Met de Pintail op reis

Met de Pintail op reis
Pintail

woensdag 12 juli 2017

La Rochelle en zuidelijker


 Door internetperikelen zijn we een tijdje uit de lucht geweest. Nu dus een lang blog. 
We kwamen uitgehongerd in La Rochelle aan en dan is de oude haven een goede plaats. Je stapt van de steiger zo een keur aan terrasjes binnen.

We zijn dan ook direct naar het terras van een sushirestaurantje gesprint. Erg gezellig en lekker. Maar helaas….de visjes vallen niet goed bij Frits, die daar twee dagen door gehandicapt is.

La Rochelle staat bekend om haar torens en arcades.
de oude haven
oude vuurtoren
De kooplieden uit de gouden eeuw bouwden hun panden met arcades, waardoor de handel ook door kon gaan bij slecht weer. Slim bedacht. Straten lang kan je zo droog afleggen. Wel fijn, want er vallen de nodige buien deze dagen.


De hele binnenstad bestaat uit oude panden uit diverse tijdperken. Erg mooi om doorheen te dwalen. Een van de bekendste monumenten is de 14de eeuwse stadspoort aan de oude haven. Er dansen daar dit seizoen allerlei poppen boven het publiek.


We bezoeken ook nog het scheepvaartmuseum. Dat biedt aan eigenaren van klassiekers een ligplaats. En daar liggen er heel wat van. We genieten hier van de films over de bekende oude Franse zeilhelden, zoals Moitessier, die eerste zou worden in de eerste non stop rond de wereld solo zeilrace, maar zich bedacht en niet terug wilde naar de jachtige westerse wereld en zich vervolgens vestigde op Tahiti.

De laatste avond in La Rochelle brengen we door op de Amigo bij kustzeilers Rieneke en Willem. Zij leggen dit jaar de Amigo ook in La Roche Bernard neer.

Na vijf heerlijke dagen in deze stad zeilen we, voor het eerst aan de wind en i.v.m. regen voor het eerst (!) in zeilpak, naar Île d’Oloron, 12 mijl verderop, een eiland ter grootte van Texel. We meren af in de noordelijkste haven, St. Denis-d’Oloron, en dat blijkt een goede keus te zijn. Mooie marina, prima sanitair en veel wasmachines/drogers. Alles is weer schoon!

De volgende dag is het weer goed weer en kunnen de fietsen weer uit de tassen. Met een kaartje met fietsroutes crossen we zo’n 45 km door de bovenste helft van het eiland. De dorpjes stellen niet veel voor, ze kennen niet de welvaart van Ile de Ré, maar de natuur is veel gevarieerder en interessanter. We komen door een moerassengebied met de restanten van de zoutvelden, die in oude tijden door monniken zijn geëxploiteerd. De winst ging naar de kerk. Ja ja! De overlaatjes en kleppen staan er nog.




Maar we fietsen ook door bossen en duinen en langs wijngaarden (voor de cognac en pineau).

De andere haven van dit eiland, Boyardville, blijkt erg toeristisch, tot en met het verschijnsel van een fish en chips tent. Heel onfrans. Goed dat we hier niet geland zijn.
Voordat we vertrekken help ik een grote catamaran met vier heren om aan te leggen. De eigenaar blijkt achteraf erg blij, zijn vrienden hadden niets met varen (dat bleek mij wel), en wij krijgen uit eigen familiebedrijf heerlijke koekjes, een soort boterkoekjes. Daar zouden we nog dagen op teren, erg lekker op momenten dat je wel honger hebt maar geen zin om iets te maken.

De volgende dag varen we om de noordpunt van het eiland de zee op. We willen naar het 50 mijl zuidelijker, aan de Gironde gelegen, Royan, maar door tij en stroom halen we dat niet in een dag. Dan maar een tussenstop. Met veel moeite ontdek ik een plekje aan de westzijde van Ile d’Oleron, waar we zouden kunnen ankeren. Ook staat er iets van corps morts op de kaart, moorings.  Er op af. Wat blijkt, een mijl uit de kust ligt in de Atlantische oceaan één mooring temidden van een veld vol visstaken. Een prachtige en unieke tussenstop.
zonsondergang op de oceaan
De volgende ochtend zetten we de reis voort, half op de motor en half op zeil, vnl. langs een duinenkust, net het stuk tussen Zandvoort en Den Helder. De monding van de Gironde is erg breed en lijkt een beetje op de mondingen van de Zeeuwse stromen. De kust blijft duin en strand.

Royan ligt 13 mijl stroomopwaarts. De rivier is daar nog vier mijl breed. We zagen de overkant nauwelijks. Royan is aan het eind van de Tweede Wereldoorlog voor 95 % platgebombardeerd en we verwachten dan ook niet veel. Maar het blijkt een mooi aangelegde nieuwe stad te zijn, veel laagbouw, alles spierwit met rode daken en veel brede straten met bomen en bloemen.  Bovendien blijkt het een grote badplaats te zijn. Ook een grote wel voorziene jachthaven. Leuk om eens gezien te hebben. De grootste bezienswaardigheid is een kerk in de vorm van een schip. Dat laatste zien wij niet zo terug.

de markthallen, een ronde paddestoel
In elke Franse stad(je) staat een mooie carroussel. Geen storende deuntjes, wel altijd een  mooie beschildering. Ze hebben allemaal een ander thema.

De haven bemiddelt in een huurauto die netjes op het afgesproken tijdstip aan de haven wordt bezorgd. Daar kunnen we hem ook weer inleveren. Goede service! Met deze auto rijden we naar het 125 km zuidelijker gelegen Bordeaux. Daar konden we wel met de boot naar toe, maar dat betekende 52 mijl motoren door vies bruin water, en ook weer terug. Hadden we geen zin in.
Bordeaux is een prachtige stad met een Parijse uitstraling. De hele binnenstad staat op de werelderfgoedlijst.



Het waterfront is indrukwekkend. Erg leuk is daar het spiegelplein. Voor een van de fraaie gebouwen ligt een vlak betegeld plein waarop een heel dun laagje water ligt. Daardoor spiegelen de gebouwen. Hoe bedenk je het.

Net als we ons afvragen hoe ze dat nat houden, gebeurt dit:

Iedereen sprint de tegels op  en maakt selfies of foto’s van anderen. Erg geestig.
Verder staan er veel monumentale gebouwen en kunstwerken. Zoals dit monument (van de Girondijnen) met aan de voet van een gigantisch hoge zuil aan beide zijden twee beeldengroepen met fonteinen

het theater

Een geslaagd bezoekje. ’s Avonds is het rekenen en weer bestuderen. We moeten het weergat van morgen gebruiken, daarna volgen dagen hardere noordenwind. Jammer, want we hadden graag nog de vuurtoren in het midden van de ingang van de Gironde bekeken. Daarin zijn voor Lodewijk XIV Koninklijke vertrekken aangebracht. Moet indrukwekkend zijn, met veel marmer. Andere keer dan maar.

Grotendeels op de motor tuffen we met een lichte noordenwind in warm weer terug naar la Rochelle. Bij het verlaten van de Gironde komen we bij dit lichte weer al in roerig water terecht.  We voelen ons beiden niet erg lekker na het eten van gister in Royan. Kennelijk kunnen we niet meer tegen zoveel vet (met boter gemaakte sauzen) in het eten. In de baai bij La Rochelle staat deze bijzondere vuurtoren uit 2000. Het is een replica van de vuurtoren op het eind van de wereld in Patagonie, dat na verwoest te zijn, ook weer is hersteld.. 


Inmiddels hebben we al weer dagen problemen met het legen van de vuilwatertank. Gevolg o.a. : wij op de emmer en een fontein spuit aan dek de slurrie uit als Frits  de dop opent.  In La Rochelle duiken we dan ook de grote marina in om te tanken en de p…bak leeg te slurpen met de automaat, zodat Frits de slangen weer los kan maken. Wat een gedoe. We hopen nu definitief van de ellende af te zijn.

In de marina zijn wij één van de 4800 schepen. Wat een indrukwekkende hoeveelheid. Maar de omgeving is niet veel zaaks. Een minikermis met bijbehorend dronken gelal, woonbunkers en veel asfalt en beton. Dan is de oude haven vele malen leuker.
en dit is nog maar een stukje van de marina
We bezoeken de volgende dag het mooie aquarium. We hebben eindeloos veel vissen gezien in allerlei kleuren en maten in zeer grote aquaria. Teruglopend zien we opeens de Rolix  van kustzeilers Lidy en Rolf liggen. Ze blijken net te zijn aangekomen. Bij de borrel op de Rolix en het gezamenlijke eten aan de oude haven praten we weer helemaal bij.

Zondag zetten we koers naar Île de Ré. Onderweg komen we de Valentijn van Martien en  de Hartstocht van Joost tegen op het water. We roepen elkaar “veel plezier”ed. toe en vervolgen onze weg, kruisend in een zoele temperatuur. In St. Martin en Ré komen we als derde in een pakketje te liggen. De havenmeesteres duwt iedereen met haar bootje naar de gewenste plek. Een actieve meid. Later zal het rijtje achter ons aangroeien tot 6 dik. En dan natuurlijk wel een kleintje ertussenin en aan het vrije eind de grootste boten. Franse logica. Iedereen is met lijnen in de weer, want het waait inmiddels 5 Bft. Net Vlieland van vroeger. Gezellig, altijd wat te zien. Het is duidelijk dat de eerste golf vakantiedrukte doorkomt.

St. Martin de Ré is een vestingplaatsje.

We fietsen dit keer naar het zuidelijk deel, dat weer heel anders is dan het noordelijk deel  met de zoutvelden. Nu weer bos en stranden. ’s Middags borrelen we met de bemanning van de Caesura, ook weer kustzeilers. We zouden hier wel een zomertochttrefpunt van kustzeilers kunnen maken, want in de volgende haven, Les Sables d’Olonne, liggen  de Fleurie, Rolix, Valentijn en Hartstocht. 
uitzicht vanaf de boot op de sluisdeur van Saint Martin de Ré