Met de Pintail op reis

Met de Pintail op reis
Pintail

dinsdag 23 juli 2013


Verwaaid in Estland


Met rustig weer zijn we vanuit Finland/Porkala naar Tallinn, hoofdstad van Estland, overgestoken, een afstand van 35 mijl. Afgemeerd in de oude olympische haven van Pirita, een voordorp van Tallinn.  In 1986 was Estland nog een provincie van Rusland, dat toen de olympics organiseerde. Aan de bouw (en het gebrek aan onderhoud) is de Sovjet-invloed terug te vinden. Niettemin liggen we hier uitstekend met prachtig uitzicht over de baai.

Zicht op Tallinn vanuit onze haven
 

De eerste dag hebben we de eeuwenoude Hanzestad verkend, nog helemaal intact (of gerestaureerd). Prachtig. De stad had 46 torens op de muren staan; daarvan zijn nog ruim twintig over. Stratenlang zien we de mooiste gevels. Alleen jammer dat er zoveel toeristen rondlopen en de oude stad voornamelijk horeca en souvenirwinkeltjes heeft.

 
 
 
 

 
De volgende dag, dinsdag, ontdekken we waterlekkage uit de motor (de waterpomp). Aanvankelijk dachten we dat er een gaatje in zat en hebben we dat gerepareerd met tweecomponenten-epoxy voor metaal. 's Middags een bezoek gebracht aan het seaplanemuseum. Het meest indrukwekkende was het gebouw, een enorme betonnen hangar gebouwd in 1918 waarvan het dak volledig steunde op de buitenmuren. Geen steunpilaren dus.

 
Na de epoxy reparatie 12 uur te hebben laten uitharden hebben we op woensdag de motor uitgeprobeerd. Helaas, het lekte nog steeds en kennelijk door een kapotte O-ring die het water keert. Dit hadden we twee jaar geleden ook al  gehad in Cherbourg, en dat was toen hersteld in Frankrijk. Frits blij dat hij van toen nog een mooie 3D-tekening van het asje met alle ringen had, zodat hij precies kon aanwijzen waar het euvel zat. Want de Estse taal is net Fins, onverstaanbaar en de oudere Esten spreken geen Engels. Na heel wat gebel hier en daar zouden er donderdag twee monteurs komen. Jammer dat we daardoor donderdag niet konden vertrekken, want na donderdag zou er volgens de weervoorspelling dagenlang harde tot stormachtige NW wind zijn. ’s Middags hadden we nog tijd om het KUMU Art museum bezoeken, waarvan we zeer onder de indruk zijn; zeer mooi vormgegeven modern gebouw, mooie lichtinval, prettig ingerichte zalen en mooie Estse schilder- en beeldhouwkunst, chronologisch ten toon gesteld. 

 
 
 

Daarna nog werk van de Russische schilder Ylja Repin bekeken in een zomerpaleis van Peter de Grote, het Kadriarchpaleis. Ook de moeite waard.
Donderdag wordt de motor volgens afspraak gerepareerd, maar het was al  te laat om nog uit te varen.  Dus nog maar even naar de oude stad gefietst voor een drankje en een wandelingetje, een een bezoek aan het historisch museum, dat ons niet zo kon boeien. Het is bijzonder dat de Esten pas in 1991 een onafhankelijk land zijn geworden (daarvoor alleen in de periode 1918 tot 1940). Verder zijn ze altijd onderdeel geweest van Denemarken, Duitsland, Zweden, Polen en  Rusland. Onze jonge redelijk Engels sprekende monteur liet duidelijk merken dat Nederland voor de jeugd een walhalla is. Hij wilde er ook graag naar toe. ’s Avonds trakteerden we ons op een hapje in de jachtclub, waar we de bemanning van de Brizo troffen.  Zij zijn hier op een steen  gevaren met als gevolg zware schade aan de romp en hun boot gaat over de weg/per schip voor reparatie weer terug naar Nederland. Een sneu eind van hun reis.

Vrijdag gierde de wind net als dinsdag met kracht 6-7 om de oren.  De boot schommelt fors aan de lijnen. Het ziet er naar uit dat we hier nog wel tot dinsdag liggen. Het mooie weer in Nederland blokkeert het wegtrekken van het lagedrukgebied hier, dus we moeten maar geduld hebben.     

zicht vanuit de boot
 
branding naast de haven
 
We hebben daarom een auto gehuurd om het binnenland van Estland te verkennen. Het eeuwige schommelen van de boot en het gieren van de wind worden we een beetje zat en we zijn wel benieuwd naar de rest van het land dat zo’n bijzonder verleden kent. We hebben de volgende route gereden:

 
De eerste dag rijden we zuid oost door een coulisselandschap van bos, braakliggende grond en graanvelden naar Tartu, een universiteitsstad en ook een Hanzestad. We troffen het dat er Hanzedagen waren dat weekend, zodat het gezellig druk in het stadje was. Met moeite konden we nog een hotelkamer bemachtigen. Deze was ten gevolge van een parcours voor een triathlonwedstrijd alleen per fiets te bereiken, en die hadden we gelukkig achterin de auto liggen. In het binnenstadje staan mooie renaissancehuizen en iets meer naar buiten treffen we originelehouten huizen aan, de een wat meer in goede staat dan de ander.

 
 
De volgende dag naar Kallaste, dat uit een en al ellende bestaat, wat een armoe en aftandse bebouwing. Onderweg zien we, zoals ook verder wel in het land, oude woonflats uit de sovjettijd, die hier nog ruim bewoond worden. Verwarming gaat via een houtgestookte buitenoven via een schoorsteen langs de gevel van de flat. Er liggen dan ook enorme stapels houtblokjes voor de flats. Soms zie je ook een verlaten kolchose of een staatsfabriek midden in het land staan, en even verderop staan dan, ook geheel geisoleerd in het land, een paar flatgebouwen. 

verlaten kolchose
...en de bijbehorende woonbunkers
 
Onderweg treffen we uit de sovjettijd  regelmatig  een wachttoren aan.
 
Overigens zijn de wegen bijzonder goed en er wordt overal aan de weg gewerkt. Ook de internetstructuur is hier zeer goed. Overal gratis Wifi. Beide helpt het land vooruit. Langs het grootste meer van Estland, het Peipusmeer, dat ook de grens met Rusland vormt, rijden we door arme gehuchtjes. Hier wonen nog de nakomelingen van een streng orthodoxe groep gelovigen die in de 17de en 18de eeuw uit Rusland gevlucht zijn. We bezoeken een kapelletje in Raja.
 

Meer naar het noorden langs het meer treffen we mooiere huizen aan, ook tweede huizen. Volgens een serveerster die wij later uitgebreid spraken, hebben veel Esten een eenvoudig zomerhuis of –hutje. We belanden uiteindelijk vor de overnachting in Rakvere, een stad met een troosteloos centrum. Schreeuwende foute nieuwbouw en vervallen oudbouw. In een buitenwijk vonden we onderdak in een leuk klein hotelletje, waar we ook nog lekker konden fietsen in de bossen (want de fietsjes waren natuurlijk wel mee).   
 
Maandag hebben we een bezoek gebracht aan het Lahemaa National Park in het noord-oosten. In Estland is elke enigszins bezienswaardigheid op de weg aangeduid met een bord. Ook zijn er fietsroutes aangegeven, maar die leiden soms over vier baans snelwegen! In Estland, en vooral hier, staan veel buitens van de vroegere Duitse adel, die hier neerstreek en regeerde. Zo bezochten w ij het Sagadi-buiten, dat nu een hotel is. Hier hebben we heerlijk geluncht.
 
Daarna gedeeltelijk via de kust, waar we een oud vissersdorpje Atja, hebben bekeken, weer terug naar onze boot, waar de wind nog met kracht  6 tot8 loeide en de regen af en toe met pijpenstelen naar beneden komt. Temperatuur 14 graden! De rollen met Nederland zijn nu omgedraaid.

Atja
 
Voor woensdag wordt beter weer voorspeld, dus dan varen we uit. We hebben door ons minitripje een mooie indruk van Estland gekregen, een land dat nog zit met de resten van het Sovjettijdperk en aan de ander kant stevig bezig is met EU-hulp zich op  moderne leest te ontwikkelen.  En daar komt dan nu de crisis bovenop. We zijn onder de indruk van hun historie en huidige ontwikkeling.