Met de Pintail op reis

Met de Pintail op reis
Pintail

vrijdag 21 juni 2019

Authentieke Baskische havens

Na vier zonnige dagen Bilbao zeilen we halve wind 30 mijl naar het oosten om in het plaatsje Bermeo af te meren. Onderweg hangen donkere wolken boven het land, maar we houden het droog en het is niet koud.



 
Bermeo is vanwege zijn ligging al sinds de Romeinse tijd van bijzondere nautische betekenis. We zien de welvaart terug in de panden.


 
Baskische plaatsen zoals Bermeo liggen vaak amfitheatergewijs rond de naar het oosten gerichte haven.
 
 


In Bermeo ligt een groot langwerpig plein met veel bomen, en hierop bevinden zich allerlei speelvoorzieningen voor kinderen. Het is er druk zo rond 19.00 uur. De (groot)ouders zitten op de omringende terrassen. Wij pakken hier ook een wijntje en slaan dit tafereel gade. Omdat het een groot plein is, lijkt het wel of we midden op een druk schoolplein zitten. Er zijn in de Spaanse plaatsen overigens erg veel speelvoorzieningen.

Ook hier in Bermeo zien we weer van die kleurrijke smalle straatjes. Dat blijft een feest om te zien. De Baskische vlag is dan altijd wel ergens te zien.


 
s Avonds zien we het trainen voor een van de lokale sporten: roeien met 13 man en een stuurman die zich de longen uit het lijf schreeuwt. Twee ploegen houden een wedstrijd. Het gaat snoeihard. Spectaculair om te zien. Met deze boten roeien ze op zee, ook als er forse golven staan. Stoere mannen!


De volgende dag staat er helaas geen wind en motoren we 20 mijl verderop naar een ander leuk plaatsje, Mutriku.

De kust waar we langs varen is in het algemeen minder ruig dan verder naar het westen.



 
 
 
 
Maar ook hier kan de oceaan verwoestend werken. Niet voor niets zijn de havenpieren stevig aangelegd.


Op de havenpier van Mutriku staat een groot bouwsel. Daar vindt een experiment plaats om met de golven stroom d.m.v turbines op te wekken. Volgens de bijzonder aardige havenmeester valt het resultaat tegen. Het zou alleen bij matige golven stroom opleveren.

 

Vanaf de Middeleeuwen was ook dit plaatsje welvarend door de scheepsbouw, handel en visserij. Rijke families bewoonden er een palacio. Een aantal staan er nog, met hun familiewapens zeer groot op de voorgevel.

 

Het hele stadje kijkt als het ware op ons neer, we liggen midden in een amfitheater.


 
Het dorpje is een wirwar van trappen en pleintjes.

 

Maar een ding is zeker: naar beneden kom je altijd in de haven uit.

 

Als we vreemde geluiden uit een soort sporthal horen, kijken we even naar binnen. Daar vindt een ons onbekende Baskische sport plaats: pelota. Een mengvorm tussen squash en kaatsen. Twee spelers met een langwerpige korf aan hun arm slingeren een leren balletje tegen een hoge muur. De ander probeert deze te vangen en soms in een doorgaande beweging door te slaan. Spectaculair.


We lezen dat de visserij hier door de overheid is weg gesaneerd. We zien wel grote loodsen voor visopslag/verwerking, maar vissers zijn er nauwelijks meer, behoudens de privévissertjes, die met kleine bootjes de zee op gaan.