelden die nu nog vaak om cultuurhistorische redenen in bedrijf gehouden worden. Vroeger werd het zout gebruikt voor het conserveren van de vis.
In de oude hoofdstad Noirmoutier staat nog een 15de eeuw kasteel met een citadel. Er is ook een droogvallende haven, waarbij het toegangskanaal tevens dienst doet als botenkerkhof.


Alles doet zeer rustiek aan. ’s Avonds is het nog lang tafelen in de kuip onder het genot van muziek die op de wal ten gehore wordt gebracht. Tot onze verbazing gaat om 22.30 uur de versterker al een stuk terug. ’s Ochtends worden we wakker van een penetrante lucht: Bij laag water ligt op het strand veel zeewier, dat ’s ochtends in de zon aardig stinkt. Is even wennen.

We gaan verder naar het door iedereen geprezen Ile d'Yeu. Weer een mooie zeiltocht met warm weer en blauw water.  We zeilen deze vakantie meer dan ooit tevoren. De dieseltank blijft mooi vol. Dat is wel een pré van dit gebied, altijd op een afstand van 20 a 30 mijl te bezeilen havens.
Havenfront van Port Joinville

Van de havenmeester van Port Joinville, de haven van Ile Ýeu,  krijgen we een ligplaats toegewezen. Daarmee is dan ook de uitvaart voor zo’n zestig boten afgesneden. We krijgen sterke herinneringen aan de haven van Vlieland in de jaren zeventig/tachtig. Veel pakketjes en iedereen opgesloten. Als we – heel naïef – de havenmedewerksters die nauwelijks Engels verstaan of spreken, vragen hoe dat moet als we de volgende dag van boord willen, komt er zoiets uit als dat we dan maar met iedere boot, zo’n zestig dus, moeten overleggen. Haha. We laten het maar over ons heen komen. Het verbaast ons overigens dat de Franse jeugd vaak zo slecht Engels spreekt, zelfs in de toeristensector.


En inderdaad, om acht uur ’s ochtends horen we wat beweging tegen onze stootwillen, en de eerste boot wringt zich tussen ons en de achterzijde van de in boxen liggende boten naar buiten. Totdat een boot te dik blijkt. Inmiddels is er wat meer plaats en kunnen we ergens langszij de steiger afmeren. De haven kan nu verder leeglopen. Met een truc van Frits bemachtigen we een mooie box ver van de gastensteigers. Zo kunnen we met de fietsen op pad. Het eiland is behapbaar, 10 km lang en een 3,5 km breed. Ook dit is weer een aaneenschakeling van lage huisjes, onberispelijk wit (wordt hier in het voorjaar een verfpot uitgedeeld??) , gekleurde luiken en rode daken, straat na straat,
de Deux Chevaux, Renault 4 en Citroen Mehari zijn hier hét vervoermiddel

en afwisselende begroeiing, af en toe een dennenbos, 

en een kust met strandjes, kliffen en oude haventjes.
kustbewaking uit de 14de eeuw

In de achterste  inham ligt een droogvallend haventje,
Vissershutjes in het haventje van La Meule


Het is heuvelachtig, er lopen veel slingerende halfverharde fietspaden en ook de wegen zijn rustig. Prima om te fietsen, ...maar soms ook niet:

Frits de filmer gesnapt door de camera

We vinden het hier erg mooi, en blijven daarom nóg een dag. De boot krijgt een grote schoonmaakbeurt (we spuiten voor het eerst onze val en schootstoppers uit, mijn hemel, wat komt daar een hoop troep uit). En daarna gaan we op de fiets naar het strand.
Het is echt het Vlieland van hier. Een heel gezellige sfeer. Veel jonge gezinnen op boten, de kinderen op de steigers druk in de weer om garnaaltjes te vangen. Rissen badkleding aan de zeereling. En maar steeds warm weer. We genieten van het ontbijtje en het avondeten buiten in de kuip. Ile d’Yeu is ons verste punt voor dit jaar, we gaan nu weer noordwaarts op weg naar onze tijdelijke thuishaven La Roche Bernard aan de Vilaine. We verheugen ons al op een volgend bezoek aan Ile d'Yeu, in het najaar of volgend jaar. 

Zo, nu het blog versturen!