Door internetperikelen zijn we een tijdje uit de lucht geweest. Nu dus een lang blog.
We kwamen uitgehongerd in
La Rochelle aan en dan is de oude haven een goede plaats. Je stapt van de
steiger zo een keur aan terrasjes binnen.
We zijn dan ook direct naar
het terras van een sushirestaurantje gesprint. Erg gezellig en lekker. Maar
helaas….de visjes vallen niet goed bij Frits, die daar twee dagen door
gehandicapt is.
La Rochelle staat bekend
om haar torens en arcades.
de oude haven |
oude vuurtoren |
De kooplieden uit de
gouden eeuw bouwden hun panden met arcades, waardoor de handel ook door kon
gaan bij slecht weer. Slim bedacht. Straten lang kan je zo droog afleggen. Wel
fijn, want er vallen de nodige buien deze dagen.
De hele binnenstad bestaat
uit oude panden uit diverse tijdperken. Erg mooi om doorheen te dwalen. Een van
de bekendste monumenten is de 14de eeuwse stadspoort aan de oude
haven. Er dansen daar dit seizoen allerlei poppen boven het publiek.
We bezoeken ook nog het
scheepvaartmuseum. Dat biedt aan eigenaren van klassiekers een ligplaats. En
daar liggen er heel wat van. We genieten hier van de films over de bekende oude
Franse zeilhelden, zoals Moitessier, die eerste zou worden in de eerste non
stop rond de wereld solo zeilrace, maar zich bedacht en niet terug wilde naar
de jachtige westerse wereld en zich vervolgens vestigde op Tahiti.
De laatste avond in La
Rochelle brengen we door op de Amigo bij
kustzeilers Rieneke en Willem. Zij leggen dit jaar de Amigo ook in La Roche Bernard neer.
Na vijf heerlijke dagen in
deze stad zeilen we, voor het eerst aan de wind en i.v.m. regen voor het eerst (!)
in zeilpak, naar Île d’Oloron, 12 mijl verderop, een eiland ter grootte van
Texel. We meren af in de noordelijkste haven, St. Denis-d’Oloron, en dat blijkt
een goede keus te zijn. Mooie marina, prima sanitair en veel
wasmachines/drogers. Alles is weer schoon!
De volgende dag is het
weer goed weer en kunnen de fietsen weer uit de tassen. Met een kaartje met
fietsroutes crossen we zo’n 45 km door de bovenste helft van het eiland. De
dorpjes stellen niet veel voor, ze kennen niet de welvaart van Ile de Ré, maar
de natuur is veel gevarieerder en interessanter. We komen door een
moerassengebied met de restanten van de zoutvelden, die in oude tijden door
monniken zijn geëxploiteerd. De winst ging naar de kerk. Ja ja! De overlaatjes en kleppen staan er nog.
Maar we fietsen ook door
bossen en duinen en langs wijngaarden (voor de cognac en pineau).
De andere haven van dit
eiland, Boyardville, blijkt erg toeristisch, tot en met het verschijnsel van
een fish en chips tent. Heel onfrans. Goed dat we hier niet geland zijn.
Voordat we vertrekken help
ik een grote catamaran met vier heren om aan te leggen. De eigenaar blijkt
achteraf erg blij, zijn vrienden hadden niets met varen (dat bleek mij wel), en
wij krijgen uit eigen familiebedrijf heerlijke koekjes, een soort boterkoekjes.
Daar zouden we nog dagen op teren, erg lekker op momenten dat je wel honger
hebt maar geen zin om iets te maken.
De volgende dag varen we
om de noordpunt van het eiland de zee op. We willen naar het 50 mijl
zuidelijker, aan de Gironde gelegen, Royan, maar door tij en stroom halen we
dat niet in een dag. Dan maar een tussenstop. Met veel moeite ontdek ik een
plekje aan de westzijde van Ile d’Oleron, waar we zouden kunnen ankeren. Ook
staat er iets van corps morts op de kaart, moorings. Er op af. Wat blijkt, een mijl uit de kust
ligt in de Atlantische oceaan één mooring temidden van een veld vol visstaken.
Een prachtige en unieke tussenstop.
zonsondergang op de oceaan |
De volgende ochtend zetten
we de reis voort, half op de motor en half op zeil, vnl. langs een duinenkust,
net het stuk tussen Zandvoort en Den Helder. De monding van de Gironde is erg
breed en lijkt een beetje op de mondingen van de Zeeuwse stromen. De kust
blijft duin en strand.
Royan ligt 13 mijl
stroomopwaarts. De rivier is daar nog vier mijl breed. We zagen de overkant
nauwelijks. Royan is aan het eind van de Tweede Wereldoorlog voor 95 %
platgebombardeerd en we verwachten dan ook niet veel. Maar het blijkt een mooi
aangelegde nieuwe stad te zijn, veel laagbouw, alles spierwit met rode daken en
veel brede straten met bomen en bloemen.
Bovendien blijkt het een grote badplaats te zijn. Ook een grote wel
voorziene jachthaven. Leuk om eens gezien te hebben. De grootste bezienswaardigheid
is een kerk in de vorm van een schip. Dat laatste zien wij niet zo terug.
de markthallen, een ronde paddestoel |
In elke Franse stad(je)
staat een mooie carroussel. Geen storende deuntjes, wel altijd een mooie beschildering. Ze hebben allemaal een
ander thema.
De haven bemiddelt in een
huurauto die netjes op het afgesproken tijdstip aan de haven wordt bezorgd.
Daar kunnen we hem ook weer inleveren. Goede service! Met deze auto rijden we
naar het 125 km zuidelijker gelegen Bordeaux. Daar konden we wel met de boot
naar toe, maar dat betekende 52 mijl motoren door vies bruin water, en ook weer
terug. Hadden we geen zin in.
Bordeaux is een prachtige
stad met een Parijse uitstraling. De hele binnenstad staat op de
werelderfgoedlijst.
Het waterfront is indrukwekkend. Erg leuk is daar het spiegelplein. Voor een
van de fraaie gebouwen ligt een vlak betegeld plein waarop een heel dun laagje
water ligt. Daardoor spiegelen de gebouwen. Hoe bedenk je het.
Net als we ons afvragen
hoe ze dat nat houden, gebeurt dit:
Iedereen sprint de tegels
op en maakt selfies of foto’s van
anderen. Erg geestig.
Verder staan er veel
monumentale gebouwen en kunstwerken. Zoals dit monument (van de Girondijnen) met
aan de voet van een gigantisch hoge zuil aan beide zijden twee beeldengroepen
met fonteinen
het theater |
Een geslaagd bezoekje. ’s
Avonds is het rekenen en weer bestuderen. We moeten het weergat van morgen
gebruiken, daarna volgen dagen hardere noordenwind. Jammer, want we hadden
graag nog de vuurtoren in het midden van de ingang van de Gironde bekeken.
Daarin zijn voor Lodewijk XIV Koninklijke vertrekken aangebracht. Moet
indrukwekkend zijn, met veel marmer. Andere keer dan maar.
Grotendeels op de motor
tuffen we met een lichte noordenwind in warm weer terug naar la Rochelle. Bij het verlaten van de Gironde komen we bij dit lichte weer al in roerig water terecht. We voelen ons beiden niet erg lekker na het
eten van gister in Royan. Kennelijk kunnen we niet meer tegen zoveel vet (met
boter gemaakte sauzen) in het eten. In de baai bij La Rochelle staat deze bijzondere vuurtoren uit 2000. Het is een replica van de vuurtoren op het eind van de wereld in Patagonie, dat na verwoest te zijn, ook weer is hersteld..
Inmiddels hebben we al
weer dagen problemen met het legen van de vuilwatertank. Gevolg o.a. : wij op
de emmer en een fontein spuit aan dek de slurrie uit als Frits de dop opent.
In La Rochelle duiken we dan ook de grote marina in om te tanken en de
p…bak leeg te slurpen met de automaat, zodat Frits de slangen weer los kan
maken. Wat een gedoe. We hopen nu definitief van de ellende af te zijn.
In de marina zijn wij één
van de 4800 schepen. Wat een indrukwekkende hoeveelheid. Maar de omgeving is
niet veel zaaks. Een minikermis met bijbehorend dronken gelal, woonbunkers en
veel asfalt en beton. Dan is de oude haven vele malen leuker.
en dit is nog maar een stukje van de marina |
We bezoeken de volgende
dag het mooie aquarium. We hebben eindeloos veel vissen gezien in allerlei
kleuren en maten in zeer grote aquaria. Teruglopend zien we opeens de Rolix van kustzeilers Lidy en Rolf liggen. Ze
blijken net te zijn aangekomen. Bij de borrel op de Rolix en het gezamenlijke eten aan de oude haven praten we weer
helemaal bij.
Zondag zetten we koers
naar Île de Ré. Onderweg komen we de Valentijn
van Martien en de Hartstocht van Joost tegen op het water. We roepen elkaar “veel
plezier”ed. toe en vervolgen onze weg, kruisend in een zoele temperatuur. In
St. Martin en Ré komen we als derde in een pakketje te liggen. De
havenmeesteres duwt iedereen met haar bootje naar de gewenste plek. Een actieve
meid. Later zal het rijtje achter ons aangroeien tot 6 dik. En dan natuurlijk
wel een kleintje ertussenin en aan het vrije eind de grootste boten. Franse
logica. Iedereen is met lijnen in de weer, want het waait inmiddels 5 Bft. Net
Vlieland van vroeger. Gezellig, altijd wat te zien. Het is duidelijk dat de
eerste golf vakantiedrukte doorkomt.
St. Martin de Ré is een
vestingplaatsje.
We fietsen dit keer naar
het zuidelijk deel, dat weer heel anders is dan het noordelijk deel met de zoutvelden. Nu weer bos en stranden. ’s
Middags borrelen we met de bemanning van de Caesura,
ook weer kustzeilers. We zouden hier wel een zomertochttrefpunt van kustzeilers
kunnen maken, want in de volgende haven, Les Sables d’Olonne, liggen de Fleurie,
Rolix, Valentijn en Hartstocht.
uitzicht vanaf de boot op de sluisdeur van Saint Martin de Ré |