Met de Pintail op reis

Met de Pintail op reis
Pintail

zaterdag 22 juli 2023

Zuidwaarts tegen de wind in, zoeken naar weergaatjes

 



Na ons leuke stopje in Klintemåla vertrekken we richting Oskarshamn. Helaas weer geen spatje wind. We nemen voor de sightseeing de route door de scheren. Eigenlijk zijn die hier het lastigst, veel kleine rotsen waar je met een boei omheen geleid wordt. Een heel geslinger en steeds opletten dat je aan de goede kant erlangs gaat. Hier tussen de rots en de boei, de boei dekt niet deze rots maar wat ellende onder water links ervan af.



 


Uiteindelijk bereiken we Oskarshamn. We zijn hier 10 jaar geleden voor het laatst geweest, en dan ook nog met een aanlanding in een gigantische stortbui. Nu vinden we het een aardig stadje, waar we ook nog slagen in wat kledingwensen.


Vanuit de haven lopen we via dit leuke straatje omhoog naar het centrum.



De volgende dag start bewolkt, weer geen spatje wind. Op de motor knorren we naar Borgholm. ‘s Middags wordt het wel weer zonnig en warm. We staan er van te kijken hoe druk het is in de hoofdstraat. Zijn we niet meer gewend. Maar in de haven zijn nog veel vrije plaatsen.



We blijven een dagje liggen, omdat er regen is voorspeld met harde windvlagen. Beide blijken achteraf mee te vallen. We schaffen ons mooie kleurrijke strech zeilbermuda’s aan van het merk Pelle P. Wij helemaal gelukkig. Het is wel het geluk tarten, later blijkt dat we deze vanwege het weer nog geen zeildag aan konden hebben! 

Vlak bij de haven staat een mooie oude badinrichting.


De straat die daarbij in de buurt ligt bestaat uit een aantal prachtige panden, zoals op deze foto.

kennelijk was het hier vroeger ook een luxe badplaats. Ook de koninklijke familie heeft hier een bescheiden buitenhuis.



Eindelijk weer eens 's avonds buiten in de kuip eten

Met ZW wind kruisen we naar Kalmar. Vlak voor de brug neemt de wind in de vlagen behoorlijk toe. Dat overkomt ons hier eigenlijk altijd. Met een dreigende donkere lucht meren we af op bijna dezelfde plek als op de heenweg in de stadsmarina. Het is er nu veel (gezellig)drukker dan 1,5 maand geleden. We doen er boodschappen en treffen in de winkel de bemanning van de Vitamina, waarmee we met ons flottielje 15 jaar geleden naar Deauville zijn gezeild. Ook toevallig!

De volgende dag vertrekken we om kwart over acht verder zuidwaarts. Na een mooie zeiltocht met een sterk wisselende vlagerige W-ZW wind meren we af in Kristianopel. Ook hier een en al gezelligheid met live muziek op een terras. Ook de picknicktafels op de kade worden goed gebruikt.


Het voordeel van ‘s ochtends vroeg vertrekken is dat je ‘s middags nog wat op de nieuwe bestemming kan doen, zoals hier een wandeling door het leuke minidorpje.


Er komt veel harde ZW wind aan, tijd voor een grotere plaats. We zeilen de Kalmarsund uit en gaan net als op de heenweg weer naar de in de zuidelijke scheren gelegen marinestad Karlskrona. We blijven hier vier dagen, het is almaar ZW 6. ‘s Avonds meten we al 28 knopen in de beschutting van de haven! Een van deze dagen bezoeken we het Blekingemuseum met oa informatie over het ontstaan van de stad in 1680. Voorheen zag de lokatie van de stad er zo uit als in deze vitrine is afgebeeld, alleen wat begroeide rotsen:




De stad, die verspreid over een aantal eilanden ligt, is destijds helemaal als marinestad ontworpen met alle bijbehorende vestingen munitiedepots ed. , maar ook met veel monumentale gebouwen, zoals een drietal kerken. Het geheel is Unesco werelderfgoed.


Een munitiedepot, veilig buiten de stad

Een van de forten bij de ingang van het vaarwater naar Karlskrona

We benutten deze dagen om de boot weer eens goed schoon te maken, van binnen en van buiten en in de shampoo-wax te zetten, we doen een was, lezen en maken hier en daar een praatje. Allemaal heel relaxed. Af en toe trekt er een bui over, maar meestal is het zonnig/half bewolkt.


We lopen elke dag wel even het centrum in. Naast de marinegebouwen en de kerken staan er ook in het winkelcentrum mooie panden.


Verder bezoeken we het porseleinmuseum dat we verrassend mooi vinden. Dit museum is gevestigd in een oude porseleinfabriek. die in de zestiger jaren gesloten is. Al het porselein is uitgestald op gedekte tafels of in bijzonder mooie vitrinekasten.


We lopen ook maar door naar de tweede verdieping van dit gebouw, waarin een automuseum is gevestigd. Hoewel we niets met auto’s hebben, vonden we dit dan wel weer leuk. Er stonden allemaal auto’s uit onze jeugd, en sommige in een speciale uitvoering, zoals deze roze kever-lowrider.

 



We maken ook een rondvaart rond Karlskrona met een toelichting via onze telefoon. Een mooie aanvulling op het Blekingemuseum.


Tot slot kunnen we niet voorbij aan het indrukwekkende marinemuseum. We hebben het idee dat dit helemaal gemoderniseerd en uitgebouwd is. 

 



Na vier dagen waait het nog steeds wel aardig en uit de verkeerde richting, west-zuidwest. Nog geen weer om zuidwest te varen. Maar wat ook nog op onze bucketlist staat, is het scherengebied aan deze kust. En dat gaan we nu bezoeken, vertrekken we van deze kust wat westelijker, waardoor we weer makkelijker naar het zuiden kunnen zeilen. We motoren (jaja, de motor draait deze vakantie overuren, we horen iedereen hierover klagen) tegen de wind in tot de eerste en enige brug, die om precies het hele uur opendraait. Je moet je dan wel eerst aanmelden per telefoon, maar dat geeft met een buitenlandse mobiel geen verbinding. Gelukkig gaat hij toch open.


Op een klein stukje over zee na varen we in de beschutting van de scheren, hier geen golven. We slingeren tussen de rotsen door. Het eerste deel is niet zo bijzonder. Pas bij Ronneby wordt het mooi met beboste eilanden. Anders dan noordelijk hier geen dennenbomen, maar loofbomen. We leggen uiteindelijk aan aan een steiger bij het eiland Tjärö.


Een prachtig eilandje, waar we een van de meest bijzondere wandelingen hebben gemaakt. Steeds veranderende uitzichten, veel klimwerk over rotsen en stenen. Ruige natuur.



In dezelfde baai ligt de hoofdsteiger van de gastenhaven, waar ook een rondvaartbootje afmeert.



En dan zien we een weergat om naar Hällevik (tegenover het eiland Hanö) te zeilen. We gooien de trossen al los om 7.00 uur ‘s ochtends. Motorsailend naar Hanö en dan blijkt Simrishamn toch nog wel te bezeilen, dus gaan we door en laten Hallevik aan stuurboord liggen. Het wordt een pittige zeiltocht met sterke windvlagen tot 7 Bft, dreigende luchten, een kleine bui, en ook felle opklaringen. Hollands weer dus! Het is lastig dat de wind af en toe afzwakt en dan opeens weer hard doorkomt. Door de golven valt de druk dan weg uit de zeilen, waardoor de snelheid van de boot ook sterk terugloopt.




In Simrishamn worden we opgewacht door Marc en Marian van de La Mouette. We zitten zo’n beetje in dezelfde track richting zuid west. Bij een borrel praten we bij.



21 juli is het weer niet veel beter, W-ZW 2-5/6 Bft) dus we blijven liggen. We zitten duidelijk, net als Nederland, in de bekende depressietrein. Tot een week vooruit waait het hard uit de richting waar we naar toe willen. We moeten het echt van kleine weergaatjes hebben. Het is ‘de talk of the town’ op de steigers. De voorspelling wijzigt waar je bij staat. Grrr.

Het is nu midden zomer gezellig druk in Simrishamn. Volle terrassen en drukte in de paar winkelstraten. Daarbuiten blijft het rustig. Het is een mooi oud plaatsje, kleine houten huizen en een karakteristieke kerk.




We maken een strand resp. parkwandeling en bekijken een zeilwedstrijd met een eenheidsklasse modelscheepjes. Net echt lijkt het.



Met de bemanning van de Willemien, die ook zuidwaarts probeert te komen, hebben we een leuk contact, zo borrelen we heel gezellig een paar keer.

En nu ….is het wachten op weergaatjes!



maandag 10 juli 2023

De Målar-meren


Na ons verblijf in Stockholm varen we door het zuidelijk deel van Stockholm, langs veel nieuwe wijken (hoogbouw), we gaan door en onder een aantal bruggen en een sluis naar een groot merengebied ten westen van de stad, de Målar meren. Dit alles bereiken we binnen 1,5 uur vanuit de Navishaven in Stockholm.

In tegenstelling tot de wateren aan de oostzijde van Stockholm, is het dood- en doodstil op de Målar. We hadden hier veel meer (kleine) watersport verwacht. Het is ruim zeilwater, waar zijn de zeilboten??





We meren af aan de kade van Mariefred, een lief klein stadje, naast het grote slot Gripsholm. Het ligt 80 km ten westen van Stockholm.



 


Het stadje is bekend om haar oude houten huizen.




We drinken om onze aankomst op de Målar te vieren een wijntje op het terras van de oudste kroeg, Gripsholms Várshus, (nu uitgebouwd tot hotel /restaurant)van Zweden.


De volgende dag is het nog steeds vrijwel bladstil en warm. We varen weer richting oost, aanvankelijk nog zeilend, en meren af in de leuke verenigingshaven van de Stockholmse zeilclub, de SSS in Rastaholm. We hadden dit plekje op de heen weg gespot en het blijkt een erg mooi haventje te zijn. Er is hier een clubrestaurant en een terras met een magnifiek uitzicht over het water. “Helaas’ hadden we al eten ingekocht. 

 



Het water is hier 22 graden, dat lokt Frits het water in, voor het eerst in twee jaar!




De volgende dag vertrekken we om 9.00 uur naar het Södertaljekanaal, in feite een gekanaliseerde verbinding tussen een noordelijke en een zuidelijke fjord. Het kanaalstuk is niet zo lang, er zijn als ‘hindernissen’ wel een basculebrug en een sluis. De sluis wordt gerenoveerd en de bakboordzijde is een grote bouwput.





De beide fjorden zijn mooi om doorheen te varen.




We ankeren in een goed beschutte baai van het eiland Fifång. Deze ligt al vrij zuidelijk en vandaar kunnen we de volgende dag door de scheren verder varen.

Het is nog wel even uitkijken, want er ligt ergens een rots onder water. Er drijft ook nog een stootwil in het water, en die blijkt opeens de markering van die rots te zijn. Oeps, toch maar iets verder weg ankeren. Het anker ligt nog niet, of de regen barst los. Gauw zetten we onze halve tent op. De temperatuur zakt naar 20 graden. 

 


De vooruitzichten zijn een paar dagen zuidwesterstorm. Dan willen we in een stad liggen. We varen tegen de westenwind in op de motor door prachtige eilandengroepen naar Oxelösund. In de haven daar liggen de hekboeien te dicht op de steiger en we lossen dat op door aan twee hekboeien te gaan liggen, die we elk aan een zijde van de boot langszij trekken. Na een klein uur zijn we daarmee klaar en liggen we met rubbers in de voortrossen stormvast. Pfff.



 


Er is veel (staal)industrie in Oxelösund, maar gelukkig staat de wind van de haven af en zien we de verder weg gelegen industrie niet.

Hier blijven we drie dagen. We wisselen wat vallen in de geleideblokken, omdat een aantal schijven in de valgeleiders vrijwel vastgelopen zijn.  Dus moeten ook de valstoppers van een nieuwe markering worden voorzien. Klusje voor Frits.




We maken wat fietstochtjes, o.a. - op aanraden van de VVV mevrouw - naar ‘de oude stad’. Dat valt erg tegen, de oude stad missen we, we zien slechts een paar verspreid staande grotere huizen. Maar het café maakt alles goed, dat is een echt oud stukje ‘stad’. Het is slechts 15 graden en als we binnen zijn wordt het vuur opgestookt. We tappen zelf de koffie en genieten van het uitzicht.





Dinsdag 4 juli willen we met de bus naar Nykoping, maar als we terug komen van het boodschappen doen, blijkt er een behoorlijke deining in de haven te staan. We liggen aardig te schommelen. Aangezien de wind in de middag zal afnemen, besluiten we snel te vertrekken naar de haven van de zeilclub in Snedskär, iets ten oosten van Arkösund. Onderweg dreigende luchten en zichtbare buien, maar we houden het droog.



We worden door een zeer vriendelijke havenmeester welkom geheten en geholpen bij het afmeren. We krijgen de laatste vrije plaats. Het is een mooi in het groen gelegen haven, met allerlei op de rotsen gelegen bijgebouwtjes (sauna, toiletten, clubgebouw etc).. Doet erg gezellig aan.




Zoals op de foto’s te zien is, is het de volgende dag weer stralend zonnig. Op aanraden van een clublid hier die ook een Scanner391 heeft, zeilen we naar het eiland Harstena.



Daar aangekomen blijkt er ten gevolge van een iets verlaagde waterstand nauwelijks een plek te zijn waar we met onze diepgang kunnen afmeren. Uiteindelijk meren we met hulp van een Zweed die daar ook al ligt, langszij af aan het plaatselijke restaurantje.



Dagelijks komt een wat narrige visser hier zijn netten schoonmaken. De havenmeester mag de boel dan opruimen.



Overigens barst het van de vis om onze boot, maar die zijn kennelijk niet eetbaar.



Het is een geweldig eiland. Je moet er wat moeite voor doen om er te komen, het ligt een eind uit de bebakende routes, maar dan ben je ook wel bij wat bijzonders. We blijven er nog een extra dag.

Het staat bekend om z’n voormalige rode vissershutten.



Verder is het rotsig met een verwilderde begroeiing, geen auto’s maar wel tractoren die hun beste tijd gehad hebben.



Om alle Zweedse lekkernijen er weer af te werken, maken we een ‘hike’ door de wildernis.




We komen uit bij een prachtige baai, waar het met de zuidenwind erg rustig liggen is.



‘s Avonds borrelen we bij onze Zweedse buren, die ons ook weer wat tips geven over leuke bestemmingen.

Het wordt weer tijd voor een ankerplek. Tussen alle scheren door zeilen we naar een inham tussen de eilanden Trässö en Längö. waar we voor anker gaan. We waren hier 10 jaar geleden voor het laatst. In deze archipel kunnen wel honderden boten voor anker of aan de rots, er zijn zoveel beschutte baaien en afmeerrotsen.



en waar vind je nu zo'n mooi uitzicht door  het raam als je 's avonds staat tanden te poetsen??




Van hier varen we op de motor naar Västervik, waar we afmeren in de verenigingshaven in Notholmen. In de stad is het druk, er is een festival en vandaag staan de drakenboten op het programma.




We zeilen verder, naar het ons al twee maal aangerade haventje van Klintemåla. De tocht erheen is al zo mooi.


 

Onderweg komen we een Nederlandse Scanner391 tegen die ook deelneemt in de Scannerappgroep. We maken foto’s van elkaar.



Klintemåla blijkt een lief klein bedoeninkje te zijn. Een havenmeesteres die ook brood verkoopt (en zelf zeilt in een Scanner391, hoe toevallig!), een paar terrasjes aan het water en wat huizen op de rotsen. Dat is alles. ‘s Avonds druppelen er nog een paar bootjes binnen. Ook een leuk plekje.





Inmiddels liggen we al weer in Oskarshamn. Maar dat komt in een volgend blog.