Met de Pintail op reis

Met de Pintail op reis
Pintail

donderdag 26 september 2019

Tussen de stormen door naar de Vilaine

Er wordt de komende week heel veel wind voorspeld. We gaan dan ook direct de volgende dag weer uit Vannes weg; er doet zich een weerwindow voor. Komt ook wel goed uit want langs de haven is er 's avonds een rockconcert. Met tegenwind motoren we weer de Golf van Morbihan uit. Het is zondag en er wordt aardig wat gezeild. We meren weer af in Crouesty dat net buiten de Golf ligt. Daar maken we twee dagen circus mee. Ongeveer 100 schepen, gehuurd door de firma die de Ariane raket bouwt, komen daar binnen met personeel van bedrijven die daaraan meewerken; de Ariane's cup wordt gevaren.

De eerste dag zien we 'slechts' enkele botsingen, maar de tweede dag, met keren in de hoofdgeul met wind van achter en afmeren, en dat met 100 boten die non stop binnenvaren... dat gaat helemaal mis. We hebben de havendienst al gevraagd op het water paraat te zijn, maar desondanks zien we de ene botsing na de andere. Het boegbeslag van de boot waarlangs wij liggen afgemeerd, is losgewerkt en verbogen. Wij liggen aan deze zielepiet aan een kopsteiger in diezelfde geul, dus we zijn twee uur per dag in touw om boten van ons af te houden. Er zijn veel onervaren schippers en dito opvarenden. We vragen ons af hoe dat tijdens de wedstrijd gaat, het waait nl best hard. Eén schip wordt uiteindelijk aan het eind van de tweede dag met een reddingboot binnengebracht. Er valt in elk geval wel veel te zien en te beleven.
Elke dag staan de vlaggen op het havenkantoor strak van de wind (de Nederlandse vlag wappert vrijwel nergens!)

Onze tweede dag hier maken we een mooie kustwandeling naar Port Navalo aan de ingang van de Golf.


In Port Navalo drinken we wat cider, zoals gebruikelijk in een aardewerk kom.


Een enkele enthousiasteling vaart  zwaar gereefd de Golf naar buiten uit richting het oosten.


Inmiddels is het ook regenachtig geworden. Boven de haven ontwikkelt zich een mooie regenboog.


Na de tweede dag in Crouesty lijkt er een weerwindow te zijn. 's Ochtends nog rustige wind en tegen de middag neemt de wind weer fors toe. Dat komt goed uit want rond 13.00 uur is het hoog water bij de ingang van de Vilaine. We weten niet wat de hoge deining die aan de kust staat (2,5 tot 3 meter) voor gevolgen heeft op de ondiepe ingang. Hoe hoger het water hoe beter. Om half acht 's ochtends varen we uit, hebben een schitterende zeiltocht en zeilen om 12.00 uur de Vilaine op. Er is gaandeweg wat golfopbouw, maar die verdwijnt weer langzaam op de ondiepte van de ingang. Nu hebben we wel wind en stroom mee, dat scheelt veel.
In de sluis van Arzal hebben we uiteraard weer bekijks, dit keer van een hele schoolklas.


We blijven in Arzal (in feite aan de overkant van het water in Camoel) liggen om de boot verder klaar te maken om de wal op te gaan. In La Roche Bernard zouden we veel meer in de harde westenwind liggen, die giert daar door de rivier. In Camoel liggen we onder de beschutting van een bos. Zo rustig. Tja, dan is het uitkienen hoe we tussen de regenbuien door de zeilen ontzout en droog krijgen. 

Dat lukt wonderwel, deels ook met hulp van de kachel die het binnen tot 30 graden opstookt. Een aantal Engelsen aan de steiger heeft daar meer moeite mee, zij komen noodgedwongen in november terug om de boot winterklaar te maken. Maar wij zijn erg blij met de regen, want sinds ons vertrek is het waterpeil in de rivier verder gezakt. En we moeten er straks wel uit. In overleg met werfbaas Alexis proberen we dat vrijdag rond (extreem) hoog water op zee (coëfficiënt van 116) . Kennelijk vindt er dan ook een opstuwing op de rivier plaats. We begrijpen het verband niet helemaal, maar dat is niet erg. Als de Pintail maar op het droge komt te staan!


En dan volgt het opruimen, poetsen, de was doen, motoronderhoud, vallen ed uitscheren en vervangen door lijntjes etc. We maken de boot zoveel mogelijk klaar voor het volgende seizoen.
Fingers crossed voor vrijdag.

vrijdag 20 september 2019

Rondje Morbihan


 
Wat is Zuid Bretagne toch een mooi zeilgebied. Binnen 30 mijl vanaf de Vilaine zijn er veel leuke bestemmingen. Een van die bestemmingen is het schiereiland Quiberon. We vieren hier mijn verjaardag met een fietstochtje naar de zuidpunt en een bezoekje aan de uitgebreide plaatselijke markt. Daar vinden we ook een mooi verjaardagscadeau. ‘s Avonds lekker uit eten in het restaurantje aan de haven.

De zuidpunt van Quiberon


De haven is in reconstructie, maar de steigers zijn klaar en er zijn stevige havenhoofden met grote havenlichten bijgekomen.




Vanuit Quiberon zeilen we via de vuurtoren La Teignouse (een soort ‘Paard van Marken’ hier), met een NO windje naar de haven van Belle Ile, Le Palais. Deze ligt aan de voet van een grote vesting van ontwerper Vauban.





We moeten vanwege het tij nog even wachten met invaren. Liggend aan een wachtboei schommelen we behoorlijk op de golven van het in- en uitvarend ferryverkeer. Na twee uur kunnen we de haven in, door de sluis. Daarachter is het diep genoeg voor ons. Naast ons meert een Franse boot af, uiteraard op z’n Frans, voorpunten strak naar elkaar toegetrokken. We liggen helemaal links op de foto.


Nadeel van Le Palais is dat er elke dag twee bevoorradingsschepen rond HW aan de overzijde van het kanaal ter hoogte van onze boot afmeren, in dit geval om 6 uur ‘s ochtends, en dan begint het lawaai van laden en lossen. Maar dat nemen we maar voor lief, want Belle Ile is zo mooi. Gelukkig zijn de kroegen op de kade dicht, want dat geeft ook nog wel eens overlast.


Deze vrachtboot passeert ook nog een andere al afgemeerde vrachtboot.

We maken een prachtige kustwandeling, via het fort

 

naar het huis van Kustzeiler Ariaan en zijn vrouw Petra, die ons voor een lunch hebben uitgenodigd. Echt het Franse buitenleven, aan de buitentafel met allerlei lekkere hapjes, wijntje, goed gezelschap, zon en mooi uitzicht.

 
We komen langs kleine, bijna privéstrandjes
 
In Le Palais hebben bijna alle huizen aan de kade een voorziening tegen hoog water. Dat lijkt ons niet overbodig, want zo hoog is die niet. Een aantal huizen heeft de schotten er al in.


Aangezien er harde NO wind is voorspeld voor een groot aantal dagen, zeilen we op de laatste rustige dag terug naar de kust, naar Crouesty. Dat ligt net iets buiten de Golf van Morbihan. Via een flessenhals, tussen Port Navalo (oostzijde) en Locmariaquer, (westzijde) vaar je een archipel vol met eilanden en rotsen binnen. Het kan er als een tierelier stromen, tot wel 10 knopen. Dan vaar je dus met de motor vol aan behoorlijk hard achteruit!


 
Draaikolken in de ingang

Op een tip van Marjan en Jaap steken we van Port Navalo met onze fietsen over naar Locmariaquer, en fietsen daar wat rond, vooral genietend van de mooie kuststrook met weer mooie uitzichten.

Locmariaquer

 
 
We bekijken ook meteen wat er met in-en uitgaande jachten gebeurt met die sterke getijdenstromen. Sommige racen de Golf uit.



In Crouesty werkt Frits het teakdek bij. Bij veel schroeven zijn de teakpropjes eraf. Dus uitboren, nieuwe propjes erin en daarna afzagen en schuren. De boot ziet er nu weer tip top uit.


 
De volgende dag varen we op de motor tegen de noordoostenwind in, de Golf van Morbihan in. We mikken het zo uit dat we bij het begin van de vloedstroom invaren. Onderweg komen we af en toe in wat stroomrafelingen terecht, maar verder valt de stroom erg mee. Dat was een vorige keer wel anders.


Het is een prachtig gebied. Overal bootjes aan moorings of zeilend. Inhammen, rotsen, eilanden met woningen, bossen. Overal doorkijkjes.

Alleen jammer dat het erg ondiep is, zodat het grootste deel voor ons met onze diepgang van 2 meter verborgen blijft.


 
 

We hebben als eindbestemming voor vandaag Arradon, een gunstig vertrekpunt om de volgende dag door te varen naar de stad Vannes. Arradon heeft bijna uitsluitend meerboeien, maar wij krijgen een plek aan een ponton, wel erg aan lagerwal. Dat leidt bij ons tot verwarring want het ponton is droogvallend op de kaart. Maar het klopt, er blijft voldoende water staan, reken ik snel uit. Nu kunnen we ook nog de wal op. Het lijkt ons een wat luxe omgeving met mooie woningen op een schitterende kuststrook met bos. Er is ook een grote zeilclub.


 

 
Op een ludieke manier worden strandgangers hier opgevoed.

 

Een Franse schipper met een Pikmeerkruiser die vlak bij ons zijn boot heeft afgemeerd waarschuwt ons voor nogal wat geschommel in de nacht als de wind toeneemt en het tij kentert. Dat valt gelukkig reuze mee.

Nu is het nog maar een uurtje varen naar Vannes, waar we met hoog water via het smalle invaartkanaal aankomen.


Vannes heeft een gezellig oud centrum. Op de kade is er een manifestatie van de brandweer en ‘s avonds is er vlak bij onze ligplaats een concert. Zwaarbewapende politieagenten houden de omgeving in de gaten. Drukte alom, maar niet hinderlijk.

 
 

 

En nu is het nog even puzzelen om morgen met steeds wisselende weersvoorspellingen, variërend tussen harde en erg harde windvlagen, eerst de flessehals van de Morbihan uit te komen en vervolgens de ondiepe aanloop van de Vilaine te nemen. Tot nu toe hebben we prachtig weer gehad, maar dat gaat nu veranderen. Er is regen op komst. Goed voor het rivierpeil!






vrijdag 13 september 2019

Nazomeren


Maandagmiddag 9 september zijn we na ruim 1,5 maand weer terug in la Roche Bernard. En daar wacht een verrassing. Het is zo droog geweest in Bretagne, dat de waterstand in de rivier te laag is om onze boot met haar diepgang van 2 meter in het water te laten. Oei. Dat wordt slapen op de boot op het droge: nog geen water aan boord, geen toilet te gebruiken. Een nieuwe ervaring. Gelukkig hadden Jaap en Marjan ons al aan boord van hun Illusie uitgenodigd voor een hap. Het is weer als vanouds oergezellig. Wat zijn we blij als het ‘s avonds en ‘s nachts giet van de regen! Het komt met bakken uit de lucht. Een groot deel van Bretagne watert met kleine zijtakriviertjes af op de Vilaine, dus we krijgen hoop. Dinsdagochtend vroeg volgt een inspectie van de rivier...


en ja hoor, er wordt – met succes – een poging ondernomen om de Pintail te water te laten. We slaken een zucht van verlichting. We drijven weer.
Een dag later gaan we al vroeg op weg naar de sluis. De rivier staat al lekker te dampen. O jee, al dat nuttige water verdampt!!


Om 9 uur gaan we door de sluis, het is de enige schutting die haalbaar is met onze diepgang. Een heel gedoe, om iets over tienen gaan de deuren aan de andere kant pas open. En daarna wachten we aan de wachtsteiger totdat het half tij is en er in het getijdegedeelte van de rivier voldoende water staat.


We lopen nog even naar de Illusie die nu op de kant staat voor onderhoud. Als we uiteindelijk de rivier afvaren, staan er nog wel delen droog.


Met een matige westenwind zeilen we zuidwaarts naar Piriac. Ook een van de Bretonse ‘cités de caractère’. Het anders zo drukke stadje is nu vrij rustig. Zelfs het kerkpleintje ligt er helemaal verlaten bij.

 

Naast de haven zijn de huizen tot aan het strand gebouwd.

 

Het ligt in Piriac altijd prima, alleen ben je beperkt in het uitvaren. Er ligt een drempel voor de ingang van de haven, die ervoor zorgt dat er water in de haven blijft staan. Die beperking is nu lastig omdat het ‘s ochtends (te) vroeg of in de middag (te) laat hoog water is. Daarom zeilen we met dezelfde matige westenwind verder zuidwaarts naar La Turballe, waar je altijd in- en uit kunt varen. Dat maakt het mogelijk om rond 10 uur uit te varen  om zo’n 30 mijl westwaarts te zeilen.  Onderweg zien we donkere luchten terwijl wij in het zonnetje varen.


 
 

Bij nadering van de schim op de foto blijkt ook dit weer een bekende Franse ‘zeeheld’ te zijn met een foilende trimaran.

 

De volgende ochtend is de wind naar het noordoosten gedraaid en gaan we westwaarts naar Quiberon. Op een half uurtje blakte na een mooie zeiltocht. En ook die blakte levert een mooi kleurenspel op.

 

We zitten in het Azorenhoog, vandaag is de luchtdruk 1032 hPa. Zo hoog maken we niet vaak mee. Er zit dan ook veel zon in de voorspelling voor komende week. We gaan het zien...



 

donderdag 18 juli 2019

Nog steeds zonovergoten dagen


De laatste dag in La Rochelle maken we een fietstocht langs de noordoever.  Eerst wat boulevardwerk en vervolgens door een natuurgebied over kleine kliffen. Voordat we de industriehaven bereiken, drinken we wat bij een strand met strandtent. Mooi einddoel.


 
Bij terugkomst is er een leuke markt op het haventerrein

 

 
We liggen met de boot op een punt waar iedereen die binnenkomt of uitvaart langs komt. Veel bekijks dus. Vooral op zondag zien we veel boten afgeladen met vrienden en familie uitvaren en weer thuiskomen. Ook de elektrische ‘bus de mer’ die ons naar de stad brengt komt elk half uur langs glijden
 

 
 

We zijn de grote buitenhaven Les Minimes wel gaan waarderen. In de stad is het smoorheet en lawaaiig. Leuk voor een keertje als het minder warm is.

Onze tocht naar Les Sables d’Olonne kunnen we deels zeilen, maar als de wind wat wegvalt krijgen we ook met de halfwinder de boot niet meer vooruit, dus weer bijmotoren. Onderweg kunnen we de fok niet meer inrollen. Die laten we dan maar zakken. Uiteindelijk blijkt in de haven dat door het stampen van de boot op de steile golven op weg naar la Rochelle het anker in zijn fixatie omhoog is gekomen en tegen de trommel aandrukte. Dat is gelukkig simpel te verhelpen. Maar we zullen de constructie wel moeten aanpassen. In Les Sables bekijken we het strandleven vanaf de boulevard en eten we bij een tentje vlakbij onze boot, Fleurs des Thymes. Dat adresje hebben we ontleend aan het blog van een andere zeiler. Bleek erg lekker. Alle gerechten zagen er even mooi uit zoals deze.


Vanuit Les Sables zeilen (en motoren) we naar Ile d’Yeu. Een van onze favorieten. Het wordt een fietsdagje in het zuidwestelijk deel van het eiland. Dat bestaat vooral uit halfverharde paadjes, waaraan zomerhuisjes staan, allemaal wit met een rood dak, de een wat groter dan de andere, maar allemaal in dezelfde stijl, soms in het bos, soms in wat opener omgeving. En vaak met een oude "voiture" erbij.

 

Uiteindelijk belanden we bij een heel mooi strand, la Vieille, een beschutte kom tussen wat rotsen, waar ook een aantal boten voor anker liggen.

 

Bijzonder is dat er op het hele eiland maar op een paar plaatsen horeca is. Bij dit strand staat in het hoogseizoen dan nog wel een kar, waar je ijs, drank of een sandwich kunt kopen, maar verder is het raadzaam eten en drinken mee te nemen.

We hebben een dag later een mooie zeildag naar Pornic. We gokken op een winddraaiing bij de ingang van het vaarwater tussen een eiland en het vasteland van Ile Noirmoutier , en dat komt helemaal goed uit. En we kunnen rechtstreeks koers zetten naar Pornic. Routering succesvol! 




We meren af in Pornic, ook weer een van onze favoriete plaatsen.

 
 
Hier is, vinden wij, een van de leukste terrassen aan de Franse kust, de Fraiseraie, een crêperie annex ijssalon. Onder de bomen, hooggelegen, met zicht op de droogvallende rivier ligt het terras, dat in een blog van een van de voorgaande jaren staat. Zie de drukte bij de ijssalon.
 

 

We vallen voor een crêpe met cider, een perfecte Bretonse combinatie.

We liggen vrijwel in de haveningang afgemeerd, dus wat hobbelig water als er in- of uitgevaren wordt. Naast ons meren Fransen af. Er wordt niets gezegd, geen oogcontact gemaakt, en ook verder op z’n Frans afgemeerd, d.w.z. de boeg van de boot trekken ze zo dicht mogelijk tegen onze boot aan en de achterzijde waaiert dan maar uit. Daar hebben we maar een stokje voor gestoken, denkend aan onze nachtrust. We willen graag wat lengte en speling op de lijnen.

Van Pornic zeilen we de volgende dag naar la Turballe. De voorspelling van de weerpredict-app komt precies uit. We krijgen winden uit allerlei hoeken en allerlei sterktes, landwind komt vlagerig door. Het houdt ons lekker bezig. De kust ten westen van Pornic is erg mooi. Tussen het groen staan oude villa's met ommuurde tuinen tot aan het strand. We verbeelden ons dat dit grote familiehuizen zijn die vooral 's zomers gebruikt worden.
 
 
 
Een heerlijke zeiltocht met, zoals gebruikelijk deze reis, warm zonnig weer. Onderweg zien we ook nog vissers in span vissen. Dat zie je niet vaak.


 

Heel even was er helemaal geen wind [we zaten in het oog van een hoog(je)], en dan… kan je bijv. gaan lezen.


La Turballe is een visserijhaven met een goed voorziene marina met zelfs broodbestelservice, maar la Turballe zelf is niet zoveel aan. Het heeft wel een héél mooi strand, dat langs de hele baai loopt. Met dit mooie weer is het een genot om de langs het strand de 7 km naar Pen Bron te lopen. Een derde van de wandeling gaat over het naaktstrand. Word je ook niet vrolijk van wat daar allemaal te zien is.........We steken Van Pen Bron met een primitief veertje over naar het gezellige Croisic, drinken daar een biertje en lopen weer terug.





 
In Croisic kan je met een scherp jacht met enige diepgang alleen aan een mooring liggen.  



 

In Turballe zien we een modern minitransat bootje met daggerboards en een vreselijk diepe kiel met de kraan gelift worden. Een vrouw is druk bezig de boot in orde te maken. Hoe je op zo’n beweeglijk racemachinetje tijdens een overtocht op de Atlantische oceaan nog aan je slaap kan komen is ons een raadsel.


Met alweer mooi weer zeilen we naar Tréhiguier, een plaatsje aan de monding van onze thuisrivier, de Vilaine. Daar pikken we een van de vier bezoekersboeien op. Het ligt daar leuk. Uitzicht op het kleine vissersplaatsje én op de stroom zeilboten die de Vilaine op en af vaart.


Een visser keert - hopelijk met vangst - weer terug aan de mooring.
 
Veel om ons heen valt droog, wij blijven net drijven.


En dan varen we de volgende dag verder om door de sluis bij Arzal te gaan. Het is laag water, beetje eng of we gaan vastlopen, maar volgens de berekeningen moet het lukken. Onderweg zien we wel de boeien van de vaarweg die soms op het droge liggen….We gaan er van uit dat de rivier de buitenbochten uitslijpt, waardoor deze het diepst zijn. En dat blijkt goed uit te pakken.


En dan is onze super mooi weer tocht vrijwel ten einde. Nu opruimen, zoeten van de boot/zeilen etc., en genieten van het leven in La Roche Bernard!