Bijzonder is dat het gemeentehuis is gehuisvest in een oude fabriekshal.
Na een dag hebben we het wel weer gezien. We willen
verder. Met harde wind zeilen we naar Middelfart. Het is koud en voor het eerst
zien we de zon niet, althans totdat we daar afmeren. De jachthaven van
Middelfart ligt schitterend aan de voet van glooiende heuvels en is omringd door
beboste eilanden.
Nadat we het havengeld betaald hebben wordt Frits op de steiger door
een Deen aangeschoten met de vraag of hij wil bemannen op een Dehler 34 in de
woensdagavondwedstrijd. Hij krijgt 10 minuten om zich klaar te maken! Getraind
in de woensdagavondwedstrijden bij Lelystad kan hij dit natuurlijk niet laten
lopen. Het wordt een prachtavond. Windkracht 4 Bft, wedstrijd op stroom tot wel
twee knopen, zon, vlak water en een mooie omgeving. Op de foto is het mannetje met de benen buiten boord op de DEN 4520 Frits.
De eigenaar van de Dehler was uiteindelijk erg tevreden, want ze zijn eerste geworden! Algehele euforie. Hij nodigt ons uit voor een zeilershap en bier bij de bekendmaking van de uitslag in het clubhuis. Het wordt een gezellige avond. Een leuk intermezzo in onze reis.
Van Middelfart gaan we tegen de koude wind in op de motor naar
Fredericia, een industriestadje en oude vestingstad, maar van dat laatste is
niet veel meer te zien. We meren af in een gloednieuwe haven. Het nieuwe
havengebouw ziet er schitterend uit, grote badkamers, een volledig ingerichte
keuken en eettafels etc, maar de sfeer is wat zielloos. We fietsen een eind
langs de kust en eindigen in de binnenhaven, waar een soort Sail begint. We
zijn er getuige van hoe een Pools tall ship langs de kade wordt gemanoeuvreerd.
Daar komt heel wat bij kijken.
We vertrekken de volgende dag weer snel uit deze
saaie haven en met ruime wind (en zon) zeilen we naar Tunö, een eilandje met
een hoog Vlielandgehalte. Mooie natuur, volgestapeld jachthaventje, autoloos, klein dorpje en de
kerktoren fungeert ook nog als vuurtoren! Een echte aanrader. Jammer dat we
morgen door moeten. We moeten wel gebruik maken van de gunstige wind.
Om acht uur ’s ochtends verlaten we dit mooie eilandje.
Het is bewolkt, fris, en er staat een mooie 4 a 5 Bft, halve wind. We lopen 7 à
8 knopen. Als de wind wat afneemt zetten we de halfwinder.
Uiteindelijk belanden we in Grenaa, een klein stadje
in Jutland. Hier doen we per fiets weer voor een paar dagen boodschappen. Het
plaatsje ligt 3 km van de haven; naast de haven is aan een groot deel van de kust
een mooi duingebied met strand. Veel leuke authentieke vakantiehuisjes, zoals
je ze bij ons op de wadden ook wel ziet, maar dan natuurlijk met een Deens
sausje.
De haven zelf
ligt in een “recreëren aan het water” gebied. Het is omringd door (huur)huisjes
en eetgelegenheden. Ziet er wel goed uit.
We steken vervolgens het Kattegat over, althans voor de
helft, want we gaan naar het kleine eilandje Anholt. Er is weinig wind (en veel
zon; wat boffen we toch met het weer) dus motoren we de 30 mijl. We passeren een van de grootste windmolenparken
van Europa: 111 molens op 88 km2. Geen kleinigheid. We kunnen alleen de eerste
molens zien, de rest verdwijnt uit het gezichtsveld, zo ver weg staan ze.
En dan belanden we op Anholt. Een eiland met 160
inwoners en een bijzondere natuur. Naast de haven - die in de zomer barstensvol schijnt te liggen, maar nu redelijk leeg is - ligt één van de vele mooie witte
stranden.
We fietsen tegen de avond nog wat rond. Stevig klimmen,
want rond de haven liggen de twee beboste ‘bergen’ van het eiland. Het
middendeel is een soort hoogvlakte van duinen; het wordt wel ‘the Desert’ genoemd, omdat het er erg warm kan worden.
We blijven hier waarschijnlijk nog twee dagen gunstige wind afwachten, dus in het volgende blog meer over dit mooie eilandje.