We
proberen al een aantal dagen een meetingpoint met onze vrienden van de Swanta
af te spreken, Hylke en Nel. Zij varen ook aan de Bretonse kust. Het wordt
Tréguier. Met een WZW 4 zeilen we kruisend westwaarts. Natuurlijk weer wind
tegen stroom, zodat we eenmaal van de rivier af, weer in de steile golven
terechtkomen, terwijl op dat moment de wind ook even doorhaalt tot windkracht
6. Rifje erin dus. Later wordt het wat rustiger. Tréguier ligt aan de
gelijknamige rivier en we varen 9 mijl vanaf de monding naar het kleine stadje.
Aanvankelijk glooiende oevers, later zijn ze wat meer bebosd.
En
we varen bij laag water, dus we zien alle oesterpercelen boven water staan. Er
staan er hier heel wat. Het tijverschil is hier ruim 10 meter; bij laag water
is het een hele klim/afdaling van de steiger naar de wal.
Het
weerzien met de Swanta vieren we met een gezamenlijke maaltijd aan boord van de
Swanta. We hebben heel wat bij te praten. We varen vanaf nu een tijdje samen
op. ’s Middags maken we – bij laag water - een VVV-wandeling rond Tréguier. Het
eerste deel is erg mooi.
In
het stadje kopen we een simkaart met internettegoed, maar we krijgen het niet
aan de praat. Dan maar wachten tot we een winkel van de provider tegenkomen.
Zondag
varen we met de stroom mee naar Paimpol, zo’n 29 mijl verderop. Zowel bij de
Swanta als bij ons blijkt de snelheidsmeter/log niet meer te werken. In Tréguier is blijkbaar
troep gekomen in het schoepje, waarmee de snelheid
gemeten wordt (in Paimpol hebben we dat met succes weer schoongemaakt). Helaas is er te weinig wind om
te zeilen, dus blijft de motor aan. En al gauw komen we in de drizzle, die
later overgaat in gestage regen. De aanvaart van Paimpol gaat tussen de rotsen
door, een beetje spookachtig, met al die rotsen die als schimmen in de regen
opdoemen, terwijl er flink wat stroom staat. Inmiddels is er wat wind en zeilen
we op de fok. Zo dobberen we naar ons doel, waar de sluis in verband met het
getij pas om 19.40 uur open gaat. Het laatste stuk naar Paimpol is het erg
ondiep en dat is pas te bevaren vanaf half tij. Bij laag water ziet dat er zo
uit.
En
bij hoog water zo
De
volgende dag verandert de lucht van grijs naar zonnig en wordt het echt warm.
Paimpol is een levendig stadje
met
veel terrasjes, leuke winkeltjes en mooie Bretonse huisjes.
We
blijven hier een dagje, want de Swantabemanning krijgt versterking van zoon
Ruurd (is tevens ons 24 Uurs Race bemanningslid).
Dinsdag
zeilen we in stralende zonneschijn ruimewinds met de halfwinder op oostwaarts,
langs Cap Frehel
naar
Saint Cast le Guildo, een plaatsje 10
mijl voor St. Malo. Dat blijkt een
leuke badplaats met mooie oude panden en
een gezellig centrum, beschutte ligging naar het westen in een prachtige baai met
breed strand,
en
fraaie wandelmogelijkheden, o.a. naar de
grote baai van Fresnaie, die bij laag water geheel droogvalt. Dan zijn er veel
mosselstokken en oesterplaten te zien. We blijven een dag om het dorp te
verkennen en naar de baai van Fresnaie te lopen.
Helaas
was het nog geen laag water toen wij zicht op de baai hadden. De toppen van de
eerste 2 m hoge mosselstokken zien we nu net boven water komen. We sluiten de dag toepasselijk
af met een mosselmaaltijd (mosselen uit St. Cast) in een restaurantje vlak bij
de jachthaven. Saint Cast heeft onze verwachtingen ver overtroffen.
Donderdag
starten we de dag met een fotoshoot van medekustzeilersboot Vada, zodat zij
volgend jaar mét foto in het jaarboek komen. Best lastig om de zeilen net bol
te fotograferen als het bladstil weer is. Maar het is gelukt. Wij motoren
verder naar de Iles Chaussey, een rotsengroep met één hoofdeilandje (Ile Grande)
iets ten noordoosten van St. Malo. Met moeite meren we af tussen de boeien. Met
z’n vijven gaan we met het bijbootje van de Swanta aan wal. Vanaf Ile Grande
hebben we bij laag water een schitterend uitzicht op al die rotsen.
en
De volgende dag is het bewolkt. Hoopvol hijsen we de zeilen, maar nee, de beloofde mooie oostenwind blijft uit, er is bijna helemaal geen wind, en wat er is, komt pal van achter, dat schiet niet zo op, dus varen we op de motor naar Jersey. Onderweg ontvangen we allemaal weerberichten met stormwaarschuwingen voor de avond. Dan liggen we mooi in het ons vertrouwde dock van St. Helier op Jersey.