Met de Pintail op reis

Met de Pintail op reis
Pintail

woensdag 19 juli 2017

Franse vakantiedrukte


Van Ile de Ré zeilen we zo’n kleine 30 mijl naar Les Sables d’Olonne, waar we al eerder waren. Het is een prachtige zeiltocht, aanvankelijk aan de wind, maar later valt de wind wat ruimer in. Zonnetje erbij, heerlijk. Nog wel een onrustig zeetje, een “mer peu agitée”. We blijven hier een dagje extra, omdat er veel wind en deining voorspeld is.
We borrelen en koffie-en wat af met de bemanningen van de Fleurie, Rolix,Valentijn en Hartstocht, die hier alle liggen. 
We fietsen een heel eind langs de (bebouwde) kust van Les Sables.

In een klein meertje achter de boulevard krijgen kleine kinderen zeilles in optimisten met een minizeil. Kunnen ze hun hoofd ook niet stoten bij een klapgijp! Het ziet er kleurig uit. In elke plaats wordt overigens uitbundig zeilles gegeven, ook buiten de schoolvakanties. Zeilles is hier langs de kust zoiets als gymles. 

Het is inmiddels overal erg druk geworden, niet alleen in de havens, maar ook op het land, zeker als er ook nog een groot strand aanwezig is.

Aan de wind zeilen we de volgende dag naar Saint Gilles Croix de Vie. De ene plaatsnaam is nog mooier dan de andere. Het is er toeristisch, dus druk, maar het plaatsje heeft – behalve de mooie naam - niets bijzonders. De invaart is bij aanlandige wind spectaculair (dus af te raden), maar wij varen vrij rustig naar binnen. Martien van de Valentijn heeft vlakbij de haven nog mooie foto’s van ons gemaakt, als kroon op deze heerlijke aan de windse zonnige zeiltocht.

Met de Valentijn en de Hartstocht liggen we de eerste dag in een pakketje.

Wat we nog nooit hebben meegemaakt: drie havenmeesters meren de boot voor ons af. Het is niet de bedoeling dat je hier zelf de landvasten aan de wal vastlegt, en….erg Frans, teruggeven van lijnen, zodat je ze zelf kan bijstellen, is er ook niet bij. Ze klauteren van boot tot boot tot we alledrie geheel vastliggen. De volgende ochtend krijgen we ook nog een croissantje van de haven. Wat een service. Past wel bij zo’n mooie plaatsnaam. En dat alles terwijl we niet eens liggeld betalen met ons passeport escale. Op vertoon van dit kaartje, dat behoort bij onze stalling op de wal in La Roche Bernard, kunnen we in bijna alle havens twee nachten achtereen gratis liggen.

Even een tussensprongetje over de Franse boot en het afmeren op z’n Frans.
Veel boten hebben een hele stellage achterop, waaraan de bijboot hangt, zonnepanelen, antennes en bimini zijn bevestigd, maar soms ook de was te drogen hangt. We vinden dat niet mooi, maar het is hier wel praktisch. Afmeren gaat hier meestal aan vingersteigers, maar als de wind of stroom dwars staat, kan dat wel eens problematisch zijn. Hoe lossen ze dat op? Door permanent met een boegstootwil te varen, zodat ze de boot gewoon tegen de steiger aan zetten en dan pas landvasten aanbrengen.

Dikwijls heeft men bij het afmeren de landvasten nog niet paraat.. Ze worden nog opgediept uit een bakskist, zitten in de knoop etc. Als er langszij wordt afgemeerd, dan bij voorkeur geen springen, of veel te los, en als het even kan de punten naar elkaar toe trekken. De – zwabberende - pakketjes naast elkaar afgemeerde schepen lopen dan ook vaak rond uit. En verder wordt alle ruimte benut op gezag van de havenmeester. We liggen op de eilanden vaak langszij en begrijpen niet dat de voor- of achter ons liggende boot ons nog niet geraakt heeft. Er zit soms maar 10 a 20 cm tussen. Als we er af en toe iets van zeggen tegen een rondvarende havenmeester is de vraag: wat is dan het probleem? Tja, zij zien gewoon geen probleem.

De volgende dag verkassen we naar de gastensteiger langs de rivier de Vie. Het is er smal en het kan er bij eb hard stromen; bij laag water liggen de bootjes aan de overzijde op het droge.

Op 14 juli, nationale feestdag,  is het een hele drukte. Frits is ook druk, maar dan met de reparatie van de stekker van de navtex (apparaat om o.a. nautische weerberichten te ontvangen).

’s Avonds kunnen we vanaf de boot het vuurwerk goed bekijken.
Zaterdag 15 juli is een zonnige dag, maar op het water is het koud. Vooral als de wind wat meer doorkomt. We motoren eerst en later zeilen we naar Ile d’Yeu. Er is nog veel plaats, maar aan het eind van de dag zijn we helemaal ingebouwd. Uiteraard, met de minimale afstanden en rondlopende pakketjes.
Zoek de Pintail (tip: clubvlaggetje in top)
De vuilwatertank werkt nog steeds niet goed, is ergens volledig verstopt. Gedoe dus. Frits besteedt er de hele middag aan om de enige slang die hij nog niet vervangen had, schoon te maken. Zat volledig dicht. Daarna grote schoonmaak, want bilge en natte cel hebben er wat onder geleden. Maar nu is het probleem echt verholpen.

We blijven drie – erg warme - dagen op Ile d’Yeu, het eiland van de tonijnvissers.


We zwemmen in zee en we maken een mooie fietstocht (de vendée-route), die over halfverharde wegen voert, waar alleen de aanwonenden met een auto mogen rijden.  Die auto’s zijn dan dikwijls een heel oude Renault-4, Lelijke Eend of een Citroen Mehari. Strandjes, rotsen en bossen wisselen elkaar af.

En daar tussendoor vakantiehuisjes in de typische vendéestijl; klein, dikwijls alleen begane grond, wit, bijna plat rood dak.

 Hier brengen we ook een paar avonden door met Marjan en Jaap van de Illusie. We lagen beiden met onze boten in Ketelhaven en nu op de Vilaine.

Met een mooie ruime wind vertrekken we naar Pornic, dat iets ten zuiden van de Loiremonding ligt. Een mooi plaatsje met grote oude panden aan het water. De wind doet onderweg van alles, uiteindelijk hebben we wind uit alle richtingen gehad, variërend van windkracht 6 tot 1. Deels was het dus motoren. Het is op dit traject beslist niet druk op het water. Pornic ligt wellicht iets teveel in een uithoek. ’s Avonds bezoeken we de wekelijkse avondmarkt langs de oude haven.

Na een lange periode van warm weer met blauwe luchten en zon zitten we nu in het grijs en wat gesputter met voor de komende dagen veel wind en hoge deining. Dus even pas op de plaats. Mooi tijd voor binnenklussen en ...het bijwerken van het blog. Over een paar dagen lijkt het Azorenhoog er weer aan te komen.