In
St. Peter Port luieren we nog een extra dagje. Vlak bij de haven zien we tot onze verbazing een
klein ‘zuidasje’ staan van grote banken, trustkantoren e.d. Het dorp zelf is ruim
voorzien van hanging baskets, per winkel hangen er minstens vier van dit reuzenformaat. Het kan niet op.
’s
Middags gaan we het dock uit naar een (tidal) visitors pontoon om de volgende dag op het juiste (tij)moment te
kunnen vertrekken. Op naar Jersey. De eerste twee uur varen we halve wind in
onrustig water; de stroomrichting staat tegen de windrichting in en er is een
behoorlijke dwarsdeining. In de buurt van Jersey valt de wind deels weg en houden we de deining
(met zeilgeklapper) weer over. Met motor bij varen we het laatste stukje en
meren we af in het marina dock van St. Helier. Daar is het enorm druk, met moeite
vinden we nog een plaatsje.
Het
waterfront van St. Helier is inmiddels fraai geworden. Zo is er de Liberty Wharf, een nieuw winkelcentrum achter een
oude gevel. Een kijkje in de oude markthal kan natuurlijk ook niet worden
gemist.
We
slenteren door het centrum en verbazen ons over de omvang van het
winkelcentrum, te vergelijken met Utrecht, terwijl St. Helier minder inwoners
heeft dan Zeist. Veel juweliers overigens. En het is behoorlijk druk, we zien
voor het eerst veel mannen keurig in het pak mét das. Het fiscale klimaat is
hier prettig, zodat de financiële wereld
hier goed vertegenwoordigd is met kantoren.
’s
Middags gaan we met de bus naar Gorey, een leuk kustplaatsje met een groot
kasteel.
Heen
en terug een andere route, zo zie je nog eens wat.
Dinsdag,
14 juli, varen de meeste Fransen vroeg
weg; zij gaan hun nationale feestdag vieren op de vaste wal van Frankrijk. Het miezert wat, maar rond elven
wordt het droog en gaan we er op uit. Bij de VVV hebben we een mooie fietskaart
gekregen, waarop per route de afstanden, restaurantjes, toiletten, hellingen en
hun zwaarte staan aangegeven. Beter kan niet.
We fietsen langs de prachtige baai van St. Aubin naar het wat luxe
aandoend St. Aubin voor de ochtendkoffie.
Vervolgens
via een oud treinspoor naar de vuurtoren op het zuidwestelijkste puntje van
Jersey, La Corbiere.
Een
ruig gebied met veel rotsen en, zoals langs de kust van alle Kanaaleilanden, overal bunkers. Onze conditie wordt danig op de proef gesteld, we moeten zelfs over een pad met keien. Uiteindelijk
dalen we af naar St. Ouensbay aan de westzijde van het eiland, een prachtig
strand en zelfs wat duinen. Daar lunchen we en vervolgens fietsen we dwars over
het eiland met wat colletjes om de lunch te verwerken weer terug. Een prachtige
route over erg smalle weggetjes, de ‘green lanes’ waar auto’s maar 22 km/uur
mogen rijden.
En
met mooie vergezichten over het eiland, heel lieflijk allemaal. Het
lijkt erop dat alle grote boerenhoeven zijn verbouwd tot exclusieve woningen.
De zon is inmiddels goed doorgebroken en het wordt zelfs weer warm. Heerlijk. Uiteindelijk
belanden we weer in de baai waar we als eerste langskwamen.
Morgen willen we naar Bretagne. Een heel
gereken met de zeer veranderlijke weersvoorspellingen en de stroom.
Lukt
dus niet. De weersvoorspelling: rain, drizzle, mist and fogpatches. Zeer slecht
zicht. We gaan lekker de stad in. ’s Middags klaart het op en gaan we met de bus
naar Greve de Lecq, een baai in het noorden van Jersey voor een …strandbezoek.
Jawel. Een klein strand tussen de rotsen.
Op
de foto is al een grijze laag op zee te zien. Binnen een uur zitten we in de
zeemist en zijn wij dus weer snel vertrokken..
Donderdag
staan we om half zes op (!). Zeven uur uitvaren. Eventuele mist verdwijnt in de
loop van de ochtend, althans dat is het weerbericht. Iets voorbij Jersey
belanden we toch in de mist
(en dan doet de radar het natuurlijk net niet, dus op de klussenlijst) en iets voor Ile de Brehat aan de Franse kust is de mist weg. De wind mag geen naam hebben, zodat de motor weer bijgaat. Dit stuk moét je in één getij halen, anders sleurt de stroom je weer van de bestemming weg. Hier staat op de top van het tij vier knopen (ruim 7 km per uur) dwarsstroom! Daar komt ook de zon door en wordt het opeens heerlijk warm. We laten ons met de stroom meedrijven de rivier de Trieux op naar Lezardrieux, een heel klein plaatsje waar we bij de bakker verse crêpes kopen. We trakteren ons verder op een kir bij het het jachtclubje.