Op het eilandje Groix maken we nog een mooie fietstocht. Einddoel is de
baai van Locmaria aan de zuid-oost kant van het eiland.
Groix was vroeger
een van de belangrijkste tonijnvisserij havens. Hier staat de eerste visserijschool van Frankrijk aan dit piepklein haventje (school is niet in beeld)
Op zee zien we nog een van de weinige in de vaart gehouden tonijnviskotters met haar lange zijwaartse
“hengels” vissen.
Wat merken wij nu
van de coronamaatregelen?
In de havens is de
Brexit al begonnen. Door de corona-situatie in Engeland mogen de
Engelsen, die hier normaal in groten getale varen (zoals bij ons de
Duitsers), nog niet Frankrijk in. Op het water is het nog rustig. Er
staan veel boten op de wal. Ook de Fransen zijn kennelijk wat
terughoudend of hebben nu geen tijd meer om te zeilen. In
havenkantoren en in sommige winkels is het verplicht een mondkapje te
dragen. Dat is onze vaste uitrusting die we meenemen als we de wal op gaan. Elke
havenmeester heeft er een masker op, soms zelfs een heel plastic scherm voor
zijn of haar gezicht. En verder natuurlijk de looproutes en gellen. Goed geregeld dus, maar ondertussen zie je wel
drommen Fransen dicht op elkaar zitten of lopen. Zoals bijv. in de
ommuurde stad van Concarneau, waar wij na Groix naar toe gezeild
zijn. We zijn daar gauw omgekeerd en zijn op maandag teruggekomen,
toen het een stuk rustiger was. Overigens loopt een deel van de Fransen permanent met een mondmasker op.
Voor Concarneau
worden we opgelopen door een aantal racertjes, zoals deze foilende
zeilboot.
De jachthaven ligt op een mooie plek aan de
voet van de oude ommuurde stad.
Na een extra dagje
Concarneau varen we naar het vlakbij gelegen Port la Forêt. Een
rustige beschutte haven met prima sanitair, waar ook veel
nevenbedrijven (motor/zeilmaker etc) gevestigd zijn. Vanuit de haven
is het een mooie wandeling naar het dorpje
Woensdag zeilen we
met een mooie WZW wind 4-5, deels aan de wind, en met af en toe een
sprietsbui, naar St. Marine aan de rivier de Odet.
Bij de ingang
krijgt een hele groep kleine kinderen les in een minicatamaran.
Soms eindigt zo’n
zeilcarrière in een dergelijk schip als de Macif (gezien in Port la Foret).
We besluiten de
rivier zo ver mogelijk op te varen. Prachtig. In het eerste gedeelte
liggen veel schepen aan moorings, later wordt het smaller. De oevers
van de rivier zijn rotsig met bossen erop.
Op diverse plaatsen
staan landhuizen of kastelen tussen het groen.
Omdat we toch wel
weer wat buien over ons heen krijgen besluiten we in de haven af te
meren. Dat ging wat lastig omdat er een sterke diagonale stroom langs
de passantensteiger liep. Uiteindelijk goed afgemeerd en het dorpje
nog even bezocht. Het stukje langs de oude haven is erg leuk.
De komende dagen is
ons dagelijks werk het bestuderen van de zich regelmatig wijzigende
weerberichten om op een gunstig moment door de Raz du Sein te zeilen,
een van de twee stroomgaten aan de punt van Bretagne.