Het is niet meer zo zonnig,
en daarom besluiten we maar niet ergens op de rivier voor anker te gaan, maar
om er met de fiets op uit te trekken. Frits heeft een boekje met fietsroutes
gekocht, maar die blijken vooral voor mountainbikers te zijn. Dat betekent dat het
meestal wel fietsbaar is, maar dat het soms ook wat ploegen is met de fiets, in
dit geval door paadjes die dicht begroeid zijn met hoog gras…duidelijk te weinig
fietsers voor ons geweest. Maar in alle gevallen zijn het prachtige routes over
rustige wegen en paadjes.
La Roche Bernard heeft een
intiem klein marktpleintje, waar het heerlijk toeven is op een van de
terrasjes. Doen we dus vaak. Op vrijdag blijkt er boekenmarkt te zijn en daar
scoort Frits twee boeken over/van Eric Tabarly, de Franse zeilicoon, die op zijn zesde schip door de giek overboord is
gezwiept en is verdronken. Een mooie aanvulling op ons eerdere museumbezoek aan het Centre Tabarly én
een goede oefening voor onze Franse taal.
Het plaatsje La Roche Bernard ligt hoog op de rotsen. De dag begint dan ook met een klim (van Frits) om ons dagelijkse verse stokbroodje te bemachtigen. Het heeft een schilderachtig oud gedeelte.
We bezoeken ook nog het kleine
museum van La Roche Bernard. Er zit niet veel lijn in de overvloedige
uitstalling, maar we begrijpen wel dat La Roche Bernard vroeger (toen eb en
vloed nog vrij spel hadden op de Vilaine) voor de scheepvaart(bouw) van belang
was.
We hebben een mooi zicht
vanaf onze ligplaats op de rivier (stroomafwaarts)
en op de wallekant, waar
de rots prominent aanwezig is en waar ook de bekende gele rondvaartboot ligt
afgemeerd. Wij betwijfelen of dit schip wel voldoende klandizie heeft, want we
zien hem vaker afgemeerd liggen dan varen.
Wel veel klanten heeft een
klassiek zeilschip, waarop een paar uur meegevaren kan worden
Vanaf de 50 meter hoge brug hebben we een mooi zicht op de rivier (stroomafwaarts)
Op de laatste dag maken we nog een leuke wandeling langs de rivier, die start langs de oude haven.
Bij terugkomst begeeft
onze waterpomp het alsnog. Wat een timing. En dan komt het moment dat de Pintail de wal opgaat. We varen naar de
slipway en wachten op de trekker, die stipt op de afgesproken tijd aankomt. En
dan gaat de boot naar zijn droge stallingsplek. Dat gebeurt uiterst zorgvuldig.
Niets dan lof daarvoor.
Voor het eerst gaat de boot via een slipway en niet gehesen door een kraan, uit het water. |
en voilà, daar staat ze dan op 40 meter hoogte
De werfbaas Alexis geeft
ons vervolgens ook nog een lift naar het 30 km verderop gelegen Redon, waar we
de volgende dag op de TGV stappen. In Parijs is het nog even rennen met de bagage
om op tijd van het gare Montparnasse naar het gare du Nord te komen, vanwaar de
Thalys ons naar Rotterdam rijdt. Met het OV zijn we 9 uur later weer thuis.
We hebben weer een
geweldige tocht achter de rug. Het was een koude, grijze en mistige start, maar
die is in Zuid Bretagne ruim goedgemaakt. We hebben genoten van het relaxte Franse leven,
het heerlijke eten, het knapperige stokbrood, de leuke plaatsjes, de mooie
natuur, het lekkere klimaat, het mooie zeilgebied met veel "blue water sailing", en niet te vergeten de dolfijnen.
Maar ook de Fransen die we ontmoetten waren zeer vriendelijk en behulpzaam, soms wel een beetje gereserveerd. De ontvangst in de havens door de havenmedewerkers was altijd prima verzorgd. Waren er minpuntjes? Ja, de vuilwatertank die regelmatig niet wilde lozen omdat
er kennelijk een prop voor de opening zat, zodat Frits onder het varen deze van
boven met een trekveer moest wegraggen. En het wegpompen van het zwarte water via de haveninstallatie is in Frankrijk nog niet goed geregeld.We verbaasden ons erover hoeveel hier
nog gerookt wordt. Je ziet hier veel mensen rokend over straat lopen en
vervolgens de peuk op de grond achterlatend, zelfs als er asbakken zijn
neergezet. Daarnaast ergerden we ons aan de hondenpoep, die regelmatig op de
steigers (en natuurlijk ook op straat) te vinden is. Een plasje tegen het
paaltje van de elektriciteit- en watervoorziening op de steiger wordt hier
kennelijk ook heel normaal gevonden. Verder is het jammer dat ons Frans
niet zodanig is, dat we snel een praatje bij de pomp kunnen voeren met de Fransen,
terwijl de gemiddelde Fransman nauwelijks (verstaanbaar) Engels spreekt. Maar
dat alles weegt niet op tegen het plezier dat we aan deze reis beleefd hebben . We
verheugen ons alweer op onze terugkeer.