Met de Pintail op reis

Met de Pintail op reis
Pintail

zondag 25 september 2016

Pareltjes in de baai van Quiberon


Op het schiereiland Quiberon volgen we een uitgezette fietsroute, de enige. Het leidt ons langs allerlei kleine paadjes door het zuidelijk gedeelte van Quiberon. 



De ruige kust valt in het niet bij die van Belle Ile


Ten slotte belanden we bij de veerhaven, waar het een gezellige drukte is.
 We bezoeken ook een van de weinige overgebleven conservenfabriek voor sardientjes, tonijn en makreel. De sardientjes die wij uit die platte blikjes halen, worden hier met de hand gefileerd, op maat geknipt en stuk voor stuk in het blikje gelegd. We zien een hal vol werknemers, die zittend of staand aan lange tafels met lopende banden dit werk verrichten. Als we de blikjes makreel opeten die we daar gekocht hebben, zullen we hieraan denken.

Het weer is rustig, de deining gering en de coëfficiënt is niet meer zo hoog (waardoor er bij laag water wat meer water blijft staan), dus een mooie gelegenheid voor een bezoekje aan de kleine eilandjes aan de rand van de baai van Quiberon, het kleine Hoedic en het grotere Houat. 



We gaan eerst naar Hoedic, een eilandje van 2,5 bij 1 km. Voor onze diepgang zijn we daar aangewezen op het afmeren aan een in de haveningang gelegen mooring, die geschikt is voor 20 boten! Dan ontstaat er een rozet van schepen om die boei heen. Gelukkig is het rustig en ligt er nog maar één schip, maar spoedig meert er ook nog een wat aftands bootje bij ons af. De boot rukt en trekt tussen die schepen, want echt beschut ligt het natuurlijk niet in die haveningang. Uiteindelijk vaart boot nr 1 weer weg. 




We laten de boel de boel en gaan met het bijbootje naar de wal. Wat een leuk mini-eilandje is dit. Eigenlijk is het één groot natuurgebied, duinachtig, zeer laag begroeid met één klein dorpje erop, eigenlijk zijn de huizenrijtjes willekeurig op de duinen neergezet. Alle wegen zijn van zand, ook het ‘dorpspleintje’.




Bij terugkeer aan boord komen er nog zo’n vier boten aan ‘onze’ mooring bij. We voorzien weinig privacy en een onrustige nacht. We verblijden de Fransen met de mededeling dat wij er tussenuit gaan. Alle lijnen waarmee ze ons net aan hun boot vastgeknoopt hebben, kunnen dus weer los. We varen naar het Île d'Houat (5 km bij 1,3 km) en ankeren daar in een grote baai aan de oostzijde, uitzicht op een halve maan van strand met,wat hoger gelegen, het dorpje. Een geweldige plek.



Van de landzijde gezien:



We draaien gedurende de nacht naar alle windrichtingen. ’s Ochtends checken we met de motor hoe vast ons anker, dat  nu in tegengestelde richting ligt, in de grond ligt. Dat blijkt goed stevig te zijn. Hiervoor hebben we nu dat nieuwe Vulcan (Rocna)anker aangeschaft!
De baai ligt nu in de wind, dus vertrekken we naar de noordwest zijde van het eiland.



 Daar pikken we bij de haven (St Gildas) een mooring op.


Zicht op een mooi strand, het op het klif gelegen dorp en de haven. Prachtige plek.
St Gildas waakt vanaf de noordelijke havenpier over ons



Dit eiland is duidelijk wat welvarender dan Hoëdic, dat wat authentiek rommelig aandoet. Hier zien we nog veel planten in bloei staan. Witgekalkte huizen staan in  kronkelstraatjes die naar twee pleintjes leiden. 


Zelfs het oorlogsmonument van WO I, dat in elke plaats te vinden is, ontbreekt hier niet. Altijd in de zelfde stijl.


Ook hier is de kustwandeling weer erg mooi. Fraaie vergezichten naar Belle Ile, Quiberon, Hoëdic en het vasteland. Ons bootje dobbert in de verte aan de mooring.


Wat boffen wij dat we deze dromerige eilandjes  met hun ongerepte natuur in het rustige naseizoen met zulk prachtig weer kunnen bezoeken.
Aan het eind van de dag gooien we weer los en zeilen we met een mooie ondergaande zon naar Piriac sur mer, een leuk plaatsje op het vasteland waar we al eerder zijn geweest.  

Zaterdag waait het zuid 3-5 Bft. en zeilen we voor de wind de Vilaine op. Met alle slingergeulen is die vrijwel bezeild. Bij de sluis kunnen we zo naar binnen en meren we  aan de Illusie af, die deze week een heel ander rondje gevaren heeft. Wat een mooi vaargebied is dit toch. 
Zondag begint onze werkweek: we starten met het ‘schoon schip en winterklaar maken’.