Met
mooi zonnig weer kruisen we tegen een NO 3 wind in naar het 10 mijl
verderop gelegen San Sebastian. Fleecevestje nog aan, maar eenmaal in
de schitterende baai van San Sebastian slaat de hitte ons tegemoet.
Het
megalange strand ligt tjokvol mensen, hoe houden ze het uit?
San
Sebastian heeft een kleine haven voor autochtonen, maar daar ligt nu
ook een mooie steiger met alles erop en eraan voor plezierjachten. 14
Boten kunnen er max 2 dagen liggen, en onze Pintail
ligt daar nu ook. Aan de voet van de oude stad. Klasse! De
Baskische overheid heeft er ook nog een zeer goed uitgevoerd
havengebouw neergezet met prima douches. Dit haventje ligt – op de
foto – voor de rechter witte huizen:
Onze
tweede dag in deze stad met 180.000 inwoners wordt een fietsdag. Het
zal 36 graden worden. Pff. Zolang we maar fietsen gaat het goed. Er
liggen overal keurige fietspaden. Ook hier imposante gebouwen.
Een fraaie lange boulevard met zelfs een
barometerklok.
Centraal
in de oude stad is een groot plein, zoals we dat ook al eerder in Spanje gezien hebben. De ramen/balkons
zijn allemaal genummerd. Waarom vroegen wij ons af? Vroeger waren
hier stierengevechten en je kon dan een balkon en kamer huren om dat
te aanschouwen.
In
de oude stad is het zowel overdag als ‘s avonds een drukte van
belang. Overal toeristen. Dat is weer even wennen voor ons. De
pintxosbarretjes puilen uit. Enorme uitstallingen van lekkere hapjes op de bar. We zoeken een wat rustiger straatje op
voor onze pintxos.
Als
we terug lopen naar de boot begint het weer aardig te waaien en als
we uiteindelijk bij de boot zijn, staat er weer een dikke windkracht
7. Vanuit zee komt er dan een massieve donkere wolk over de heuvel binnen
drijven, loodgrijs van het vocht. De Galerna komt eraan. De barometer is dan al
in drie uur tijd gestaag gevallen met 3 hPa. Vanuit een wiebelende
boot maak ik deze foto van die wolk. Na ongeveer een uur is het dan weer rustig.
We
zagen tot nu toe veel ‘Belgen’ varen, vooral in motorboten. Frits
heeft een eigenaar gevraagd hoe dat zit, want het zijn allemaal
onmiskenbaar Spanjaarden. Hij vertelde dat ze in Spanje als
booteigenaar aan veel regels moeten voldoen, veel inspecties, bijv.
van de drinkwatertank, moeten laten verrichten en dat kost veel geld.
Boetes zijn hoog. Deze man had in zijn haven de Belgische route
bedacht en inmiddels waren er in zijn haven al 18 ‘Belgen’. Maar
dat zou niet lang meer duren, want de Belgen eisen nu dat je een
minimale periode in België moet wonen. En nu dacht hij erover om maar
onder Nederlandse vlag te gaan varen! Dat wordt wat. Wij hebben
helemaal geen registratiesysteem.
De
volgende dag zeilen we kruisend in zwakke wind naar Hendaye, een
Franse plaats die aan een rivier ligt met aan de overzijde het
Spaanse Hondarribia. De invaart is verrassend mooi.
Waar
vind je dit nou, een haven achter de palmen?
Aan
land wordt het weer zeer heet, 37 graden, voor hier ook extreem. We
doen niet veel anders dan in de schaduw een boekje lezen. En heel
veel water drinken. Ook nu zwelt de wind ‘s avonds rond 10 uur aan
tot 6 Bft. We raken eraan gewend.
Hendaye
is vooral een rustige badplaats, met aan en achter de boulevard mooie
woonhuizen.
Met
het veerbootje steken we de volgende dag de rivier over naar
Hondarribia. Wat een juweeltje van een plaats. De horeca speelt zich
af in de visserswijk, waar de huizen (van oudsher) geschilderd zijn
in de kleur van de bijbehorende vissersboot. Hier is het druk.
Daarnaast
is het een Middeleeuws ommuurd stadje. Hier nu weinig toeristen. We lopen
genietend rond. Wat een mooie oude panden met enorme overstekken, soms straalt de
rijkdom er van af.
Buiten
de stadswal hebben we zicht op de glooiende uitlopers van de
Pyreneeën.
We
vinden het een topplek. En de temperatuur doet leuk mee, ‘slechts’
25 graden. Heerlijk.
We
raken op een terras in gesprek met een Baskische vrouw. Zij vertelde
dat ze pas in 2018 het gevoel kreeg vrij te zijn. Altijd die angst
voor aanslagen en afpersing door de ETA. Haar ex-man, politieman,
moest altijd eerst onder de auto kijken of er geen bom was
aangebracht. Het verdeelde families. Nu resteert nog de wens/eis om gevangen ETAleden vrij te krijgen. Vandaar ook al die spandoeken die we steeds zien.
Wat
recent allemaal. Voor ons is vrijheid zo gewoon.
Met
het verlaten van Spanje moeten we ook afscheid nemen van de kanaries.
We worden nl voortdurend begeleid door gezang van kanarietjes vanuit
hun aan de huizen opgehangen vogelkooitjes. Erg vrolijk.
Van
Hendaye varen we naar het 25 mijl noordelijker gelegen Capbreton,
aanvankelijk bij gebrek aan wind op de motor, maar halverwege komt de
wind door en kunnen we zeilen.
Capbreton
is een nautische uitdaging. Tot 0,3 mijl voor de ingang loopt een
onderwaterkloof vanuit de Atlantische Oceaan, en op een afstand van
0,7 mijl van het havenhoofd is de diepte al 100 meter. Zodra er
deining is of aanlandige of noorden wind ontstaan er aan de randen
van die kloof behoorlijke steile golven, die tot in de smalle
haveningang lopen. De lokale zeilers gaan dan ook alleen onder (groot)zeil de haven in en uit.
Daarbij
kan je er alleen rond hoog water in vanwege de (on)diepte. En staat er veel stroom, omdat het een riviermonding is.
Gelukkig
zijn de omstandigheden bij aankomst goed en kunnen we probleemloos naar binnen.
Maar
het plaatsje zelf komt als een wat vervallen volkse badplaats over. Zelfs het crêpe-je dat we eten smaakt naar karton. Frits wordt van het geheel zo depri, dat we het na die dag alleen
nog maar over CB hebben. De naam krijgt hij niet meer uit zijn mond, ook omdat het uitvaren uit de havenmonding om 5 uur in de morgen geen feestje was. Geen aanrader dus voor andere zeilers.
Inmiddels
liggen we in het prachtige binnenmeer van Arcachon. Ook een uitdaging om daar binnen te komen. Hoe de tocht van CB naar Arcachon verliep
komt in het volgende blog.