In Brighton wandelen we ’s avonds wat door de havenbuurt.
Het mooie nieuwbouwcomplex, heel bijzonder voor een hoog klif aangelegd, begint
wat aan vervallen te raken. Jammer, kennelijk gaat het hier in Engeland ook
niet zo goed. De volgende dag staan we
om 10.00 uur klaar om uit te varen, en wij zijn niet de enigen. Er is
wel een probleem, iedereen ligt in de modder vast en we moeten tot 12.00 uur
wachten, voordat we probleemloos uit kunnen varen. En dat in zo’n belangrijke
haven. Volgende week komt de baggeraar! Wat een planning. Met mooi weer en
rustige noordoostenwind varen we naar Cowes op het eiland Wight. Op de Solent (het
vaarwater tussen het vasteland en Wight) varen we langs een aantal forten die
midden in het water liggen.
In Cowes is voor zeilers zoveel leuks te zien. Prachtige
klassieke schepen (dit is ons uitzicht vanaf onze ligplaats),
De bekende startkanonnetjes van het Royal Yacht Squadron
Echt Engels:
En de winkel van de bekendste watersportfotograaf, de
Beken of Cowes
De volgende dag waait het te hard om een grote tocht te
maken. We zeilen een klein stukje naar Lymington. Ook weer zo’n leuk plaatsje.
Je vaart voordat je bij de kleine stadskade komt langs een lint van aan boeien
afgemeerde jachten. Boten die dus geen walverbinding hebben.
We dubben lang of we de volgende dag een lange slag naar
Weymouth zullen maken. Sommige weerberichten reppen over veel wind en bij
andere is dat weer wat minder. We besluiten te gaan, dat gat wat makkelijker
als het ook nog een mooie zonnige dag wordt. 6 Uur ’s ochtends op (ja, je moet
wat voor je hobby over hebben) en 7 uur zijn we al op het water. Het begin is
nog in de beschutting, maar we hebben veel stroom mee, dus dat schiet toch
lekker op. Langs de Needles, het westelijke puntje van het eiland Wight.
En als we daar voorbij zijn, komen we in de wind en de
golven terecht. We varen pal voor de wind (5 a 6 Bft), en dat is lastig sturen
met golven. Vanwege het rondvliegend zoute water maar even een foto van onder
de sprayhood.
We vliegen met een snelheid over de grond van ruim 9
knopen ( en zelfs af en toe 12 knots) naar Weymouth. Bij een gijp breekt de
curreyklem van de grootzeilschoot. Weer een klusje voor in de haven. Vlak bij
Weymouth zien we een ruiter in het landschap; die blijkt koning George III te
moeten voorstellen. De afbeelding is in 1800 uitgesneden uit de kalkheuvels. Is
ons nooit eerder opgevallen.
Vier en een half
uur na vertrek meren we af in de
Olympische haven. Deze haven is voor de Olympische Spelen van 2012 aangelegd en
ligt aan de voet van Portland, een hoog oprijzend schiereiland, waar
kalkzandsteen werd gewonnen (oa gebruikt in de St. Pauls Cathedral in Londen). De
haven is een oude marinehaven, en vormt nu een soort beschut binnenmeer. We
vallen met de neus in de boter, want er is een worldcup aan de gang, en de
wereldtop uit de open boten zeilerij vaart hier deze dagen wedstrijden. Alle
bootjes komen ’s ochtends en aan het eind van de dag vlak langs ons varen. Een
mooi gezicht. Zo zien we honderden bootjes, gezeten aan de wijn, voorbij
vliegen:
Er komen weer een paar dagen met windkracht 7 aan, dus blijven
we ons in Weymouth vermaken. Vandaag fietsen we de hele baai langs, van
Portland, tot een dorpje voorbij Weymouth (met dat paard). Hier een
tussenstopje bij Sandsfoot Castle, met op de achtergrond aan weerszijden van de
ruïne de breakwaters van Portland harbour.
Weymouth heeft een lange boulevard, die erg druk is,
vooral met zeer oude en/of slecht ter been zijnde mensen. Kleding jaren
vijftig.
We werken ons met gebruik van trottoirs door het drukke
verkeer. We moeten nu ook links rijden, maar dat went snel.