Zo
rustig als we op de Helford river hebben gelegen, zo onstuimig is ons vertrek.
De wind was naar oost gedraaid en dat geeft nogal wat deining. De boot
schommelt naar hartelust achter de mooring. We vertrekken dus maar snel en
komen in de riviermonding en tot ver daarbuiten in hoge ‘wind tegen stroom’
golven terecht, nog versterkt door de deining die op de ondiepe wateren stuk
slaat. Er staat ook geen wind die nog wat druk geeft in de zeilen, zodat we
alle kanten opstuiteren. Uiteindelijk belanden we – gepland – weer in Falmouth waar
we gebruik maken van de wasmachine, het drinkwater en de stroom.
In
de lange en gezellige winkelstraat bemachtigen we een nieuwe rookmelder (de
oude heeft de rook van Duinkerken niet overleefd, als de batterij erin
geplaatst is, loeit ie nog steeds!) en plakletters in een winkel van Sinkel ter
grootte van de V en D, vier verdiepingen hoog, maar dan ingericht als een
outlet met echte magazijnlucht, de Trago. We waren onder de indruk van wat ze
allemaal hadden, tot kwaliteitsgereedschap en fietsonderdelen aan toe. Dus zeilers, als je iets bijzonders nodig hebt...
Woensdag
is er geen wind en we besluiten nog een dagje te blijven. Een ferry brengt ons
naar de overkant van de rivier, naar St. Mawes, een oud vissersplaatsje dat nu is
omgebouwd tot luxe cottagedorp. Alles ziet er prachtig uit. Op aanraden van de
havenmeesteres wandelen we naar St. Just, een paar mijl verderop aan de rivier,
maar op de heenweg verdwalen we in de op de heuvels gelegen weilanden.
Uiteindelijk
belanden we dan toch in St. Just voor de tea, maar helaas… er is geen pub of
zoiets, dus we houden het bij ons eigen water. In St. Just staat een kerkje uit
de 13de eeuw aan de rand van
een kreek. Zeer oude graven liggen daar vredig onder de palmen aan de rand van
het water. Een heel bijzonder plekje. Naast de kerk staat een eenzame palm.
Ook
van binnen ziet het kerkje er prachtig uit. Bij
alle bankjes hangen knielkussens die in kruissteek geborduurd zijn.
En
overal hangen bloemen, zelfs een guirlande boven de ingang buiten. En voor ons
pensionado’s ligt er nog een stichtelijk woord.
Met
vermoeide voeten laten we ons door de laatste ferry weer terug brengen. Aan
boord lezen we over de hittegolf die een groot deel van Europa teistert. Nou,
ons niet in elk geval. Onze temperatuur is deze vakantie nog niet boven de 22
graden geweest.
Van
Falmouth varen we weer naar Fowey. Wat een mooie kust is dat!
Vanuit
Fowey reizen we de volgende dag een uur per bus naar de Lost Gardens of
Heligan, oude herontwikkelde tuinen vlakbij het toeristische oude
vissersplaatsje Mevagissey. In de lost gardens is weer veel moois te zien, o.a.
deze rododendrons ter grootte van bomen
en
deze mudmaid
die
elk jaargetijde andere 'kleren' aan heeft. Vanuit de tuin hebben we een mooi uitzicht
op Mevagissey. De klaprozen op de voorgrond vormen een monument voor de
gevallenen in W.O. I. , maar er kwamen te weinig op.
In
Mevagissey eten we ‘s avonds. We missen bijna de bus terug, omdat we aan de
praat waren geraakt met Engelsen aan de tafel naast ons. Laat steken we met ons
bijbootje de rivier weer over. Het bijbootje heeft nu ook de naam van onze boot
gekregen.
Met
een prachtige zonnige halvewinds zeiltocht (na alweer een bumpy ride door de
rivieruitgang met stroom tegen wind golven te hebben ondergaan) zeilen we de
volgende dag naar Plymouth, een wat grotere stad.
waar we de boot afmeren in de stadshaven, de
Sutton jachthaven
met een overnachtingsprijs is 80 euro. We hebben daarvoor wel een
leuke borrel aan boord bij een Nieuw Zeelander, die ’s zomers op zijn boot
woont, en zijn partner die afkomstig is uit Falmouth. Wij hebben nu al diverse
malen gehoord dat de cottages in al die leuke kustplaatsjes – als buitenhuis - worden
opgekocht door ‘Londoners’, waardoor de huizen voor de eigen inwoners te duur
worden en de dorpjes buiten het zomerseizoen uitgestorven zijn. We zien ook
heel veel van die huisjes ‘for rent’ staan. Een slechte ontwikkeling.
De
volgende dag, zondag, waait het te hard uit de verkeerde richting, zodat we in
Plymouth blijven. Zelfs op zondag is het een drukte van belang in het oude
stadsdeel, de Barbican, met zijn vele kroegen, winkeltjes, en kasseien. Heel
gezellig allemaal. De
fish en chips tentjes doen goede zaken.
In
de supermarkt liggen veel ‘low fat’ producten, maar de gefrituurde hap is hier erg populair.
’s
Middags verkassen we naar een andere goedkopere haven, waar we eigenlijk veel
beter liggen en daar blijken de weersvooruitzichten voor de komende dagen
slechter dan eerder voorspeld. Een langer verblijf in Plymouth dus. Van het
vriendelijke havenpersoneel hebben we een hele tas met informatie over Plymouth
ontvangen, dus dat komt wel goed.