Op
29 juli vertrekken we ’s middags met een WNW wind 4-5 naar Cherbourg. Er staan
aardige golven en we hebben volle zon! We varen vandaag op met de Njuta, ook een
Scanner391, en de Swanta. Leuk om hetzelfde type schip door de golven te zien varen.
We maken foto’s en films. Met vier knopen stroom mee vliegen we door de race
van Alderney. Uiteraard proberen we ieder het maximale uit ons schip te halen. Resultaat:
na vijfeneenhalf uur komen we alle drie binnen een minuut na elkaar in Cherbourg
aan. Het was weer een mooie trip. De
volgende dag duiken we Cherbourg in.
We
kunnen nu eindelijk een franse SIM-kaart activeren. Dat gaat niet zonder slag
of stoot. We belanden in een soort KPN-winkel, maar dan van SFR, en worden daar
wat suffig behandeld. Toen uiteindelijk, nadat we alsnog een paspoort van de
boot gehaald hadden, de mededeling kwam
dat inmiddels het geautomatiseerd systeem was uitgevallen, was het kookpunt bij
ons wel zo ongeveer bereikt. Dat hielp, want het systeem raakte weer aan de
praat. ’s Middags varen we, weer met veel stroom mee, om de punt van Barfleur
naar St. Vaast la Hougue. Dit keer konden we bijna de hele ronding met de
halfwinder varen. Onze ervaring is dat de wind hier vaak gunstig meedraait. Geweldig.
In
St. Vaast blijven we een dag liggen. De Swanta heeft een bemanningswissel en ’s
avonds hebben we met beide bemanningen een etentje. Overdag bezoeken we eerst
het plaatsje, dat bekend staat om de lekkernijenwinkel Gosselin, van oorsprong
een wijnhandel. Nu zijn er ook soepen, jams, gebak en nog veel andere zaken te
koop, en daar bezondigen we ons aan.
onze oogst:
’s Middags fietsen we in prachtig weer een stuk noordwaarts langs de baai. Het is
moeilijk om drukke wegen te vermijden, maar sommige stukken lukt dat wel. We
belanden bij een grappig koffietentje, nota bene gebouwd tegen en in een bunker!!
Op de drooggevallen kuststrook wordt druk met de hand gevist op zeefruit, krabbetjes
etc.
Bij
terugkeer in de haven is het laag water. Dan staat de hele natte omgeving droog
en staan de oesters boven water.
Van
St. Vaast varen we naar ons favoriete Deauville/Trouville, vlakbij de
Seinemonding. De eerste uren is het motoren maar in de loop van de dag komt de
wind door en zeilen we in windkracht 3 halvewind in glad water naar onze
bestemming. Zo zou je dagen achterelkaar kunnen varen. We komen om half negen ’s avonds aan,
maar dan blijkt de ingang nog droog te staan. We zien daar heel veel drooggevallen
zand. We blijven op zee wat dobberen en uiteindelijk krijgen we contact met de
sluismeester, die ons aangeeft dat we pas om 21.45 uur naar binnen kunnen. Tussen
gorgelend water door varen we door een geultje dat net nog vrijwel droog stond,
spannend. Zo hebben we het hier niet eerder meegemaakt.
De
sluismeester is ook havenmeester en hij vaart in een rubberbootje drie kwartier
lang door de haven op zoek naar een plekje, en wij erachteraan. Wat chaotisch!
Uiteindelijk krijgen we een prachtplek naast een restaurantboot (met gratis
wifi!) met zicht op alle in- en uitvarend verkeer. De haven ligt naast het
strand.
Uiteraard
blijven we hier een dagje. We pakken de fietsen en gaan naar de plaatsjes die
ten westen van Deauville liggen. Die zien we altijd vanaf het water en nu gaan
we ze eens bekijken van de landzijde. Het is de dag na zwarte zaterdag in
Frankrijk, en iedereen is, met 32 graden (jawel, onze eerste tropische dag!!) met de auto op weg naar de kust. Wij fietsen daartussen, niet echt leuk.
In
Deauville, maar ook in de naastgelegen
plaatsjes, staan veel prachtige oude panden, zoals deze
Het
luxe Deauville roepen we uit tot verreweg de allermooiste badplaats die we ooit
bezocht hebben. Zowel het dorp als het schone brede strand (dat we aan het eind
van de dag bezoeken) zijn erg fraai.
Het
strand van Deauville wordt opgefleurd door deze leuke strandtentjes
’s
Middags fietsen we naar Trouville, het naast Deauville gelegen vissersdorp, met
z’n smalle straatjes.
Aan
het strand genieten we van een cider, drankje van deze streek, en bekijken we alles wat langs paradeert.
Franse vrouwen zijn vaak smaakvol gekleed, in tegenstelling tot de Engelse. Aan
het eind van de dag duikt Frits in Deauville de zee in en ik baai pootje,
waarna we onze lekkernijen van de geweldige Bretonse traiteur
in de kuip opsmikkelen. Wat kunnen die Fransen toch een kunststukjes maken van een
visgerecht. Vandaag is de eerste echt warme dag. Heerlijk. Lang naar
uitgekeken. Voor het eerst tot lang in de avond in de kuip zitten, met zicht op
de ondergaande zon.
Met
weinig wind en wel deining varen we al schommelend op de motor naar Fecamp. We komen langs de beroemde krijtrotsen van lÉtretat.
Af en toe is er een opening in de massieve krijtrotsen en ligt er een dorpje, zo voor het oog onbeschermd tegen de noordwesten stormen.
Samen met de nieuwe Swantacrew doen we ons in Fecamp tegoed aan een lekkere Franse hap in een restaurantje aan de kop van de haven. Onze
plannen om de volgende dag door te varen naar Boulogne vallen 's avonds laat in duigen, omdat
het weerbericht dan teveel wind en vooral hoge golven aangeeft. Een te lang traject
voor deze omstandigheden. We blijven dus een dagje in zonnig Fecamp,ook leuk. In deze haven is het nu ook behoorlijk schommelen door de binnenkomende deining. Fecamp
is bekend om de Dom Benedictine-fabriek, waarvan de toren al ver vanuit zee zichtbaar is,
’s
Middags komen onze buren uit Ketelhaven van de
Vrijheid een borreltje halen. We hadden ze dit jaar nog niet gezien. Er ligt nog een
havengenoot hier in Fecamp, de Penny-Wise.
We zagen ze binnenlopen en hebben daar mooie foto’s van gemaakt.