Met de Pintail op reis

Met de Pintail op reis
Pintail

dinsdag 28 juni 2016

Om de westpunt van Bretagne


We verlaten Roscoff en belanden vrij snel in de mist tussen de rotsen in de slingerende doorvaart tussen het vasteland en Ile de Batz. De mist trekt uiteindelijk wat op en ook de wind komt door. Met halve wind varen we naar ‘L’Aber Wrac’h. Oei, die Bretonse namen, onuitsprekelijk en nauwelijks schrijfbaar. De invaart is bijzonder, tussen allerlei rotsen door, maar de betonning wijst ons de weg.



In de haven blijk veel stroom te staan, het lukt ons alleen met hulp van anderen de boot aan een vingerpontoon af te meren. Ook hier blijven we een dagje. Met de fiets trekken we het achterland in en via heel wat heuvels en gehuchtjes komen we uiteindelijk weer aan de rivier de Aber uit, nu bij Paluden, een volkomen verstild plekje. Net als enkele jaren geleden, is ook nu het in de vaargids aangeprezen café op de brug nog dicht.

´s Avonds eten we een hapje in een restaurant met dit geweldige uitzicht

We gaan nu de westelijke punt van Bretagne ronden. Die bestaat uit twee beruchte doorvaarten, waarvan we de eerste de volgende dag nemen, het Chenal du Four. Het is daar erg belangrijk om met stroom en wind mee er doorheen te varen. Dat is nu geen probleem, want het waait nauwelijks, de coëfficiënt is laag en er is vandaag eens geen mist. Aan de zuidkant van het Chenal ronden we de kaap met daarop de oude en de nieuwe vuurtoren Saint Mathieu en de ruïne van een klooster. Een bijzondere combinatie van gebouwen.

Het laatste stuk komt de zon zelfs door en trekt de wind nog aan, zodat we het leuke Camaret sur Mer op z’n mooist zien bij het binnenvaren van de haven. In Camaret is het traditie – althans zo gaat het verhaal - dat de vissers hun schepen op natuurlijke wijze laten wegrotten bij de kade. Dat is inmiddels een toeristische trekpleister.

We hebben de pech dat het zondag het jaarlijkse motorenfeest is. Honderden "motards" verzamelen zich bij het kerkje op het haventerrein om de persoonlijke zegen van mijnheer pastoor te ontvangen. En dan maar lekker scheuren door het dorp. Ieder zijn hobby.......
Het weer doet Schots aan: is het ’s ochtends mooi, ochtendkoffie buiten,

en denk je dat dit zo blijft, dan is het ’s middags opeens bewolkt en erg koud/ soms regenachtig. Het doet zich ook andersom voor, maar de jaargetijden komen allemaal elke dag langs. Geen weer voor een herhaling van de al eerder gemaakte mooie wandeling over de hoge rotsenkust.
De weersvoorspelling dwingt ons wat sneller langs de volgende beruchte doorvaart, de Raz de Sein, te varen. Er is nog maar één dag met westenwind met een noordcomponent in de weersvoorspelling, de rest van de week is het ZW wind, niet zo geschikt. Het plaatsje Douarnenez bewaren we wel voor de terugtocht t.z.t.

Het vertrek wordt door het getij bepaald, dit keer kwart voor zes op, zeven uur uitvaren. Tja, dan kijk je uit het luik en zie je een grijze lucht met miezerregen, slecht zicht….kiezen op elkaar en toch maar gaan. Maar goed ook, want het is weer Schotlanddag: ’s middags, na de probleemloze nog wat heiige passage van de raz,

 klaart het helemaal op. En als bonus krijgen we tot twee keer toe bezoek van een aantal dolfijnen. Ze vinden het kennelijk leuk om rond de boeg te spelen. Op het laatste stuk zien we ook nog een zwaaivis, een vis die met zijn rugvin voortdurende van links naar rechts zwaait. Grappig beest. Met mooi zonnig weer en 4 Bft zeilen we de rivier de Odet op, langs de mooie vuurtoren,

naar Sainte-Marine, een allerliefst dorpje met een mediterraan aandoende oude haven. Veel terrasjes, strandje, dobberende gekleurde bootjes.

De volgende dag wordt het na de lekkere ochtendzon weer grijs. Toch gaan we erop uit, met de fiets door de duinen en langs het strand naar het 10 km verderop gelegen plaatsje Ile Tudy, dat op een landtong tussen de zee en een binnenmeer ligt..

Met de ferry gaan we over naar het havenplaatsje Loctudy. Daar staan heel wat oude landhuizen, sommige op bossige privé eilanden.

Net op het moment dat we weer op de terugweg willen gaan, begint het wat te miezeren. Het veerbootje vaart gelukkig direct af en we kunnen hard fietsend langs de duinenrand de regen net voor blijven. Aan boord maken we plannen voor de komende dagen.