Met de Pintail op reis

Met de Pintail op reis
Pintail

woensdag 13 augustus 2014

Het venijn zit in de staart…


We liggen ruim voor de openingstijd (9.00 uur) voor de Willem Lorésluis in Dokkumer Nieuwe Zijlen. We zijn het derde bootje en wat na ons afmeert, en dat zijn er al heel wat, moet op een volgende schutting wachten. De sluismeester van deze sluis verdient een grote pluim. Elk jaar weer ervaren we dat hij goede aanwijzingen geeft wie waar gaat liggen en hoe de volgorde van binnenvaren is. Prima! In konvooi varen we vervolgens over het Dokkumer Grootdiep en de Dokkumer Ee.



Onderweg genieten we, na al het moois van onze reis, ook weer van het Friese landschap.



In Leeuwarden vinden we rond het middaguur met moeite een plekje in het stadspark. Tot drie keer toe wordt door een Duitse motorboot een plaats langszij geweigerd met de volgende  argumenten: we “zerstören” (hoezo?), “ich habe ein Hund” (nou en?) en “het pontje heeft draairuimte nodig”. Dat laatste is juist. Dit staat wel in tegenstelling tot alle gastvrijheid en hulpvaardigheid die we de hele reis hebben ondervonden.



’s Middags gaan we voor het stadse leven. Het is gezellig druk. Lekker slenteren langs de grachten en de singels. De binnenstad heeft wel wat van Utrecht.



’s ochtends treffen we een perfect “muggennet” aan.



We varen door naar Harlingen, waar we bij het invaren van de jachthaven de Merrimac van Cees en Marion uit de sluis zien komen. Ze komen net uit Denemarken en wonen vlak achter de sluis. ’s Middags heerlijk bij hun in de tuin geborreld. ’s Avonds gaat de regen los.



De volgende morgen zijn we vroeg uit de veren om naar Makkum te varen, maar met 6-7 Beaufort tegenwind zien we daar toch maar van af. ’s Avonds is er een nieuwe kans. De wind blijkt dan een stuk afgenomen en op de motor knorren we tegen de wind in door de smalle geul over het wad via de sluis van Kornwerderzand naar Makkum.



We zijn op tijd om op zondag de 70ste verjaardag van onze vriend Hylke in Piaam (2 km van Makkum) mee te vieren. Gaan we daar ook weer varen, nu met een praam! Heel leuk en gezellig. Maandag waait het nog 6-7 Beaufort uit de verkeerde richting, dus we blijven nog een dagje liggen. Nu lopen we eens door het vakantievilladorp langs het IJsselmeer. Wat een variëteit in huizen en wat een gevarieerde omgeving met openbaar groen en water. En een echte boulevard. We wisten niet dat dit zó uitgebreid was opgezet.



Dinsdag waait het nog steeds hard uit het zuidwesten, maar we willen nu toch echt verder. Met één rif (verkleining van het zeil)  in het grootzeil varen we uit, maar al snel blijkt een tweede rif nodig. Ai…net als het tweede rif erin zit scheurt het grootzeil, dus in het gehotseklots haalt Frits dat weer naar beneden. Een half uur na het zetten van het rif en het neerhalen van het grootzeil zeilen we alweer lekker op alleen de HA fok. Tot onze verbazing lopen we dan nog steeds 6,8 knopen en varen we veel zeilboten voorbij.



In Stavoren meren we af in de oude haven. Onze landingsmanoeuvre lukt niet helemaal in een keer, maar kustzeiler Han die daar aan de haven woont, biedt een helpende hand. ’s Middags horen we van hem de verhalen van de tocht  van de Kustzeilers naar Newcastle. We bezoeken ook de vernieuwde supermarkt. In het begin van onze reis was de brug daarnaar toe nog niet klaar, maar nu wel, geheel in oude stijl.



Woensdag krijgen we direct na het uitvaren een stevige bui over ons heen.  Het water van het IJsselmeer lijkt dan wel groen. Mooi gezicht.



Gaandeweg klaart het op en op de fok zeilen we naar de Ketelbrug. In de haven wacht ons uiteindelijk nog een verrassing. De auto start niet en dat ligt niet aan de accu’s. Met de pechhulp van Ford komt er gelukkig weer beweging in.  Dan volgt het uit- en inladen en schoonmaken.

Al met al was dit weer een prachtige reis, 1900 mijl lang. We hebben héél  mooi weer gehad, veel zon en weinig harde wind (tot in Nederland dan). Nauwelijks verwaaidagen. De reis was afwisselend, het Götakanaal heel bijzonder met zijn mooie natuur, leuke plaatsjes en meren. De 58 sluizen vielen erg mee, de sluis van Kornwerd of Harlingen is hectischer. Eigenlijk was alles ‘heel relaxed’ vooral in Zweden. Pas op de terugweg in Denemarken kwamen we in de drukte van het hoogseizoen terecht. Maar ook daar konden we altijd een goede ligplaats vinden.


woensdag 6 augustus 2014

Weer in Nederlands vaarwater


Van Rendsburg varen we weer het Kieler kanaal op. We besteden de tijd aan allerlei klusjes, boeken lezen, kletsen, schoonmaken etc.



Er komt veel vrachtvaart voorbij. We zien de vreemdste lading langskomen.



Aan het eind van het kanaal meren we net als vorig jaar weer af in het jachthaventje van Brünsbüttel. We liggen vlakbij de ingang van de sluis voor de grote scheepvaart. Het blijft indrukwekkend, die reuzen zo vlakbij. Verder is de haven goedkoop, zijn de ligplaatsen goed en is er een goede supermarkt (incl bakker) dichtbij. Een wandeltochtje langs de sluis naar de Elbe is erg leuk met een prachtig uitzicht.





In Rendsburg troffen we medekustzeilers André en Hettie van  de Wijsneus van Haarlem. Zij liggen nu ook in Brünsbüttel. Gezellige borrels vergezellen de reisverhalen. De volgende dag door naar Cuxhaven, dat pal in de wind ligt. We gaan voor het gemak en motoren er naar toe. In Cux halen we de fietsjes te voorschijn. We zien dit plaatsje nu van een andere kant: het is gezelliger dan we dachten en er is veel te doen. We eindigen de fietstocht met een bezoek aan het strandgedeelte van Cuxhaven. We zien het kogelbaken nu eens van de landzijde, mét de onvermijdelijke Duitse Strandkörbe.



We borrelen aan boord van de Iskander en we gaan gezamenlijk eten in het clubgebouw. De dag erop varen we op de motor de Elbe af. We zien hier voor het eerst zeehonden. Op zee is het verder een bezeilde tocht naar Norderney. Bij de Jade en Weser komen we enkel uren terecht in zeer klotserig water. Kennelijk resultaat van stroom en noordwestenwind. Maar…het is nog steeds prachtig weer. Ook goed voor een tukje.



Aan het eind van de middag komen we in Norderney aan.



Bij het uitvaren de volgende dag is het nog even spannend. De westelijke vaarweg in het zeegat, de Schluchter, is helemaal verplaatst en loopt nu noordwaarts. Op de elektronische geüpdate Navionics kaart staat een drempel van minder dan een meter, maar volgens de havenmeester zou er minimaal 2.20 meter bij laagwater staan. We varen dan ook voorzichtig op de motor de Schluchter in maar …na twee tonnen zien we helemaal geen ton meer. Bleek een tonnenlegger  bezig te zijn alles opnieuw uit te leggen.



Met een  zuidenwind 4 Beaufort zeilen we door  vlak water naar Lauwersoog. Prachtig zeilen. Zodra we echter  in Nederlands water terechtkomen, verdwijnt de zon en neemt de bewolking toe. Hoe is het mogelijk? Ook in dit zeegat is de situatie sterk veranderd. De westelijke (en enige) invaart, het Westgat, is verplaatst in oostelijke richting. Bij terugkomst wel gunstig, want de vaarweg loopt nu in noord-zuidrichting. Dat voorkomt een lange omweg. De schutting door de sluis gaat snel en uiteindelijk meren we af in Dokkumer Nieuwe Zijlen, waar we een perfect en snel werkend wifisysteem treffen. Dus deze blog kan er nu uit…oh ja, inmiddels regent het!


zaterdag 2 augustus 2014

Het land van “moin ! ”


 Het wordt wat eentonig, maar met alweer een stralende zonnige warme dag mét wind zeilen we op een ruimewindse koers van Klintholm naar het eiland Femø. Langs de kust zien we de bekende glooiende heuvels met korenvelden en de keurige boerderijen.



Femø is een piepklein eiland in het Smålandsvaarwater tussen de grotere eilanden Seeland en Falster/Lolland. We komen er rond zes uur aan en dan is de haven al redelijk vol, maar we kunnen nog aan een pakketje andere schepen afmeren. De volgende morgen kunnen we aan de wal liggen, wel zo makkelijk voor het uitladen van de fietsen. In twee uur tijd hebben we het hele eiland rondgefietst; twee minidorpjes met daartussen een kerkje. En verder héél veel korenvelden.


Een kunstenaar heeft kennelijk de opdracht gekregen om alle banken op het eiland te versieren. Dat heeft hij heel leuk gedaan. Elke bank is weer anders. Deze heeft zelfs visserslatijnafmetingen op de zitting.



’s Middags zoeken we verkoeling in het zeewater (22 graden) bij het naast de haven gelegen strand. Tot onze verbazing was het daar helemaal niet druk. Tussendoor draaien we een wasje.



’s Avonds trekt een onweer over dat gelukkig enige afkoeling brengt. In de boot was het 33 graden! De volgende dag is iedereen snel uitgevaren; een Deense gewoonte, ’s ochtends vroeg weg zodat je rond het middaguur nog een plaats hebt in de volgende haven. Dat zijn we helemaal niet gewend en dat willen we ook niet. De volgende dag zeilen we met een lichte wind naar Bagenkop op het eiland Langeland. De spinnaker kon er zelfs nog enige tijd op. De zuidpunt van Langeland heeft zijn eigen “klif”.



De haven is redelijk vol, maar wij kunnen nog langszij een grote motorboot die ons eigenlijk liever ziet gaan dan komen.



Door de warmte zijn we vroeg op. Er staat een leuke windkracht 4, en wij varen, uiteraard weer in de volle zon (zeilen in de Middellandse zee kan niet warmer zijn) , halve wind naar de Duitse rivier de Schlei.



We willen inkopen doen in het plaatsje Kappeln, maar we besluiten bij Maasholm voor anker te gaan om te zwemmen. We liggen eigenlijk midden op een grote plas, normaal zoek je de beschutting van een wal op bij het ankeren, maar nu even niet. Het water is inmiddels zó warm geworden, op de Oostzee 22 graden en hier:



 We blijven liggen zodat we nog wat wind opvangen. Dat wordt dan geen boodschappen doen en dus pannenkoeken eten uit de noodvoorraad….ook lekker. En dan is er weer die mooie avond op het water.



’s Ochtends vroeg varen we dan toch echt naar Kappeln. Een plaatsje dat ons verrast. Het is er gezellig druk, leuke winkelstraatjes, panden met mooie gevels en een levendige kade met terrasjes. Wij meren af met de kop op de kade in een prachtige gemeentelijke box.





Wij blijven hier een extra dagje. Het weer dreigt even met wat bewolking wat minder te worden (wat heet, we hunkeren naar een wat koelere dag) , maar aan het eind van de middag is het weer helemaal zonnig én warm. Deze zomer komt bij ons in de boeken als een superzomer. We fietsen 40 km langs de meanderende Schlei, in Schleswig Holstein.



Aan de noordelijke oever zijn leuke plaatsjes en dito terrasjes, waar we ruim gebruik van maken. In Lindaunis fietsen we, na een lekkere lunch,  over een oeroude stalen klapbrug. Één auto breed en alles gaat eroverheen, fietsers, auto's maar ook de tram. Stoplichten regelen de doorgang.



En steeds hebben we weer mooie uitzichten over de Schlei.



Op de zuidelijke oever fietsen we door een mooi glooiend natuurgebied en zien we oude landhuizen met bijbehorende boerderijen.



Bij een van die boeren landhuizen treffen we deze fraaie  toegangspoort aan.



In Sieseby worden we verrast door veel mooie rietgedekte huisjes.



Uiteindelijk keren we over de grote klapbrug bij Kappeln, van waar we een mooi zicht op het havenfront hebben, weer bij onze boot terug.



Bij de brug ligt nog een 15de eeuwse haringvanginstallatie (Zaun) in het water. Deze wordt (een dag per jaar) nog echt gebruikt. Palen staan in een bepaald patroon in het water met daartussen netten.



Dit was weer een topdag! We kunnen iedere zeiler Kappeln en omgeving aanraden. Mooie fietspaden ook. Maar waarom heet dit blog nu  In het land van “moin”? Wel, in Zweden begroet je iedereen met het vrolijke “Hey hey” (een aardige Zweed begroette ons zefs eens in het Engels met “morning, morning”), in Denemarken met het stoere “Hay”, maar in Schleswig Holstein met het gemoedelijke “Moin”. Al fietsend en in winkels worden we zo door iedereen begroet en daar doen we inmiddels zelf vrolijk aan mee.
En dan kruisen we, alweer in volle zon, naar Kiel. We sluiten daar – in Holtenau - aan bij jachten die al twee uur liggen te wachten op een schutting naar het Nord-Ost Seekanaal (de jachtensluis is helaas alweer buiten gebruik) en kunnen na drie kwartier met de grote scheepvaart mee in een schutting. We motoren vervolgens in konvooi naar Rendsburg. Het  is erg heet en de tropenkleding komt goed van pas.




zaterdag 26 juli 2014

Cruisen over de Sont


Met en lichte wind zeilen we in een nog steeds tropische temperatuur noordoostwaarts naar Dragör. Een plaatsje dat in het rijtje Marken, Hindeloopen, Aerøskøbing thuishoort. Een soort openluchtmuseum, waar (gelukkig) wel gewoon gewoond wordt. Straat na straat geeft dit beeld, onderbroken door lommerrijke pleintjes:



Rond de haven is het erg toeristisch, maar als we even daarbuiten komen, juist in de leuke straatjes, is iedereen verdwenen. In de binnenhaven staat heel markant een oude loodstoren.



We hebben een mooi ligplaats dicht bij de havenmond, waardoor we de toeristische drukte mislopen en een lekker zeewindje opvangen. De volgende dag gaan we met de fiets naar Kopenhagen. We komen langs de aangelegde eilanden met enorme zandstranden, waar het een krioelende mierenhoop van mensen  is. Uiteindelijk belanden we in de stad, waar we eerst naar Christianshavn gaan. Daar is het een drukte van belang op het water. Een paar jaar geleden hebben we hier nog gelegen met de boot.



Het is net Amsterdam. In dit deel van de stad worden de oude pakhuizen gerenoveerd. In een daarvan zit Noma… Een briefje op de deur meldt dat ze op vakantie zijn, dus kunnen we ons niet laten verleiden…



We lunchen aan het water op het terrasje van het architectuurmuseum en zien heel wat moois langskomen. Veel elektrische huurbootjes.




En verder doen we de gebruikelijke toeristendingen als het bekijken van het zeemeerminnetje, het paleis, de bebouwing langs het water, en de oude haven, waar het stampend druk is.



We zijn blij als we weer terug aan boord zijn, wel met enkele tussenstops om wat te drinken. In de hitte hebben we zo’n dertig km gefietst. Een ruim rondje vliegveld, dat tussen Kopenhagen en Dragör in ligt. Aan boord komen we weer in de frisse zeewind. Jonge zwaluwen zitten zich op onze meerlijnen op te poetsen. Ze zijn absoluut niet schuw.



Op zondagmiddag halen we Jan Michiel op van het vliegveld. Hij blijft tot vrijdag aan boord. We slepen hem meteen het leuke dorpje in. De volgende dag zeilen we aan de wind naar Humleback, een klein haventje aan de Sont, veertig km ten noorden van Kopenhagen. Het is erg warm in de haven; om een zuchtje wind te vangen eten we - met uitzicht over de Sont - aan een van de picknicktafels op de kade.



Naast het haventje ligt het Louisiana museum voor moderne kunst.



Hier gaan we dinsdag naar toe. De combinatie van de gebouwen (oude villa met moderne aanbouw), de beeldentuin, het lommerrijke park,  de kunst en de ligging aan de Sont maken het tot een prachtig geheel. Prominent staat er een mooi kunstwerk van Calder, een mobiel, aan de Sont.



’s Middags vertrekken we naar het zes mijl verderop gelegen Kyrkbacken op het Zweedse eiland Ven. Het is windstil en erg warm. We worden bijna jaloers op al die bimini’s. Maar voor in de haven hebben we onze parasolletjes.



We bemachtigen in het kleine kommetje een mooi plekje naast een andere Scanner.



Hier wordt tot wel zeven dik gestapeld. Voor het eerst dat we dat op onze reis meemaken. We vertrekken gauw naar het naast de haven gelegen strand om in het water wat afkoeling te krijgen, alhoewel….het water is 23 graden!  



De volgende dag vertrekken we bijtijds. De wind komt van alle kanten, we kunnen zelfs een uurtje spinnakeren. Maar aan alles komt een eind, en zo ook de wind vandaag. Het laatste stuk tuffen we Kopenhagen in. We meren af in Christianshavn. Alsof je in Amsterdam in de gracht ligt (en dat met 30 graden!).



Er komt van alles langs, volgeladen brede open rondvaartboten, borrelbootjes, kano’s en zelfs een echte gondel. Op de kades zitten de mensen op de grond tot ’s avonds laat te eten en te borrelen. Woensdag verkennen we het centrum te voet en donderdag maken we een fietstoer door de stad. Jan Michiel leidt ons met behulp van een route van trip advisor door de stad. Eerst naar trendy wijken met leuke winkelstraatjes en veel horeca



daarna naar de waterkant met zijn vele bijzondere gebouwen, zoals het operahuis en het theater.




En de binnenstad



We vinden het al met al een zeer levendige stad, waar veel moois te zien is. Na een gezellig etentje op een terrasje  in Christianshavn gaat Jan Michiel vrijdagochtend  met de metro naar het vliegveld en even later zwaaien wij het toestel, dat een mooie bocht over ons heen vliegt, vanaf de Sont na. Met een mooie oostenwind zeilen we naar Klintholm op het eiland Mön, langs de bekende kliffenkust. Op het laatst komt de wind flink door en is het zelfs  wat fris.



Foto Frits zeilend.1316