Met de Pintail op reis

Met de Pintail op reis
Pintail

zondag 19 september 2021

Deens Design

 

Zaterdag besteden we aan Deens Design. Eerst bezoeken we het Universiteitsgebouw, afdeling design en IT, media. Tja, in zo’n gebouw zou ik ook wel college willen hebben. Erg kleurig, maar niet teveel, ronde vormen, veel licht.





Daarna op de fiets verder, langs de noordzijde van het fjord, helaas deels in de regen, naar het Trapholtmuseum van moderne kunst en design. Dit ligt aan het fjord in een modern gebouw.

 


Een beetje vergelijkbaar met het Louisiana-museum ten noorden van Kopenhagen.

Hier is van alles te zien, moderne schilderkunst, veel voornamelijk Deens design: stoelen en banken, lampen, vazen, glas en keramiek. Van alles wat, maar het meeste erg mooi, zoals de op uitgevouwen kartonnen dozen geschilderde jongen in de slaapzak met hond (boven).

En nu hangt er ook permanent een enorm grote mobiel van textielkunstenares Iben Hoj, ter herdenking van de honderdjarige samenvoeging van Noord Sleeswijk bij Denemarken. “Stitches beyond borders”. 778 Denen en Noord Duitsers hebben allen een stuk textiel geborduurd vanuit hun gevoel over grenzen. Grenzen bewegen, vandaar de mobiel. Jammer is dat zij de draden niet mochten afwerken maar moesten laten hangen, hetgeen het wat chaotisch maakt.


 



Dit alles is goed voor uren kijkplezier. En dan was in de helft van het museum nog een expositie in opbouw, dus gesloten. Kortom: zeer de moeite waard. In het zonnetje fietsen we weer naar ons bootje terug. Weer met mooie uitzichten over het water. We krijgen er geen genoeg van.

 

 


Van Kolding zeilen (eindelijk de zeilen weer omhoog) we naar Arösund, een klein bedoeninkje met een vissershaven, mooie jachthaven en verder veel natuur. Dit is de vissershaven:


Van Arösund gaan we naar Aabenraa, allebei plaatsen op Jutland, of Jylland, zoals de Denen het noemen. Het meeste kunnen we zeilen, hoe heerlijk is het om met prachtige wolken en een zon die een mooie glinstering op het water geeft de fjord van Aabenraa in te zeilen.

 


We meren af bij de haven van de lokale zeilvereniging. Aabenraa heeft een zeer lange slingerende winkelstraat met erg mooie panden die de oude rijkdom van de voormalige Duitse handelsstad nog verraden. Het zuidelijk deel van Jutland hoorde tot 1920 bij Duitsland, en ver daarvoor weer bij Denemarken.




In het oude centrum dwalen we als het even droog is door de smalle straatjes.




We zien hier regelmatig de meest mooie voordeuren.

 

 

 

 



De weersvoorspelling voor de komende dagen is niet heel goed en daarom besluiten we rechtstreeks naar Augustenborg te gaan. Onderweg zoeken we naar een boei die op de kaart staat, en dat blijkt deze jongen te zijn. We vinden het meer een vissersboeitje. 

 

We kunnen weer op ons oude plekje liggen, te herkennen aan de bij vertrek aan de steiger vastgeknoopte veel te dikke gevonden stootwil. Die is hier erg nuttig, kunnen we met de achterzijde dicht tegen de steiger liggen. 

 


 

De dagen vullen zich nu met grote en kleine klussen, een to do lijst van zo’n 40 punten. Halverwege de middag gaan we er vaak nog even op uit. Erg leuk is een autoritje over het schiereiland Als. We gaan eerst naar Fynshavn, een klein haventje aan de oostzijde van het Als. Hier zit een hele kolonie aalscholvers te turen over de Kleine Belt.


In Nordborg (noordpunt Als) rijden we nog even langs het slot, DE bezienswaardigheid daar 


en dan belanden we langs allerlei smalle weggetjes door een wat begroeid heuvelachtig landschap met her en der grazend bruin vee tegen de hellingen, in Dyvig, waar we vaak ankeren. Nu bekijken we waar de boten terechtkomen die dan doorvaren. Het blijkt nog een redelijke jachthaven te zijn die voor een luxe karakteristiek badhotel ligt.


En zo naderen we het eind van ons verblijf in DK. Woensdagochtend gaat de boot de wal op en wij donderdag naar huis.

Al met al waren het heerlijke relaxte vakantie(s) met over het algemeen rustig weer. Veel onbekende plaatsjes aangedaan, zeer afwisselend zowel qua vaarwater als qua plaatsen.


vrijdag 10 september 2021

Nazomeren in de Kleine Belt

 

Op 6 augustus zijn we van Augustenborg weer naar huis gegaan. Dat was ook het moment dat het weer helemaal omsloeg. Op het moment dat de taxi voorstond om ons naar Flensburg te rijden, barste een onweer los, een ware wolkbreuk. Al lekkend uit onze kleren kwamen we in Flensburg aan. Vandaar met de nachtbus via een overstap in Hamburg richting Amsterdam waar Sjoerd ons ophaalde.

5 September rijden we met onze auto vol met "winterklaarmaakspullen" weer naar Augustenborg terug. Het stauverkeer rond Hamburg is nog wel een puntje van aandacht. Dat kostte ons ruim een uur extra. In het donker komen we in Augustenborg aan, waar de Pintail er goed bij ligt. De volgende dag hijsen we de genua die we vervolgens bij gebrek aan wind weer in kunnen rollen, en vertrekken we op de motor naar Dyvig. Het is druk in de achterste baai, maar wij liggen in ons eentje in de eerste baai met een prachtig uitzicht. Dit blijft een aantrekkelijk ankerplekje. Zo beschut en mooi.

 



Ook de volgende dag is er nauwelijks wind. Als er halverwege toch nog wat wind doorkomt, kunnen we nog een uurtje pal voor de wind met de code D varen.


We meren af in het rustige haventje van het mini-eilandje Bagö, dat midden in de Kleine Belt ligt.


We hebben er zelfs een eigen picknicktafel naast de boot!


Bagö is een vlak eilandje en telt slechts 20 (!) inwoners, waarvan 2 kinderen. We blijven een dagje liggen en fietsen dan alle straten en met de fiets begaanbare paden af. ...in 2 uur tijd.


In de ‘hoofd’straat staan wat panden, veelal voormalige boerderijen te koop. Er zijn nog drie boerderijen ‘in werking’. Alle zijn in carrevorm gebouwd, indrukwekkend grote hoeves.


Tot onze grote verbazing staat er ook een Russisch-Orthodox kerkje met een zeer fraai interieur aan de rand van het dorp. De geschiedenis erachter is ons niet duidelijk geworden. Waarom staat dit op dit mini-eilandje met 20 inwoners? Voor zover wij begrijpen uit de Deense uitleg, is het een pelgrimsoord en er worden af en toe nog wel diensten gehouden.


En verder fietsen we langs diverse natuurgebieden.


Een mooi plekje om buiten het seizoen aan te doen. In vakantietijd schijnt het altijd vol te zijn in de haven.

We gaan verder, en aangezien er ook nu geen wind is, kiezen we voor een klein tochtje, over een volledig blakke zee


naar het op Jutland gelegen Hejlsminde. Omdat het rustig weer is en er geen verontrustende schommelingen in de waterstand verwacht worden (zo blijk uit het appje van DMI, het Deense KNMI) , durven we deze ondiepe bestemming wel aan. Het water in dit deel van de Kleine Belt kan namelijk door de wind erg snel tot 1,5 m stijgen of dalen.

Bij nadering opent zich een mooie baai.Volop in de zon. Door een geultje van 2,30 m diep varen we de haven binnen en meren we naast een vikingschip af. Dat is dan ook de enige plek waar onze boot kan liggen. Alle vrije boxen zijn veel te smal.


Het is een verenigingshaven en hier ontmoeten we een havenmeester die ons gastvrij welkom heet. “Welkom in DK. Willen we het havengeld straks in de brievenbus van het havenkantoor doen? en we kunnen ook fietsen van de haven gebruiken. Pak maar mee, de codes van de sloten zijn ..etc.” Dat is wat anders dan het enkel betalen bij een automaat, zoals in Denemarken gebruikelijk is.

Hejlsminde blijkt een klein badplaatsje te zijn.


Vanuit het haventerrein loop je zo het strand op.


Voor onze boodschappen moeten we met de havenfietsen wat de hoogte in naar het plaatsje Hejls. Het achterland is behoorlijk heuvelachtig. 

De haven grenst aan een kustweg en direct daarachter ligt een groot meer, het Hejlsminder Nor, dat in open verbinding staat met de zee. Daar wandelen we aan het eind van de middag nog een stukje langs.


Een volgende keer wordt het een rondje Nor op de fiets! 

De dag erop is grijs met wat regen in de voorspelling, maar….nog steeds geen zuchtje wind. Dat hebben we niet vaak meegemaakt, zoveel dagen achter elkaar geen of nauwelijks wind. We laten het verlengstuk van de sprayhood zelfs opstaan tegen de voorspelde regen. En die valt gelukkig wel mee. We varen naar Kolding, een stad op Jutland. De gelijknamige fjord is bebost met aan de noordoever al snel de luxe buitenwijk van Kolding.


We meren af in de zuidelijke haven, waar we ook weer de laatste voor onze afmetingen beschikbare box innemen. ‘s Middags maken we via een pad langs een rivier een wandeling naar de stad, oa naar het Koldinghus, een oude vesting die regelmatig is uitgebreid en versterkt.



Een grote tegenstelling met een schitterend gebouw dat vlak bij de haven staat; de Campus van de universiteit van Kolding (design en IT), een ontwerp van Henning Larsen. Met draaibare geperforeerde stalen panelen, soms in kleur uitgevoerd, kan het zonlicht naar wens getemperd worden. Elke keer een ander beeld. Heel speels. Het blijkt ook nog een zeer energiezuinig gebouw te zijn.


Eens kijken of we het morgen van binnen kunnen bekijken. Schijnt wel heel bijzonder te zijn.

En dan nog onze route. Leidraad is daarbij, naast de weersomstandigheden uiteraard, om  zoveel mogelijk plaatsen aan te doen die we nog niet eerder bezocht hebben. 




kaartje

donderdag 5 augustus 2021

Naar de nieuwe thuishaven

 



Op onze laatste dag in Flensburg ontdekken we nog een leuk plekje, de Rote Strasse. Een kleine straat met vijf hofjes, allemaal anders. Nu in gebruik voor horeca en kunstenaars. 

 


Je ziet Frits met een rolkoffer, die hebben we maar gekocht voor de terugreis met de nachtbus. We hebben nogal wat spulletjes mee te nemen.

Als we uit Flensburg wegvaren, zeilen we langs de marinejachthaven. Hier staat een imponerend groot gebouw met een geweldige hoge trap naar de ingang. Het is de marine-opleidingsschool van Duitsland.

 

We zeilen met prachtig weer een stuk terug in de fjord en meren af in het Deense Egernsund. De grens van Duitsland met Denemarken loopt precies in het midden van de Flensburgerfjord. De haven Marina Minde heeft voor ons de eerste keer drijvende steigers. Eindelijk niet het gedoe met lange afmeerlijnen. Het is een prima haven met een geweldige slechtweer accomodatie. We wilden deze haven die in de Drietand in de rubriek Verre ligplaats had gestaan, wel eens met eigen ogen zien. Ziet er tiptop uit.



Hier lopen we een stuk van het gendarmepad. Zo genoemd omdat de Deense grenswachters begin vorige eeuw dit pad gebruikten tijdens de bewaking van de Duits-Deense grens. Het levert mooie vergezichten over de Flensbugerfjord op.





De weerberichten geven overmorgen veel regen en wind af, later oplopend tot wel 40 knopen. We zeilen daarom naar de marina van Sönderborg, dan hebben we een stad achter de hand om er even uit te gaan. We kunnen daar mooi langszij liggen. Het blijkt de eerste twee dagen echter lekker warm weer te zijn met maar een paar korte buien. Met de buienradar erbij wandelen en fietsen we twee dagen tussen de buien door. Prima warme dagen.




En dan gaat het uiteindelijk toch stevig waaien (en regenen) uit het zuid westen. Dat betekent dat het water in Sönderborg daalt, en snel ook. We dreigen zelfs met de zijkant van de boot onder de steiger te raken. De stootwillen hangen zo hoog aan de reling dat ze nauwelijks nog contact met de romp hebben. We kijken zelfs onder de steiger door!



Maar Frits is vindingrijk. Hij bietst ergens op het haventerrein een plank hout en boort er snel gaten in, touwtjes eraan en we hebben een wrijfhout. Paar grote stootwillen ertussen en we liggen als een huis aan een ondersteunende paal van de steiger. We beschikken namelijk sinds kort over een mega grote stootwil, opgevist in de buurt van Flensburg. Aan boord bleek deze echter zo groot te zijn dat we hem nergens konden bergen. Dus schoongemaakt en maar leeg laten lopen want je weet maar nooit of je hem nog eens kan gebruiken...



Nu hebben we hem al nodig, maar hoe op te blazen? Met de fietspomp lukt niet en de havenmeester heeft geen passend ventiel, dus bij de fietsenwinkel een geschikt ventiel gekocht en in de haven met een compressiepomp opgeblazen. Wij blij.

Op deze regendag gaat Frits aan de slag met de omniaoven. Hij bakt een heerlijke worteltaart. Toppertje!


 

 

 

 

 

 

 

 

Als op de derde dag de wind gaat liggen, varen we 's avonds op de motor van de marina naar een nabijgelegen verenigingshaven in Odden, een buitenwijk, aan de Als Sund. Daar hebben we afgesproken met Henk en Klaas van de Spirit of Eden. Het worden twee gezellige dagen.


En dan wordt het tijd om naar onze nieuwe thuishaven te zeilen. Het havenkantoor kan zich meten met dat van La Roche Bernard. Klein maar fijn, in Deense stijl.


Hier wachten nog wat klussen. We maken het hele dek met soda en een schuursponsje schoon, met een mooi resultaat. Frits loopt de motor helemaal na, de genua gaat eraf en vouwen we op de steiger netjes op. Ondertussen maken we hier en daar een babbel met havengenoten, Engels en vooral Duits. Iedereen lummelt hier wat op zn boot, vertrekt of komt net weer terug.

Woensdag is het erg mooi weer en trekken we er nog een keer met de fiets op uit. Met de app Mapy (tip van Henk en Klaas) vinden we een leuke fietsroute in de omgeving. Die gaat dan wel over dit soort paadjes:


Tot besluit bezoeken we het slot van Augustenborg dat een paar honderd meter van de haven verwijderd is. Het slot was met de vele bijgebouwen tot tien jaar geleden in gebruik als psychiatrisch ziekenhuis. Nu is er kunst te zien, een mooie tentoonstelling in een interieur waar je de oude ziekenhuislucht nog ruikt en in de naargeestige kleine kamertjes de sfeer nog proeft. Een bijzondere combinatie van lokatie en kunst.


Een van de kunstobjecten is een zaal vol ballonkippen, gevuld met helium. Als je er langs loopt gaan ze bewegen, maar ze blijven wel al schuifelend en wiebelend met de pootjes op de vloer staan. Heel geestig. Lisa’s chickens van Benedikte Bjerre.


In de tuin drinken we onder het genot van een klassiek relaxmuziekje een koffie. Lazy sfeertje.


en dit is nu het uitzicht vanaf de Pintail  op het laatste stukje van de Augustenborgfjord
(met rechts tussen de bomen : het slot)