Met een heerlijk windje zeilen we naar het 5 mijl verder gelegen Zumaia. Het is rustig weer, maar anders zou de ingang van de haven wel een probleem kunnen zijn. We moeten nl vlak voor het strand naar stuurboord achter de havenpier indraaien. Dat is hier bij meer havens zo.
De
meeste havens worden geëxploiteerd door de Baskische overheid. De
havenmeesters lopen daar allemaal in knaloranje kleding en zijn al
van verre te ontdekken. Erg makkelijk.
‘s
Ochtends om 6.00 uur steekt er plotseling een harde wind (6 Bft) op.
Als ik even buiten kijk kom ik in hete lucht terecht. Alsof ik
een föhn in loop. 28 graden en dat in de vroege ochtend! Dat is een wind die uit het zuiden door
de bergen ‘tunnelt’ naar de zee. We snappen niet veel van het
ontstaan van al die rare winden.
In
Zumaia gaat Frits 2x de mast in met hulp van een wereldomzeilende
Engelsman. Een maal om te constateren dat niet het contactje van het
toplicht slecht is, maar de lamp zelf kapot is en de tweede keer om een nieuwe
lamp in te brengen. Hij strietste Frits zo snel naar boven dat zijn
hoogtevrees geen kans van slagen had om toe te slaan.
De
kust bij Zumaia is geologisch bijzonder. Ze noemen de spectaculaire
miljoenenjaren oude rotsformaties Flysch. De
rotsen zijn verticaal gelaagd.
Met
een grote omweg zeilen we van Zumaia naar het vlakbij gelegen
Getaria. Onderweg redden we nog mijn afgewaaide zeilpetje uit zee.
Een goede MOB oefening.
Petje moet nog drogen |
Getaria
is een gezellig en toeristisch plaatsje waar de horecaprijzen opeens
op Frans niveau blijken te liggen.
‘s
Avonds ruiken we de vele houtskoolvuren die buiten bij de restaurants
staan. Getaria heeft nog een functionerende visindustrie.
Getaria is ook het centrum van de niet uit te spreken Txakolina Getariako wijn. Een frisse licht mousserende wijn die in brede limonadeglazen geschonken wordt. En natuurlijk goed bij de vis past.