Met de Pintail op reis

Met de Pintail op reis
Pintail

vrijdag 18 juli 2014

Op weg naar Denemarken, zon, wind en warmte!


We blijven nog een dag langer in Ystad, want de westenwind loeit door de haven en de regen stort neer. Echt een boekenleesdag.



Maar dan wordt het toch weer zeilbaar weer. En hoe! Met een tot windkracht 5/6 aantrekkende zuidwestenwind zeilen we naar Gislövs Läge, vlak bij Trellenborg aan de Zweedse zuidkust. Het was een tocht van veel wind, veel zon en veel golven. Ik heb zelfs mijn eerste visje gevangen. Door de druk van de golven is dit visje door de afvoerpijp omhoog gestuwd in het fonteintje!



’s Avonds borrelen we samen met de bemanning van de BoeieLoeier op de Animato (van de oud-collega van Frits). Zij lagen ook in Ystad en gaan verder zuidwaarts; wij vertrekken de volgende dag richting Sont. De zomer is inmiddels weer helemaal terug. Wat boffen we dit jaar toch met het weer. We gaan door een kanaal waar we nog nooit van gehoord hadden, het Falsterbokanaal, dat door het uiterste zuidwest puntje van Zweden gaat. Voor de brug die in dit kanaal ligt, wordt zelfs nog een extra afscherming in het water gelegd als de brug dicht is. Een nieuw fenomeen voor ons.



Op dit zuidwestpuntje liggen de plaatsjes Skanör en Falsterbo. Wij meren af in Skanör en komen daar in een soort Vlielandachtige haven terecht. Zoveel mogelijk bootjes stapelen in de haven en strand naast de deur. Het is er met dit warme weer dan ook razend druk.



We fietsen door een natuurgebied en vooral langs golfbanen. Af en toe moeten we even stoppen om een golfbal te vermijden.



We komen ook in Falsterbo, een dorp met veel prachtige huizen. Kennelijk wonen hier veel mensen die in  Malmö werken. Langs de kust staan hier overal badhuisjes, een leuk gezicht.



’s Avonds wordt er druk gewandeld over en gezeten op de havenpier, een gezellige drukte.



Wij drinken ons wijntje daar ook. Het uitzicht over het water is zo mooi.





En de brug over de Sont.



We vinden het te druk om hier nog een dag in de hitte te blijven liggen. Daarbij moeten we onze ligplaats toch al voor elf uur verlaten. En dus vertrekken we naar het Deense plaatsje Köge. Dit ligt aan een grote baai ten zuiden van Kopenhagen op het eiland Seeland. Het staat in geen van onze vaargidsen, maar op een forum op internet werd dit aangeraden. Even googelen en dat lijkt wel wat. Met een heerlijke halvewindse koers zeilen we de 25 mijl naar dit plaatsje. Onderweg is er nog telefooncontact met Nederland.



Zoals ik al op een campersite had gelezen blijkt onze Zweedse simkaart (3 Bredband) ook in Denemarken geldig. Behoud van boordinternet! De aanvaart van Köge is wat industrieel, maar eenmaal afgemeerd ( in de zeer degelijk aangelegde jachthaven) zie je daar niets van. Je moet wel fietsjes hebben, want de stad ligt op een paar kilometer afstand. Het stadje staat erom bekend het grootste aantal vakwerkhuizen van alle steden in Denemarken te hebben en ook het oudste vakwerkhuis (1527):



 Het ziet er allemaal mooi uit, oude pandjes, binnenplaatsjes, en verder is het ook nog gezellig druk in de winkelstraten. Een goede tip, van wie die dan ook kwam.