Met de Pintail op reis

Met de Pintail op reis
Pintail

dinsdag 5 juli 2016

Vijftig tinten grijs

Beeld van de vakantie tot nu toe: 50 tinten grijs

Woensdag 29 juli begint bewolkt en koud. Met de eerste ferry van de dag steken we om 10.00 uur de rivier over naar Bénodet, dat met dit weer niet veel te bieden heeft. Op onze vraag waar het centrum is, antwoordt de sigarenman dat wij daar precies in staan. Geen gezelligheid, een paar winkels en dat is het. We kunnen ons voorstellen dat het aan de zeekant bij mooi weer gezellig is, maar nu, alles is verlaten. Het OV laat ons ook in de steek, de eerstvolgende bus naar Quimper, de regionale hoofdplaats, vertrekt pas om 13.15 uur. Zoveel lummelen in “koud en niets” dat houden we niet vol. Gelukkig ontdekt Frits de rondvaartboot naar Quimper, die “al” om 12.00 uur vertrekt.
Quimper ligt 9 mijl stroomopwaarts aan de rivier de Odet, die zich steeds verder vernauwt en met bossen omgeven is. Af en toe een chateau. Erg mooi.

We hadden wel op deze rivier willen ankeren, maar daar is het weer niet naar. Het laatste stukje is te ondiep voor de rondvaartboot en we gaan daarom met de touringcar verder.
Quimper is een middeleeuws stadje met een grote kathedraal. Gezellige straatjes met veel vakwerkhuizen, leuke winkeltjes en restaurantjes.

 In de gietende regen gaan we weer met de gewone bus terug. We zijn de enige passagiers van de veerman die ons de rivier weer overzet naar onze haven, en hij viert met ons in zijn bootje, met een wijntje, zijn naderend pensioen. Doen we graag aan mee! Het bevalt ons ook heeeel goed.

Donderdag start met een aangenaam zonnetje. We zeilen ’s middags heel relaxed naar het 11 mijl verderop gelegen Concarneau. De aanhoudende westenwind komt nu van achter in, dat voelt een stuk  warmer. Na aankomst sputtert het echter al snel weer. De haven is prachtig gelegen, aan de voet van de volledig ommuurde oude vestingstad.



We blijven hier een aantal dagen. Op de vrijdagmarkt staan overal de pannen te pruttelen met allerlei gerechten. We kopen hier lekkere dingen en een simpel maar kleurrijk horloge voor mij, dat ik onder het zeilen kan omhouden. Vijf euro en daarvoor komt het ook nog helemaal uit China. En dan krijg ik ook nog een reservebatterijtje erbij!


Een bezoek aan de oude vesting, de cité close, is hier een must. We waren al gewaarschuwd dat het er erg toeristisch is en inderdaad kunnen we over de hoofden lopen. ’s Avonds keren we er terug en dan is de rust weergekeerd. Met onze boot liggen we aan de voet van de vestingmuren, een sfeervolle ligplaats.

In de vesting kopen we de nodige winterkleding, fleecevesten en een fleecegevoerd jack. We hopen daarmee de zon uit te dagen.
We brengen ook een dag door met de oud-kustzeilers Michelle en HJ, die hier sinds vier jaar wonen. We krijgen van hen het “kustzeilarrangement”: lunch in hun mooie huis in de campagne vlak bij Concarneau, gebruik van de wasmachine en autovervoer naar de megasupermarkt le Clerc, We maken er allemaal graag gebruik van. ’s Avonds eten we aan de haven gezellig met elkaar. Van hen horen we veel over het Bretonse leven, erg leuk.

Zo valt ons op deze reis op dat van veel panden de rolluiken dicht zijn. Dat maakt niet zo’n gezellige indruk. Maar de Fransen schermen hun huis graag af. Geen pottenkijkers toegestaan.

Ook gaan we een dagje met de fiets op pad. Via kustweggetjes belanden we op het wandelpad dat langs de hele Franse kust loopt, de GR 34, erg mooi, maar met de fiets aan de hand niet helemaal zo geschikt, We maken er een cross country van. De fiets soms meetillend over trappen, strand e.d. en ook de steile heuvels zitten in ons parcours..

Uiteindelijk belanden we in de haven Port le Forêt. Wat zijn wij blij dat we hier niet met de boot naar toe zijn gegaan, een oer ongezellige grote marina waar geen enkel leven in zit. Maar waar het ons om te doen is, is er wel: de megaracers, die hier liggen.

Wat een racemachines zijn dit. En alles uitgevoerd met koolstof en dunne dyneema lijntjes!  Met onze fietstocht hebben we wel een stevig maal verdiend. Hier in Bretagne kan je tussen de middag  bijna overal een volledig (en smakelijk) driegangenmenu krijgen voor een bedrag van € 12,50. Meestal rammelt onze maag te laat, maar dit keer zijn we er net bijtijds bij. Tussen twaalf en half twee ligt het leven hier ook stil, zelfs de parkeermeters tellen dan even niet door!! De warme lunch is immers heilig. Werknemers krijgen van hun baas ook eetbonnen waarmee ze in een restaurantje kunnen eten. Wat een cultuur! 

In rustig weer zeilen we van Concarneau naar Île de Groix, een klein vakantie-eiland, zoals bij ons de Wadden-eilanden. Daarover in het volgende blog meer. Vlak bij dit eiland worden we weer verrast door een school dolfijnen die steeds maar bij de boeg mee zwemmen of eronderdoor duiken. Een geweldig gezicht. Wat kunnen die beesten hard zwemmen. We staan beiden op de voorpunt dat schouwspel te bekijken en vast te leggen op foto en film. We krijgen er geen genoeg van. Zo leuk, daarom wat meer foto's.