Via La Turballe zijn we in La Trinité-sur-Mer terecht gekomen, waar het vlaagt en regent. Een goed moment voor een terugblik op ons Spaanse avontuur.
Ter
informatie voor anderen die hierheen willen varen geven we nu een wat langere
tekst over onze ervaringen. Deze zijn beperkt tot de provincies
Asturië en Galicië, van Ribadesella tot vrijwel aan de Portugese
grens (Baiona). Baskenland hebben we niet aangedaan.
De
bevolking vonden we heel erg vriendelijk en hulpvaardig, maar men spreekt
nauwelijks Engels. Het levensritme ligt ons wel, ze werken van 10.00
tot 14.00 uur en van 17.00 tot ongeveer 20.00 of 22.00 uur (het
daglicht klopt ook niet met de tijdzone. De ria’s liggen net zo
westelijk als het westelijkste puntje van Ierland; eigenlijk dus op
minimaal de Engelse tijdzone). De hele middag zijn de winkels dicht.
Dat is wel eens lastig. De horeca gaat wel de hele dag door, dat spreekt
ons zeer aan, en geeft veel gezelligheid. In de meest kleine
gehuchtjes is altijd wel een barretje te vinden waar je ongeacht het
tijdstip, wat kan drinken en eten. De cultuur van de tapas, die vaak bij
de koffie en de drank gratis worden aangeboden, komt erg gastvrij over. Eten
en drinken is hier erg goedkoop, voor wijn of koffie 1 tot 1,50 euro,
en dan krijg je er zelfs tapas bij.
Het eten is vrij basic, als je vis bestelt, wordt die meestal perfect en puur klaargemaakt, dan heb je ook heel wat vis op je bord met hooguit wat aardappel. Aan veel groente doen ze niet , lijkt het.
Men
neemt ook alle tijd voor je, ook als je op straat of in de winkel
iemand wat vraagt.
Het
gebied is nog weinig toeristisch en daardoor erg authentiek, zeker
als je wat het achterland in wandelt of fietst. Als er al toeristen zijn,
dan zijn dat vrijwel altijd Spaanse. In de jachthavens lagen we
dikwijls met gemiddeld 6 andere bezoekende jachten, vaak Frans of
Engels/Iers. Dat betekent dat we op het water ook weinig andere
boten zagen, behalve dan wat kleinere vissertjes, en dat je snel contact had met die paar medezeilers.
Het
een en ander is hier goed geregeld. Mooie, goed onderhouden wegen,
strikte afvalscheiding, schone straten zonder hondenpoep (ook de
toiletten tot in de kleinste barretjes zien er picobello uit), veel
ondergrondse parkeergarages in steden en badplaatsen. Ook het OV gaat
keurig op tijd. Wat over-geregeld is, is het inchecken bij de havens.
Deze zijn verplicht om gegevens uit onze paspoorten, ICP en
verzekeringspolis en onze vertrek- en geplande volgende haven in een
systeem te zetten dat door wel zes instanties te raadplegen is. Bijna
altijd maken ze ook kopieën van deze documenten. Uit privacy-oogpunt
niet zo prettig. Tip: thuis veel setjes kopieën maken met deels
afgeschermde gegevens.
Het
is niet moeilijk navigeren. Of het specifiek dit jaar betreft weten
we niet, maar we hadden vaak erg weinig wind, zodat de motor overuren
heeft moeten maken. Dat gevoegd met de altijd aanwezige deining,
maakt dat we regelmatig erg schommelden en/óf de zeilen heen en weer
klapperden, zodat we deze maar streken. Voor het zeilen zit je beter
in Bretagne.
Er
zijn veel havenplaatsen met goede marina’s met ruim voldoende
plaatsen voor bezoekers. De boxen zijn erg breed, mogelijk om het
gevaar van tegen elkaar komende boten/masten in geval van
binnenrollende deining te pareren. De havens zijn allemaal hetzelfde
uitgevoerd, drijvende steigers met voldoende lange vingers, afgezet
met rubber, en daarop veel makkelijk te beleggen klampen. Perfect dus. Tevens water en elektriciteit. Meestal staat er ook
al een havenmeester klaar om te helpen afmeren. Het inchecken mag vervolgens best wel “mañana”. Vaak spreken ze alleen Spaans. En elke
steiger zit achter slot en grendel. Is wel eens lastig want als de
havenmeester siësta heeft als je aanlandt, kan je de steiger bij
gebrek aan sleutel niet meer op, als je eraf geweest bent. En altijd
eraan denken dat je de sleutel weer inlevert. Een tegenstelling tot Frankrijk waar iedereen altijd elke steiger op kan.
Qua
weer was het voorjaar voor Noord Spanje uitzonderlijk koud en nat, het omgekeerde van Nederland; dat
merkten we op onze heenreis met regelmatig regen en vaak grijze luchten. In de zuidelijke ria’s was het
aangenaam warm, aan de noordkust blijft de temperatuur bij goed weer
beperkt tot een aangename 20 tot 25 graden. Prima doeweer. De noordkust heeft een
eigen dynamiek, de kust is vrijwel altijd nevelig, vanaf de zee
gezien hangt er altijd een grijze wolkenlaag boven het land, maar de
helderheid boven de zee strekt zich dikwijls (een deel van de dag) ook wel uit
over het land. Als we het weer in Gijon volgen, zien we daar wel heel
regelmatig regen vermeld staan. Dat was ook onze ervaring.
Aan
weerberichten doen ze vrijwel niet in de jachthavens. Eigen internet is een
must. Wij gebruikten voor het landweer de Spaanse app AEMET, voor het
nautisch weerbericht was deze onvoldoende specifiek. Wij gebruikten
daarvoor de Franse app van Meteoconsult Marine, waar voor de hele
Spaanse kust per gebied alle relevante gegevens worden gegeven. Ook
de app Windy (gebruikt bij de Volvo race) geeft een goed visueel
overzicht van wind, vlagen, neerslag, golven en swell, handig voor de
oversteek van de Golf van Biskaje. Dat geldt ook voor het programma
Zygrib.
Qua
bestemming is het een prachtig gebied met erg veel afwisseling. Van
Caribische omstandigheden
tot
ruige bergen
Wij
dachten dat we in zeer kleine dorpjes zouden terechtkomen, maar veel havenplaatsen hebben een behoorlijke omvang. En dan zijn er
natuurlijk ook de grote steden Gijon, La Coruna, Pontevedra, Santiago
en Vigo. De noordkust is erg ruig, sommige haventjes zijn alleen bij
gunstig weer aan te lopen, waardoor de vaar afstanden tussen de plaatsen
soms groot kunnen zijn. De hele noord- en noordwestkust is begroeid met
eucalyptusbomen. Bomen waarvan de bast van de boom afkrult. Bij het
binnenvaren van een ria, zeker bij wat vochtig weer, ruik je al
direct de specifieke eucalyptusgeur.
Onderweg zagen we regelmatig dolfijnen.
Bij
slecht weer kwamen een aantal plaatsen op de heenreis wat saai over,
maar op de terugweg was het daar dan een grote levendige bedoening.
Het weer en of je al dan niet buiten het vakantieseizoen bent, maakt
een wereld van verschil. Maar waar geldt dat niet? Van onze eigen
woonplaats op een regenachtige herfstdag word je ook niet vrolijk.
De
zuidelijke ria’s zijn allemaal verschillend. Hoe zuidelijker, hoe
minder beboste heuvels en hoe meer bebouwing.
de kleine ria de Cedeira in het noorden |
de sterk bebouwde ria de Vigo |
In
de ria’s kan je van dorpje naar dorpje varen, of ankeren. Dat
laatste hebben we maar een aantal keer gedaan, omdat we ook het (achter)land wilden
bekijken. In de ria’s zijn de vivero’s, de vlotten waaronder
mossels gekweekt worden, erg kenmerkend. Op de kaart is goed
aangegeven waar ze liggen.
En
wat viel ons verder op?
De
aandacht voor de verfraaiing van de openbare ruimte: veel
beelden, zelfs op de rots:
Sanxenxo |
en
bomen (tamarinde en hoge palmbomen) en planten.
Tamarinde |
Hoe
klein ook, elk plaatsje heeft een verzorgde boulevard, want een (niet
werkende) Spanjaard gaat om 18.00/19.00 uur aan de wandel over de
boulevard.
de dubbele boulevard van het kleine Muros |
Overal
staan kruisbeelden, soms zijn er zelfs routes van kruisbeeld naar
kruisbeeld uitgezet.
De
meestal stralend wit geverfde of kunststof voordeuren worden opgesierd door
blinkend "koper". Duidelijk het visitekaartje van de bewoner.
De
bouwstijl is zeer specifiek met de overhangende uitbouwen met de vele
kleine raampjes, die als een soort dubbelglas dienst doen.
Op
veel plaatsen is in het openbaar drinkwater te tappen, verder viel
het ons op tijdens onze fiets- en wandeltochten dat er uit veel
tuinen kleine blaffertjes achter het tuinhek tevoorschijn kwamen.......
En
dan… overal hoor je overdag knalvuurwerk, alsof er geschoten wordt.
Ons werd verteld dat dat verband houdt met een fiësta, maar dat
konden we niet geloven, dan moest er elke dag in de omgeving wel
fiësta zijn. Totdat we tijdens een fiësta de haven uitvoeren en er om
negen uur ‘s ochtends al een volwassen man op de slipway
knalvuurwerk de lucht in schoot.
Sommige
plaatsjes zoals Camariñas en Cudillero waren wat vervallen, er stonden veel huizen te koop of te
huur. We begrepen van een medezeiler die hier al jaren komt, dat die
plaatsen er voor de crisis veel welvarender hadden uitgezien.
Het was al met al een geweldige onderdompeling in de gevarieerde Spaanse cultuur en natuur,
die ons zeer goed bevallen is. Alleen het zeilen...daarvoor kan je
beter in Frankrijk of Nederland zijn, of was het daar deze zomer ook zo vaak windstil?