Met de Pintail op reis

Met de Pintail op reis
Pintail

maandag 1 juli 2019

Afscheid van Baskenland met een hittegolf

Met mooi zonnig weer kruisen we tegen een NO 3 wind in naar het 10 mijl verderop gelegen San Sebastian. Fleecevestje nog aan, maar eenmaal in de schitterende baai van San Sebastian slaat de hitte ons tegemoet.



 
 
Het megalange strand ligt tjokvol mensen, hoe houden ze het uit?
 

San Sebastian heeft een kleine haven voor autochtonen, maar daar ligt nu ook een mooie steiger met alles erop en eraan voor plezierjachten. 14 Boten kunnen er max 2 dagen liggen, en onze Pintail ligt daar nu ook. Aan de voet van de oude stad. Klasse! De Baskische overheid heeft er ook nog een zeer goed uitgevoerd havengebouw neergezet met prima douches. Dit haventje ligt – op de foto – voor de rechter witte huizen:


 
Onze tweede dag in deze stad met 180.000 inwoners wordt een fietsdag. Het zal 36 graden worden. Pff. Zolang we maar fietsen gaat het goed. Er liggen overal keurige fietspaden. Ook hier imposante gebouwen.
 
 
Een fraaie lange boulevard met zelfs een barometerklok.



Centraal in de oude stad is een groot plein, zoals we dat ook al eerder in Spanje gezien hebben. De ramen/balkons zijn allemaal genummerd. Waarom vroegen wij ons af? Vroeger waren hier stierengevechten en je kon dan een balkon en kamer huren om dat te aanschouwen.


In de oude stad is het zowel overdag als ‘s avonds een drukte van belang. Overal toeristen. Dat is weer even wennen voor ons. De pintxosbarretjes puilen uit. Enorme uitstallingen van lekkere hapjes op de bar. We zoeken een wat rustiger straatje op voor onze pintxos.


Als we terug lopen naar de boot begint het weer aardig te waaien en als we uiteindelijk bij de boot zijn, staat er weer een dikke windkracht 7. Vanuit zee komt er dan een massieve donkere wolk over de heuvel binnen drijven, loodgrijs van het vocht. De Galerna komt eraan. De barometer is dan al in drie uur tijd gestaag gevallen met 3 hPa. Vanuit een wiebelende boot maak ik deze foto van die wolk. Na ongeveer een uur is het dan weer rustig.


We zagen tot nu toe veel ‘Belgen’ varen, vooral in motorboten. Frits heeft een eigenaar gevraagd hoe dat zit, want het zijn allemaal onmiskenbaar Spanjaarden. Hij vertelde dat ze in Spanje als booteigenaar aan veel regels moeten voldoen, veel inspecties, bijv. van de drinkwatertank, moeten laten verrichten en dat kost veel geld. Boetes zijn hoog. Deze man had in zijn haven de Belgische route bedacht en inmiddels waren er in zijn haven al 18 ‘Belgen’. Maar dat zou niet lang meer duren, want de Belgen eisen nu dat je een minimale periode in België moet wonen. En nu dacht hij erover om maar onder Nederlandse vlag te gaan varen! Dat wordt wat. Wij hebben helemaal geen registratiesysteem.

De volgende dag zeilen we kruisend in zwakke wind naar Hendaye, een Franse plaats die aan een rivier ligt met aan de overzijde het Spaanse Hondarribia. De invaart is verrassend mooi.


 
Waar vind je dit nou, een haven achter de palmen?


 
Aan land wordt het weer zeer heet, 37 graden, voor hier ook extreem. We doen niet veel anders dan in de schaduw een boekje lezen. En heel veel water drinken. Ook nu zwelt de wind ‘s avonds rond 10 uur aan tot 6 Bft. We raken eraan gewend.

Hendaye is vooral een rustige badplaats, met aan en achter de boulevard mooie woonhuizen.


Met het veerbootje steken we de volgende dag de rivier over naar Hondarribia. Wat een juweeltje van een plaats. De horeca speelt zich af in de visserswijk, waar de huizen (van oudsher) geschilderd zijn in de kleur van de bijbehorende vissersboot. Hier is het druk.


 
Daarnaast is het een Middeleeuws ommuurd stadje. Hier nu weinig toeristen. We lopen genietend rond. Wat een mooie oude panden met enorme overstekken, soms straalt de rijkdom er van af.


 

Buiten de stadswal hebben we zicht op de glooiende uitlopers van de Pyreneeën.


 
We vinden het een topplek. En de temperatuur doet leuk mee, ‘slechts’ 25 graden. Heerlijk.

We raken op een terras in gesprek met een Baskische vrouw. Zij vertelde dat ze pas in 2018 het gevoel kreeg vrij te zijn. Altijd die angst voor aanslagen en afpersing door de ETA. Haar ex-man, politieman, moest altijd eerst onder de auto kijken of er geen bom was aangebracht. Het verdeelde families. Nu resteert nog de wens/eis om gevangen ETAleden vrij te krijgen. Vandaar ook al die spandoeken die we steeds zien.
Wat recent allemaal. Voor ons is vrijheid zo gewoon.

Met het verlaten van Spanje moeten we ook afscheid nemen van de kanaries. We worden nl voortdurend begeleid door gezang van kanarietjes vanuit hun aan de huizen opgehangen vogelkooitjes. Erg vrolijk.


Van Hendaye varen we naar het 25 mijl noordelijker gelegen Capbreton, aanvankelijk bij gebrek aan wind op de motor, maar halverwege komt de wind door en kunnen we zeilen.

Capbreton is een nautische uitdaging. Tot 0,3 mijl voor de ingang loopt een onderwaterkloof vanuit de Atlantische Oceaan, en op een afstand van 0,7 mijl van het havenhoofd is de diepte al 100 meter. Zodra er deining is of aanlandige of noorden wind ontstaan er aan de randen van die kloof behoorlijke steile golven, die tot in de smalle haveningang lopen. De lokale zeilers gaan dan ook alleen onder (groot)zeil de haven in en uit.


 
Daarbij kan je er alleen rond hoog water in vanwege de (on)diepte. En staat er veel stroom, omdat het een riviermonding is.

Gelukkig zijn de omstandigheden bij aankomst goed en kunnen we probleemloos naar binnen.


 
Maar het plaatsje zelf komt als een wat vervallen volkse badplaats over. Zelfs het crêpe-je dat we eten smaakt naar karton. Frits wordt van het geheel zo depri, dat we het na die dag alleen nog maar over CB hebben. De naam krijgt hij niet meer uit zijn mond, ook omdat het uitvaren uit de havenmonding om 5 uur in de morgen geen feestje was. Geen aanrader dus voor andere zeilers.

Inmiddels liggen we in het prachtige binnenmeer van Arcachon. Ook een uitdaging om daar binnen te komen. Hoe de tocht van CB naar Arcachon verliep komt in het volgende blog.