Na twee dagen in het mooie
Pornic gooien we de trossen weer los. Bestemming: het 30 mijl zuidelijker gelegen (eiland) Île d’Yeu. Na wat motoren kunnen de zeilen
omhoog. Als we in Port Joinville, de haven van Yeu, aankomen, liggen er al heel
wat boten.
het havenzicht langs het droogvallende deel van de haven |
We meren voor het eerst langszij bij een ander schip af, een Duitser die heel wat kustzeilers uit Hindeloopen kende. De wereld is klein. Vlak na ons meren Engelsen aan onze boot af. We helpen uiteraard en ze zijn daar zo blij mee dat we onmiddellijk op de gin tonic worden uitgenodigd. We hebben tijdens onze vakanties nooit over politiek gesproken, maar nu is het bij bijna elk contact met buitenlandse zeilers aan de orde van de dag. Zelfs de sluismeester in Arzal liep leeg over de wereldproblematiek (wel op de dag van de Franse verkiezingen).
Ook op Yeu blijven we een
dag. Het is hier relaxed fietsen, vrij vlak met af en toe een heuvel. Het heeft een mooie
rotskust
Het kleine vissershaventje
La Meule is een echte publiekstrekker en ook een mooi doel voor een fietstocht
La Meule |
En verder komen we door
kleine dorpjes met witte huisjes met rode daken.
We zeilen weer 35 mijl verder
naar Sables d’Olonne, met nog steeds mooi weer. Ongelooflijk. Het is bijna elke
dag 3 a 4 Beaufort wind. Dit keer kan de halfwinder weer op. We verwachten een
echt watersportplaatsje, immers veel grote wedstrijden starten hier en er zijn
veel bekende scheepswerven gevestigd. We komen echter in een soort
Scheveningen/Oostende terecht; het is
zondag en warm weer, dus erg druk.
We meren af in de oude
haven, daar kunnen we nog net een plekje krijgen. Vandaar lopen we zo het stadje in.
zicht op de kade vanuit de oude haven |
We kijken ook nog even in
de grote moderne haven, die wat verder van het centrum afligt, om te zien of daar nog grote racers liggen, maar daar treffen we een grotendeels lege ‘race’steiger
aan.
vanaf deze steiger vertrekken de schepen die meedoen aan de Vendée Globe race |
Na twee dagen wordt het
weer tijd om verder te gaan. Voor het eerst na lange tijd worden we wakker met wat
miezerig/heiig weer, geen wind, wel deining. Op de motor varen we richting Île
de Ré, ook weer zo'n 30 mijl. Onderweg gaat het accualarm af: de spanning in de accu's loop te hoog op. Met de motor
op een laag toerental varen we zachtjes verder. Gaandeweg wordt het weer zonnig
en komt er wat wind, zodat we verder kunnen zeilen. Na even gewacht te hebben
aan de (bij laag water droogvallende) wachtsteiger in de voorhaven kunnen we
het dock van St. Martin de Ré in.
aan de wachtsteiger, we vangen al een glimp van het plaatsje op |
Het blijft rekenen
wanneer je de havens in kunt in verband met de hoogte van het getij.
zelfde plek,maar nu bij laag water |
Dit eiland is zo plat als een dubbeltje. Er wordt dan ook heel wat afgefietst, ook met gemotoriseerde fietsen.
Île de Ré is het eiland
van de wijnbouw
van de oesterteelt
een oesterbarretje met de oesters voor de deur |
en van de zoutwinning. Een deel van het eiland is moerassig, en met een ingenieus stelsel van sluisjes en kanaaltjes wordt het zoute water naar de diverse zoutvelden geleid.
We fietsen door
stille, authentieke gehuchten met lage huisjes met rode daken.
De plaatsjes doen
mediterraan aan. We merken ook dat we in een
iets warmer gebied komen. Het is nu bewolkt, maar het blijft dan wel zo’n 23
graden, en als de zon even doorkomt, is het ook meteen warm. Op onze fietstocht komen
we ook dit haventje tegen
ieder wel een eigen steiger, maar ja.....laag water, dat is klimmen geblazen |
St. Martin de Ré, de grootste havenplaats van het eiland, is één grote vesting. Het staat op de
werelderfgoedlijst. Vanaf de waterkant is het een enorm wallenfront.
Rondom de haven is héél
veel horeca, en de terrassen zitten elke dag helemaal vol. En dan moet het hoogseizoen nog beginnen!
Achter de rondlopende havenboulevard bevinden zich leuke winkelstraatjes.
Een en al verleiding voor mij. Onze fietsjes trekken veel aandacht, vooral als we ze half opgevouwen neerzetten. Zo ook hier. Vanaf een terras hebben we daar dit keer mooi zicht op.
interesse voor deze gekke fietsen van ons |
Frits heeft ondertussen
ook nog onderzoek gedaan naar het laadprobleem van de dynamo. De meetdraad tussen de dynamo en de accu’s is het probleem. Door een los zittend stekkercontactje in de draad wordt de dynamo "onjuist geïnformeerd" en blijft de dynamo maar ampères voeden.
We zien in het weerbericht
al dagen dat er harde wind en veel regen aankomt. Die dagen willen we in La
Rochelle zijn, een grotere plaats waar veel te zien is. Dinsdagavond verlaten we het dock van St.
Martin en zeilen we 13 mijl naar La
Rochelle, onder een 30 m hoge brug door die het eiland verbindt met de vaste
wal. Ook in La Rochelle kunnen we terecht in de oude haven die midden in het
stadje ligt. Vlakbij de bekende torens, die de voorzijde van onze vaargids over
de Atlantische kust siert., Magisch dat we nu met onze boot nog geen vijftig
meter er vanaf liggen.
Weer een mijlpaal bereikt. La Rochelle.