We liggen ruim voor de openingstijd (9.00 uur) voor de
Willem Lorésluis in Dokkumer Nieuwe Zijlen. We zijn het derde bootje en wat na
ons afmeert, en dat zijn er al heel wat, moet op een volgende schutting
wachten. De sluismeester van deze sluis verdient een grote pluim. Elk jaar weer
ervaren we dat hij goede aanwijzingen geeft wie waar gaat liggen en hoe de
volgorde van binnenvaren is. Prima! In konvooi varen we vervolgens over het
Dokkumer Grootdiep en de Dokkumer Ee.
Onderweg genieten we, na al het moois van onze reis, ook
weer van het Friese landschap.
In Leeuwarden vinden we rond het middaguur met moeite een
plekje in het stadspark. Tot drie keer toe wordt door een Duitse motorboot een
plaats langszij geweigerd met de volgende
argumenten: we “zerstören” (hoezo?), “ich habe ein Hund” (nou en?) en “het
pontje heeft draairuimte nodig”. Dat laatste is juist. Dit staat wel in
tegenstelling tot alle gastvrijheid en hulpvaardigheid die we de hele reis
hebben ondervonden.
’s Middags gaan we voor het stadse leven. Het is gezellig
druk. Lekker slenteren langs de grachten en de singels. De binnenstad heeft wel
wat van Utrecht.
’s ochtends treffen we een perfect “muggennet” aan.
We varen door naar Harlingen, waar we bij het invaren van
de jachthaven de Merrimac van Cees en Marion uit de sluis zien komen. Ze komen
net uit Denemarken en wonen vlak achter de sluis. ’s Middags heerlijk bij hun
in de tuin geborreld. ’s Avonds gaat de regen los.
De volgende morgen zijn we vroeg uit de veren om naar
Makkum te varen, maar met 6-7 Beaufort tegenwind zien we daar toch maar van af.
’s Avonds is er een nieuwe kans. De wind blijkt dan een stuk afgenomen en op de
motor knorren we tegen de wind in door de smalle geul over het wad via de sluis
van Kornwerderzand naar Makkum.
We zijn op tijd om op zondag de 70ste
verjaardag van onze vriend Hylke in Piaam (2 km van Makkum) mee te vieren. Gaan
we daar ook weer varen, nu met een praam! Heel leuk en gezellig. Maandag waait
het nog 6-7 Beaufort uit de verkeerde richting, dus we blijven nog een dagje
liggen. Nu lopen we eens door het vakantievilladorp langs het IJsselmeer. Wat
een variëteit in huizen en wat een gevarieerde omgeving met openbaar groen en
water. En een echte boulevard. We wisten niet dat dit zó uitgebreid was opgezet.
Dinsdag waait het nog steeds hard uit het zuidwesten,
maar we willen nu toch echt verder. Met één rif (verkleining van het zeil) in het grootzeil varen we uit, maar al snel
blijkt een tweede rif nodig. Ai…net als het tweede rif erin zit scheurt het
grootzeil, dus in het gehotseklots haalt Frits dat weer naar beneden. Een half
uur na het zetten van het rif en het neerhalen van het grootzeil zeilen we
alweer lekker op alleen de HA fok. Tot onze verbazing lopen we dan nog steeds
6,8 knopen en varen we veel zeilboten voorbij.
In Stavoren meren we af in de oude haven. Onze
landingsmanoeuvre lukt niet helemaal in een keer, maar kustzeiler Han die daar
aan de haven woont, biedt een helpende hand. ’s Middags horen we van hem de
verhalen van de tocht van de Kustzeilers
naar Newcastle. We bezoeken ook de vernieuwde supermarkt. In het begin van onze
reis was de brug daarnaar toe nog niet klaar, maar nu wel, geheel in oude stijl.
Woensdag krijgen we direct na het uitvaren een stevige
bui over ons heen. Het water van het
IJsselmeer lijkt dan wel groen. Mooi gezicht.
Gaandeweg klaart het op en op de fok zeilen we naar de
Ketelbrug. In de haven wacht ons uiteindelijk nog een verrassing. De auto start
niet en dat ligt niet aan de accu’s. Met de pechhulp van Ford komt er gelukkig weer beweging
in. Dan volgt het uit- en inladen en
schoonmaken.
Al met al was dit weer een prachtige reis, 1900 mijl lang.
We hebben héél mooi weer gehad, veel zon
en weinig harde wind (tot in Nederland dan). Nauwelijks verwaaidagen. De reis
was afwisselend, het Götakanaal heel bijzonder met zijn mooie natuur, leuke
plaatsjes en meren. De 58 sluizen vielen erg mee, de sluis van Kornwerd of
Harlingen is hectischer. Eigenlijk was alles ‘heel relaxed’ vooral in Zweden.
Pas op de terugweg in Denemarken kwamen we in de drukte van het hoogseizoen
terecht. Maar ook daar konden we altijd een goede ligplaats vinden.