Verwaaid in Estland
Met rustig weer zijn we vanuit Finland/Porkala naar Tallinn, hoofdstad van Estland,
overgestoken, een afstand van 35 mijl. Afgemeerd in de oude olympische haven
van Pirita, een voordorp van Tallinn. In
1986 was Estland nog een provincie van Rusland, dat toen de olympics
organiseerde. Aan de bouw (en het gebrek aan onderhoud) is de Sovjet-invloed
terug te vinden. Niettemin liggen we hier uitstekend met prachtig uitzicht over
de baai.
Zicht op Tallinn vanuit onze haven
De eerste dag hebben we de eeuwenoude Hanzestad verkend, nog
helemaal intact (of gerestaureerd). Prachtig. De stad had 46 torens op de muren
staan; daarvan zijn nog ruim twintig over. Stratenlang zien we de mooiste
gevels. Alleen jammer dat er zoveel toeristen rondlopen en de oude stad
voornamelijk horeca en souvenirwinkeltjes heeft.
De volgende dag, dinsdag, ontdekken we waterlekkage uit de
motor (de waterpomp). Aanvankelijk dachten we dat er een gaatje in zat en
hebben we dat gerepareerd met tweecomponenten-epoxy voor metaal. 's Middags een
bezoek gebracht aan het seaplanemuseum. Het meest indrukwekkende was het
gebouw, een enorme betonnen hangar gebouwd in 1918 waarvan het dak volledig steunde op de buitenmuren.
Geen steunpilaren dus.
Na de epoxy reparatie 12 uur te hebben laten uitharden hebben we op woensdag de motor uitgeprobeerd.
Helaas, het lekte nog steeds en kennelijk door een kapotte O-ring die
het water keert. Dit hadden we twee jaar geleden ook al gehad in Cherbourg, en dat was toen hersteld
in Frankrijk. Frits blij dat hij van toen nog een mooie 3D-tekening van het
asje met alle ringen had, zodat hij precies kon aanwijzen waar het euvel zat.
Want de Estse taal is net Fins, onverstaanbaar en de oudere Esten spreken geen
Engels. Na heel wat gebel hier en daar zouden er donderdag twee monteurs komen.
Jammer dat we daardoor donderdag niet konden vertrekken, want na donderdag zou
er volgens de weervoorspelling dagenlang harde tot stormachtige NW wind zijn. ’s
Middags hadden we nog tijd om het KUMU Art museum bezoeken, waarvan we zeer
onder de indruk zijn; zeer mooi vormgegeven modern gebouw, mooie lichtinval,
prettig ingerichte zalen en mooie Estse schilder- en beeldhouwkunst,
chronologisch ten toon gesteld.
Daarna nog werk van de Russische schilder Ylja Repin bekeken
in een zomerpaleis van Peter de Grote, het Kadriarchpaleis. Ook de moeite
waard.
Donderdag wordt de motor volgens afspraak gerepareerd, maar het
was al te laat om nog uit te varen. Dus nog maar even naar de oude stad gefietst
voor een drankje en een wandelingetje, een een bezoek aan het historisch
museum, dat ons niet zo kon boeien. Het is bijzonder dat de Esten pas in 1991
een onafhankelijk land zijn geworden (daarvoor alleen in de periode 1918 tot
1940). Verder zijn ze altijd onderdeel geweest van Denemarken, Duitsland, Zweden,
Polen en Rusland. Onze jonge redelijk
Engels sprekende monteur liet duidelijk merken dat Nederland voor de jeugd een
walhalla is. Hij wilde er ook graag naar toe. ’s Avonds trakteerden we ons op
een hapje in de jachtclub, waar we de bemanning van de Brizo troffen. Zij zijn hier op een steen gevaren met als gevolg zware schade aan de romp en hun boot gaat over de weg/per
schip voor reparatie weer terug naar Nederland. Een sneu eind van hun reis.
Vrijdag gierde de wind net als dinsdag met kracht 6-7 om de
oren. De boot schommelt fors aan de
lijnen. Het ziet er naar uit dat we hier nog wel tot dinsdag liggen. Het mooie
weer in Nederland blokkeert het wegtrekken van het lagedrukgebied hier, dus we
moeten maar geduld hebben.
zicht vanuit de boot
branding naast de haven
We hebben daarom een auto gehuurd om het binnenland van
Estland te verkennen. Het eeuwige schommelen van de boot en het gieren van de
wind worden we een beetje zat en we zijn wel benieuwd naar de rest van het land
dat zo’n bijzonder verleden kent. We hebben de volgende route gereden:
De eerste dag rijden we zuid oost door een coulisselandschap
van bos, braakliggende grond en graanvelden naar Tartu, een universiteitsstad
en ook een Hanzestad. We troffen het dat er Hanzedagen waren dat weekend, zodat
het gezellig druk in het stadje was. Met moeite konden we nog een hotelkamer
bemachtigen. Deze was ten gevolge van een parcours voor een triathlonwedstrijd
alleen per fiets te bereiken, en die hadden we gelukkig achterin de auto
liggen. In het binnenstadje staan mooie renaissancehuizen en iets meer naar
buiten treffen we originelehouten huizen aan, de een wat meer in goede staat dan de
ander.
De volgende dag naar Kallaste, dat uit een en al ellende
bestaat, wat een armoe en aftandse bebouwing. Onderweg zien we, zoals ook
verder wel in het land, oude woonflats uit de sovjettijd, die hier nog ruim
bewoond worden. Verwarming gaat via een houtgestookte buitenoven via een schoorsteen langs de gevel van de flat. Er liggen dan ook enorme stapels houtblokjes voor de flats. Soms
zie je ook een verlaten kolchose of een staatsfabriek midden in het land staan,
en even verderop staan dan, ook geheel geisoleerd in het land, een paar
flatgebouwen.
verlaten kolchose
...en de bijbehorende woonbunkers
Onderweg treffen we uit de
sovjettijd regelmatig een wachttoren aan.
Overigens zijn de wegen bijzonder goed en er wordt overal
aan de weg gewerkt. Ook de internetstructuur is hier zeer goed. Overal gratis
Wifi. Beide helpt het land vooruit. Langs het grootste meer van Estland, het
Peipusmeer, dat ook de grens met Rusland vormt, rijden we door arme gehuchtjes.
Hier wonen nog de nakomelingen van een streng orthodoxe groep gelovigen die in
de 17de en 18de eeuw uit Rusland gevlucht zijn. We
bezoeken een kapelletje in Raja.
Meer naar het noorden langs het meer treffen we mooiere
huizen aan, ook tweede huizen. Volgens een serveerster die wij later uitgebreid
spraken, hebben veel Esten een eenvoudig zomerhuis of –hutje. We belanden uiteindelijk vor de overnachting in Rakvere, een
stad met een troosteloos centrum. Schreeuwende foute nieuwbouw en vervallen
oudbouw. In een buitenwijk vonden we onderdak in een leuk klein hotelletje,
waar we ook nog lekker konden fietsen in de bossen (want de fietsjes waren
natuurlijk wel mee).
Maandag hebben we een bezoek gebracht aan het Lahemaa
National Park in het noord-oosten. In Estland is elke enigszins bezienswaardigheid op de weg
aangeduid met een bord. Ook zijn er fietsroutes aangegeven, maar die leiden
soms over vier baans snelwegen! In Estland, en vooral hier, staan veel buitens
van de vroegere Duitse adel, die hier neerstreek en regeerde. Zo bezochten w ij het
Sagadi-buiten, dat nu een hotel is. Hier hebben we heerlijk geluncht.
Daarna gedeeltelijk via de kust, waar we een oud
vissersdorpje Atja, hebben bekeken, weer terug naar onze boot, waar de wind nog
met kracht 6 tot8 loeide en de regen af en toe met pijpenstelen naar beneden komt.
Temperatuur 14 graden! De rollen met Nederland zijn nu omgedraaid.
Atja
Voor woensdag wordt beter weer voorspeld, dus dan varen we
uit. We hebben door ons minitripje een mooie indruk van Estland
gekregen, een land dat nog zit met de resten van het Sovjettijdperk en aan de
ander kant stevig bezig is met EU-hulp zich op
moderne leest te ontwikkelen. En
daar komt dan nu de crisis bovenop. We zijn onder de indruk van hun historie en
huidige ontwikkeling.