Met de Pintail op reis

Met de Pintail op reis
Pintail

donderdag 18 juli 2019

Nog steeds zonovergoten dagen


De laatste dag in La Rochelle maken we een fietstocht langs de noordoever.  Eerst wat boulevardwerk en vervolgens door een natuurgebied over kleine kliffen. Voordat we de industriehaven bereiken, drinken we wat bij een strand met strandtent. Mooi einddoel.


 
Bij terugkomst is er een leuke markt op het haventerrein

 

 
We liggen met de boot op een punt waar iedereen die binnenkomt of uitvaart langs komt. Veel bekijks dus. Vooral op zondag zien we veel boten afgeladen met vrienden en familie uitvaren en weer thuiskomen. Ook de elektrische ‘bus de mer’ die ons naar de stad brengt komt elk half uur langs glijden
 

 
 

We zijn de grote buitenhaven Les Minimes wel gaan waarderen. In de stad is het smoorheet en lawaaiig. Leuk voor een keertje als het minder warm is.

Onze tocht naar Les Sables d’Olonne kunnen we deels zeilen, maar als de wind wat wegvalt krijgen we ook met de halfwinder de boot niet meer vooruit, dus weer bijmotoren. Onderweg kunnen we de fok niet meer inrollen. Die laten we dan maar zakken. Uiteindelijk blijkt in de haven dat door het stampen van de boot op de steile golven op weg naar la Rochelle het anker in zijn fixatie omhoog is gekomen en tegen de trommel aandrukte. Dat is gelukkig simpel te verhelpen. Maar we zullen de constructie wel moeten aanpassen. In Les Sables bekijken we het strandleven vanaf de boulevard en eten we bij een tentje vlakbij onze boot, Fleurs des Thymes. Dat adresje hebben we ontleend aan het blog van een andere zeiler. Bleek erg lekker. Alle gerechten zagen er even mooi uit zoals deze.


Vanuit Les Sables zeilen (en motoren) we naar Ile d’Yeu. Een van onze favorieten. Het wordt een fietsdagje in het zuidwestelijk deel van het eiland. Dat bestaat vooral uit halfverharde paadjes, waaraan zomerhuisjes staan, allemaal wit met een rood dak, de een wat groter dan de andere, maar allemaal in dezelfde stijl, soms in het bos, soms in wat opener omgeving. En vaak met een oude "voiture" erbij.

 

Uiteindelijk belanden we bij een heel mooi strand, la Vieille, een beschutte kom tussen wat rotsen, waar ook een aantal boten voor anker liggen.

 

Bijzonder is dat er op het hele eiland maar op een paar plaatsen horeca is. Bij dit strand staat in het hoogseizoen dan nog wel een kar, waar je ijs, drank of een sandwich kunt kopen, maar verder is het raadzaam eten en drinken mee te nemen.

We hebben een dag later een mooie zeildag naar Pornic. We gokken op een winddraaiing bij de ingang van het vaarwater tussen een eiland en het vasteland van Ile Noirmoutier , en dat komt helemaal goed uit. En we kunnen rechtstreeks koers zetten naar Pornic. Routering succesvol! 




We meren af in Pornic, ook weer een van onze favoriete plaatsen.

 
 
Hier is, vinden wij, een van de leukste terrassen aan de Franse kust, de Fraiseraie, een crêperie annex ijssalon. Onder de bomen, hooggelegen, met zicht op de droogvallende rivier ligt het terras, dat in een blog van een van de voorgaande jaren staat. Zie de drukte bij de ijssalon.
 

 

We vallen voor een crêpe met cider, een perfecte Bretonse combinatie.

We liggen vrijwel in de haveningang afgemeerd, dus wat hobbelig water als er in- of uitgevaren wordt. Naast ons meren Fransen af. Er wordt niets gezegd, geen oogcontact gemaakt, en ook verder op z’n Frans afgemeerd, d.w.z. de boeg van de boot trekken ze zo dicht mogelijk tegen onze boot aan en de achterzijde waaiert dan maar uit. Daar hebben we maar een stokje voor gestoken, denkend aan onze nachtrust. We willen graag wat lengte en speling op de lijnen.

Van Pornic zeilen we de volgende dag naar la Turballe. De voorspelling van de weerpredict-app komt precies uit. We krijgen winden uit allerlei hoeken en allerlei sterktes, landwind komt vlagerig door. Het houdt ons lekker bezig. De kust ten westen van Pornic is erg mooi. Tussen het groen staan oude villa's met ommuurde tuinen tot aan het strand. We verbeelden ons dat dit grote familiehuizen zijn die vooral 's zomers gebruikt worden.
 
 
 
Een heerlijke zeiltocht met, zoals gebruikelijk deze reis, warm zonnig weer. Onderweg zien we ook nog vissers in span vissen. Dat zie je niet vaak.


 

Heel even was er helemaal geen wind [we zaten in het oog van een hoog(je)], en dan… kan je bijv. gaan lezen.


La Turballe is een visserijhaven met een goed voorziene marina met zelfs broodbestelservice, maar la Turballe zelf is niet zoveel aan. Het heeft wel een héél mooi strand, dat langs de hele baai loopt. Met dit mooie weer is het een genot om de langs het strand de 7 km naar Pen Bron te lopen. Een derde van de wandeling gaat over het naaktstrand. Word je ook niet vrolijk van wat daar allemaal te zien is.........We steken Van Pen Bron met een primitief veertje over naar het gezellige Croisic, drinken daar een biertje en lopen weer terug.





 
In Croisic kan je met een scherp jacht met enige diepgang alleen aan een mooring liggen.  



 

In Turballe zien we een modern minitransat bootje met daggerboards en een vreselijk diepe kiel met de kraan gelift worden. Een vrouw is druk bezig de boot in orde te maken. Hoe je op zo’n beweeglijk racemachinetje tijdens een overtocht op de Atlantische oceaan nog aan je slaap kan komen is ons een raadsel.


Met alweer mooi weer zeilen we naar Tréhiguier, een plaatsje aan de monding van onze thuisrivier, de Vilaine. Daar pikken we een van de vier bezoekersboeien op. Het ligt daar leuk. Uitzicht op het kleine vissersplaatsje én op de stroom zeilboten die de Vilaine op en af vaart.


Een visser keert - hopelijk met vangst - weer terug aan de mooring.
 
Veel om ons heen valt droog, wij blijven net drijven.


En dan varen we de volgende dag verder om door de sluis bij Arzal te gaan. Het is laag water, beetje eng of we gaan vastlopen, maar volgens de berekeningen moet het lukken. Onderweg zien we wel de boeien van de vaarweg die soms op het droge liggen….We gaan er van uit dat de rivier de buitenbochten uitslijpt, waardoor deze het diepst zijn. En dat blijkt goed uit te pakken.


En dan is onze super mooi weer tocht vrijwel ten einde. Nu opruimen, zoeten van de boot/zeilen etc., en genieten van het leven in La Roche Bernard!


 
 
 

maandag 8 juli 2019

Nautische uitdagingen

Een zeiler staat regelmatig voor het dilemma dat hij eigenlijk wil varen, maar dat vanwege het weer of andere omstandigheden dat ook niet helemaal OK is. Dat hebben wij in CB (Capbreton). We willen weg uit die deprimerende omgeving, maar dat kan morgen door het hoog water alleen vóór vijf uur ‘s ochtends (twee uur na HW)! Tja, dat is wel heel erg vroeg. Maar voor pleit ook dat er langs de kust geen schietoefeningen zijn die je dwingen om tientallen mijlen uit de kust te varen en dat een gunstige wind voorspeld is. Dus gaan we. In het donker en, zoals geadviseerd wordt, met grootzeil op varen we motorend door het toegangskanaal. Het is pikkedonker en je ziet de wallekant nauwelijks. Om het voor ons nog spannender te maken liggen er in dat kanaal allerlei ondieptes waardoor je van links naar rechts moet crossen, ongemarkeerd, maar op basis van een kaartje in een folder. We varen vlak langs de noordpier om maar niet bij vallend water vast te lopen. Net buiten de ingang belanden we in grote golven, maar dat duurt niet lang, want zodra we in de 'kloof' varen, wordt het weer rustig. Poeh dat was even spannend, zo in het donker.


We zeilen langs de kust van Les Landes. Net de kust van Noord Holland. Een lange duinenrij met strand. We zien nog wel wat defensiematerieel opgesteld staan, waarschijnlijk voor de schietoefeningen, ook met raketten.

 

De ingang van het bassin van Arcanchon is weer zo’n uitdaging. Daar moet je ongeveer 1,5 voor HW zijn. Het is een ingang tussen zandbanken door. En die verplaatsen zich ook regelmatig. Op de foto loopt de ingang tussen de twee eilanden door van links naar rechts.

De invaart loopt tussen de twee zandbanken door.

We melden ons bij de semafoor van defensie voor het laatste nieuws. Zij zitten in een toren op de punt van Cap Ferret bij de ingang.


Een Fransman had ons in Spanje al de recente coördinaten van de boeien doorgegeven en die klopten nog. Het is overigens goed bebakend. Om aan te geven hoe snel zaken veranderen (of de kaartfabrikant laks is met aanpassingen) een foto van onze plotter met navionics kaart. De zwarte lijn die dwars over de bank gaat, is de actuele geul. De geul volgens de kaart (die een maand geleden geupdate is) loopt via de op de kaart staande betonning. Dat is nu inmiddels zandbank geworden.


Het bassin van Arcanchon is een soort meer met open verbinding naar zee, waarlangs allemaal kleine plaatsjes liggen met Arcanchon als centrum.


 

We meren daar af in de grote jachthaven, maar voor zeilende gasten hebben ze niet zoveel plaats. Het is vooral een motorbotenhaven. Wachtlijst: 22 jaar. Daarom ook deze manier van stallen:


Arcanchon is een levendige luxe badplaats, met een enorm lang strand. Er wordt veel aandacht besteed aan de openbare ruimte. Mooie fietspaden, boulevards, parken. In de wat hoger gelegen wijk Ville d’Hiver staan langs slingerende wegen prachtige oude panden, smullen voor een architectuurliefhebber. We fietsen hier doorheen, in de schaduw van de bomen. Overigens zien we zulke panden langs de hele beboste weg van de stad naar de ingang van het bassin.


Bij eb valt het meer voor een groot deel droog. Dan komen alle oesterbedden boven water.



Grote bezienswaardigheid is het ‘Dune de Pyla’, een duin van meer dan 100 meter hoog. Als je bovenop staat, lijkt het net alsof je hoog op een skipiste staat. De achterzijde loopt behoorlijk steil naar beneden. Ondanks de warmte gaan we de uitdaging aan. We laten de trap links liggen en gaan over het duin naar boven. Vandaar hebben we een spectaculair uitzicht op de omgeving, het waddenachtige entree van het bassin, de stad en de achter het duin liggende bossen.


 

We maken ook een dagtripje met de ferry en onze fietsen naar het schiereiland Cap Ferret .


Hier heerst een echte eilandsfeer, beetje primitief. Onderweg krijgen we – voor het eerst – een lekke band. Het plakken geeft geen duurzaam resultaat en we blijven verder in de buurt van de afvaart van de ferry.


Al met al is het hier een heerlijk verblijf. Maar wat wil je met zulk mooi weer.
 
 
We gaan weer verder. Na het raadplegen van 5 weersites en verschillende weermodellen gaan we vrijdag op pad, voorspelling 3-4 Beaufort en geen onweer in de voorspelling. Ook de semafoor geeft aan: rustig weer. Het is 105 mijl naar La Rochelle, dus willen we wel goed weer en goede windrichting hebben. Als je het bassin eenmaal uit bent kan je door de stroom, getij en diepte niet meer terug en met slecht weer is de Gironde ook geen goede uitwijk. Om 6 uur 's ochtends gaan de trossen los.

Aanvankelijk was het rustig weer, maar gaandeweg draaide de wind naar noord, pal tegen dus, en liep op naar 5- 6 Beaufort met bijbehorende opbouw van golven. Gelukkig is er geen deining. Inmiddels is de hele Golf van Biskaje ook gevuld met onweersbuien, waarbij het onduidelijk is of ze zich naar het noorden of oosten verplaatsen. Met de app van weerplaza kunnen we ze met twee klikken goed volgen…. We lopen ze mis.

 
 
Met twee riffen (af en toe eruit en weer erin) en de motor bij stampen we richting La Rochelle, met af en toe een periode van wegvallende wind, goed voor bijvullen van de dieseltank, doen van een afwas en eten maken. Na 150 mijl komen we daar om 5 uur ‘s ochtends, nog net in het donker aan. Bij het krieken van de dag tollen wij onze kooi in. Dat was me het dagje wel, even ''24 uurs-en" noemen we dat. Dan komt de ervaring van de winderige edities van de 24 uurs race goed van pas.

Onze daagjes in La Rochelle vullen we met fietstochten en wat lummelen, de was etc. En we kijken onze ogen uit hoeveel > 40 voet catamarans van Pajot hier gebouwd worden en aan onze steiger worden afgewerkt voor oplevering. Hele bouwwerken zijn het. Waar gaan ze allemaal naar toe?
 
Het is deze dagen weer erg warm. We smeren eindeloos met zonnebrandcrème. We hebben behoefte aan stormvaste zonnehoeden en die schaffen we hier in een van de watersportzaken aan.


 

 

maandag 1 juli 2019

Afscheid van Baskenland met een hittegolf

Met mooi zonnig weer kruisen we tegen een NO 3 wind in naar het 10 mijl verderop gelegen San Sebastian. Fleecevestje nog aan, maar eenmaal in de schitterende baai van San Sebastian slaat de hitte ons tegemoet.



 
 
Het megalange strand ligt tjokvol mensen, hoe houden ze het uit?
 

San Sebastian heeft een kleine haven voor autochtonen, maar daar ligt nu ook een mooie steiger met alles erop en eraan voor plezierjachten. 14 Boten kunnen er max 2 dagen liggen, en onze Pintail ligt daar nu ook. Aan de voet van de oude stad. Klasse! De Baskische overheid heeft er ook nog een zeer goed uitgevoerd havengebouw neergezet met prima douches. Dit haventje ligt – op de foto – voor de rechter witte huizen:


 
Onze tweede dag in deze stad met 180.000 inwoners wordt een fietsdag. Het zal 36 graden worden. Pff. Zolang we maar fietsen gaat het goed. Er liggen overal keurige fietspaden. Ook hier imposante gebouwen.
 
 
Een fraaie lange boulevard met zelfs een barometerklok.



Centraal in de oude stad is een groot plein, zoals we dat ook al eerder in Spanje gezien hebben. De ramen/balkons zijn allemaal genummerd. Waarom vroegen wij ons af? Vroeger waren hier stierengevechten en je kon dan een balkon en kamer huren om dat te aanschouwen.


In de oude stad is het zowel overdag als ‘s avonds een drukte van belang. Overal toeristen. Dat is weer even wennen voor ons. De pintxosbarretjes puilen uit. Enorme uitstallingen van lekkere hapjes op de bar. We zoeken een wat rustiger straatje op voor onze pintxos.


Als we terug lopen naar de boot begint het weer aardig te waaien en als we uiteindelijk bij de boot zijn, staat er weer een dikke windkracht 7. Vanuit zee komt er dan een massieve donkere wolk over de heuvel binnen drijven, loodgrijs van het vocht. De Galerna komt eraan. De barometer is dan al in drie uur tijd gestaag gevallen met 3 hPa. Vanuit een wiebelende boot maak ik deze foto van die wolk. Na ongeveer een uur is het dan weer rustig.


We zagen tot nu toe veel ‘Belgen’ varen, vooral in motorboten. Frits heeft een eigenaar gevraagd hoe dat zit, want het zijn allemaal onmiskenbaar Spanjaarden. Hij vertelde dat ze in Spanje als booteigenaar aan veel regels moeten voldoen, veel inspecties, bijv. van de drinkwatertank, moeten laten verrichten en dat kost veel geld. Boetes zijn hoog. Deze man had in zijn haven de Belgische route bedacht en inmiddels waren er in zijn haven al 18 ‘Belgen’. Maar dat zou niet lang meer duren, want de Belgen eisen nu dat je een minimale periode in België moet wonen. En nu dacht hij erover om maar onder Nederlandse vlag te gaan varen! Dat wordt wat. Wij hebben helemaal geen registratiesysteem.

De volgende dag zeilen we kruisend in zwakke wind naar Hendaye, een Franse plaats die aan een rivier ligt met aan de overzijde het Spaanse Hondarribia. De invaart is verrassend mooi.


 
Waar vind je dit nou, een haven achter de palmen?


 
Aan land wordt het weer zeer heet, 37 graden, voor hier ook extreem. We doen niet veel anders dan in de schaduw een boekje lezen. En heel veel water drinken. Ook nu zwelt de wind ‘s avonds rond 10 uur aan tot 6 Bft. We raken eraan gewend.

Hendaye is vooral een rustige badplaats, met aan en achter de boulevard mooie woonhuizen.


Met het veerbootje steken we de volgende dag de rivier over naar Hondarribia. Wat een juweeltje van een plaats. De horeca speelt zich af in de visserswijk, waar de huizen (van oudsher) geschilderd zijn in de kleur van de bijbehorende vissersboot. Hier is het druk.


 
Daarnaast is het een Middeleeuws ommuurd stadje. Hier nu weinig toeristen. We lopen genietend rond. Wat een mooie oude panden met enorme overstekken, soms straalt de rijkdom er van af.


 

Buiten de stadswal hebben we zicht op de glooiende uitlopers van de Pyreneeën.


 
We vinden het een topplek. En de temperatuur doet leuk mee, ‘slechts’ 25 graden. Heerlijk.

We raken op een terras in gesprek met een Baskische vrouw. Zij vertelde dat ze pas in 2018 het gevoel kreeg vrij te zijn. Altijd die angst voor aanslagen en afpersing door de ETA. Haar ex-man, politieman, moest altijd eerst onder de auto kijken of er geen bom was aangebracht. Het verdeelde families. Nu resteert nog de wens/eis om gevangen ETAleden vrij te krijgen. Vandaar ook al die spandoeken die we steeds zien.
Wat recent allemaal. Voor ons is vrijheid zo gewoon.

Met het verlaten van Spanje moeten we ook afscheid nemen van de kanaries. We worden nl voortdurend begeleid door gezang van kanarietjes vanuit hun aan de huizen opgehangen vogelkooitjes. Erg vrolijk.


Van Hendaye varen we naar het 25 mijl noordelijker gelegen Capbreton, aanvankelijk bij gebrek aan wind op de motor, maar halverwege komt de wind door en kunnen we zeilen.

Capbreton is een nautische uitdaging. Tot 0,3 mijl voor de ingang loopt een onderwaterkloof vanuit de Atlantische Oceaan, en op een afstand van 0,7 mijl van het havenhoofd is de diepte al 100 meter. Zodra er deining is of aanlandige of noorden wind ontstaan er aan de randen van die kloof behoorlijke steile golven, die tot in de smalle haveningang lopen. De lokale zeilers gaan dan ook alleen onder (groot)zeil de haven in en uit.


 
Daarbij kan je er alleen rond hoog water in vanwege de (on)diepte. En staat er veel stroom, omdat het een riviermonding is.

Gelukkig zijn de omstandigheden bij aankomst goed en kunnen we probleemloos naar binnen.


 
Maar het plaatsje zelf komt als een wat vervallen volkse badplaats over. Zelfs het crêpe-je dat we eten smaakt naar karton. Frits wordt van het geheel zo depri, dat we het na die dag alleen nog maar over CB hebben. De naam krijgt hij niet meer uit zijn mond, ook omdat het uitvaren uit de havenmonding om 5 uur in de morgen geen feestje was. Geen aanrader dus voor andere zeilers.

Inmiddels liggen we in het prachtige binnenmeer van Arcachon. Ook een uitdaging om daar binnen te komen. Hoe de tocht van CB naar Arcachon verliep komt in het volgende blog.