Met de Pintail op reis

Met de Pintail op reis
Pintail

donderdag 29 juni 2017

6. Mooie eilanden en gezellige steden

Na twee dagen in het mooie Pornic gooien we de trossen weer los. Bestemming: het 30  mijl zuidelijker gelegen (eiland)  Île d’Yeu. Na wat motoren kunnen de zeilen omhoog. Als we in Port Joinville, de haven van Yeu, aankomen, liggen er al heel wat boten.
het havenzicht langs het droogvallende deel van de haven

We meren voor het eerst  langszij bij een ander schip af, een Duitser die heel wat kustzeilers uit Hindeloopen kende. De wereld is klein. Vlak na ons meren Engelsen aan onze boot af. We helpen uiteraard en ze zijn daar zo blij mee dat we onmiddellijk op de gin tonic worden uitgenodigd. We hebben tijdens onze vakanties nooit over politiek gesproken, maar nu is het bij bijna elk contact met buitenlandse zeilers aan de orde van de dag. Zelfs de sluismeester in Arzal liep leeg over de wereldproblematiek (wel op de dag van de Franse verkiezingen).
Ook op Yeu blijven we een dag. Het is hier relaxed fietsen, vrij vlak met af en toe een heuvel. Het heeft een mooie rotskust

Het kleine vissershaventje La Meule is een echte publiekstrekker en ook een mooi doel voor een fietstocht
La Meule
En verder komen we door kleine dorpjes met witte huisjes met rode daken.


We zeilen weer 35 mijl verder naar Sables d’Olonne, met nog steeds mooi weer. Ongelooflijk. Het is bijna elke dag 3 a 4 Beaufort wind. Dit keer kan de halfwinder weer op. We verwachten een echt watersportplaatsje, immers veel grote wedstrijden starten hier en er zijn veel bekende scheepswerven gevestigd. We komen echter in een soort Scheveningen/Oostende terecht;  het is zondag en warm weer, dus erg druk.

We meren af in de oude haven, daar kunnen we nog net een plekje krijgen. Vandaar lopen we zo het stadje in.
zicht op de kade vanuit de oude haven

We kijken ook nog even in de grote moderne haven, die wat verder van het centrum afligt, om te zien of daar nog grote racers liggen, maar daar treffen we een grotendeels lege ‘race’steiger aan.
vanaf deze steiger vertrekken de schepen die meedoen aan de Vendée Globe race

Na twee dagen wordt het weer tijd om verder te gaan. Voor het eerst na lange tijd worden we wakker met wat miezerig/heiig weer, geen wind, wel deining. Op de motor varen we richting Île de Ré, ook weer zo'n 30 mijl. Onderweg gaat het accualarm af: de spanning in de accu's loop te hoog op. Met de motor op een laag toerental varen we zachtjes verder. Gaandeweg wordt het weer zonnig en komt er wat wind, zodat we verder kunnen zeilen. Na even gewacht te hebben aan de (bij laag water droogvallende) wachtsteiger in de voorhaven kunnen we het dock van St. Martin de Ré in.
aan de wachtsteiger, we vangen al een glimp van het plaatsje op
Het blijft rekenen wanneer je de havens in kunt in verband met de hoogte van het getij.
zelfde plek,maar nu bij laag water

Dit eiland is zo plat als een dubbeltje. Er wordt dan ook heel wat afgefietst, ook met gemotoriseerde fietsen.
Île de Ré is het eiland van de wijnbouw

van de oesterteelt
een oesterbarretje met de oesters voor de deur
en van de zoutwinning. Een deel van het eiland is moerassig, en met een ingenieus stelsel van sluisjes en kanaaltjes wordt het zoute water naar de diverse zoutvelden geleid.

We fietsen door stille, authentieke gehuchten met lage huisjes met rode daken.


De plaatsjes doen mediterraan aan.  We merken ook dat we in een iets warmer gebied komen. Het is nu bewolkt, maar het blijft dan wel zo’n 23 graden, en als de zon even doorkomt, is het ook meteen warm. Op onze fietstocht komen we ook dit haventje tegen
ieder wel een eigen steiger, maar ja.....laag water, dat is klimmen geblazen
St. Martin de Ré, de grootste havenplaats  van het eiland,  is één grote vesting. Het staat op de werelderfgoedlijst. Vanaf de waterkant is het een enorm wallenfront.

Rondom de haven is héél veel horeca, en de terrassen zitten elke dag helemaal vol. En dan moet het hoogseizoen nog beginnen!



 Achter de rondlopende havenboulevard bevinden zich leuke winkelstraatjes. Een en al verleiding voor mij. Onze fietsjes trekken veel aandacht, vooral als we ze half opgevouwen neerzetten. Zo ook hier. Vanaf een terras hebben we daar dit keer mooi zicht op.
interesse voor deze gekke fietsen van ons
Frits heeft ondertussen ook nog onderzoek gedaan naar het laadprobleem van de dynamo. De meetdraad tussen de dynamo en de accu’s is het probleem. Door een los zittend stekkercontactje in de draad wordt de dynamo "onjuist geïnformeerd" en blijft de dynamo maar ampères voeden.

We zien in het weerbericht al dagen dat er harde wind en veel regen aankomt. Die dagen willen we in La Rochelle zijn, een grotere plaats waar veel te zien is.  Dinsdagavond verlaten we het dock van St. Martin  en zeilen we 13 mijl naar La Rochelle, onder een 30 m hoge brug door die het eiland verbindt met de vaste wal. Ook in La Rochelle kunnen we terecht in de oude haven die midden in het stadje ligt. Vlakbij de bekende torens, die de voorzijde van onze vaargids over de Atlantische kust siert., Magisch dat we nu met onze boot nog geen vijftig meter er vanaf liggen.

Weer een mijlpaal bereikt. La Rochelle.