Met de Pintail op reis

Met de Pintail op reis
Pintail

zondag 29 juli 2018

Een terugblik op Spanje


 Via La Turballe zijn we in La Trinité-sur-Mer terecht gekomen, waar het vlaagt en regent. Een goed moment voor een terugblik op ons Spaanse avontuur. 
Ter informatie voor anderen die hierheen willen varen geven we nu een wat langere tekst over onze ervaringen. Deze zijn beperkt tot de provincies Asturië en Galicië, van Ribadesella tot vrijwel aan de Portugese grens (Baiona). Baskenland hebben we niet aangedaan.

De bevolking vonden we heel erg vriendelijk en hulpvaardig, maar men spreekt nauwelijks Engels. Het levensritme ligt ons wel, ze werken van 10.00 tot 14.00 uur en van 17.00 tot ongeveer 20.00 of  22.00 uur (het daglicht klopt ook niet met de tijdzone. De ria’s liggen net zo westelijk als het westelijkste puntje van Ierland; eigenlijk dus op minimaal de Engelse tijdzone). De hele middag zijn de winkels dicht. Dat is wel eens lastig. De horeca gaat wel de hele dag door, dat spreekt ons zeer aan, en geeft veel gezelligheid. In de meest kleine gehuchtjes is altijd wel een barretje te vinden waar je ongeacht het tijdstip, wat kan drinken en eten. De cultuur van de tapas, die vaak bij de koffie en de drank gratis worden aangeboden, komt erg gastvrij over. Eten en drinken is hier erg goedkoop, voor wijn of koffie 1 tot 1,50 euro, en dan krijg je er zelfs tapas bij.

 

Het eten is vrij basic, als je vis bestelt, wordt die meestal perfect en puur klaargemaakt, dan heb je ook heel wat vis op je bord met hooguit wat aardappel. Aan veel groente doen ze niet , lijkt het.
 
 
Men neemt ook alle tijd voor je, ook als je op straat of in de winkel iemand wat vraagt.

Het gebied is nog weinig toeristisch en daardoor erg authentiek, zeker als je wat het achterland in wandelt of fietst. Als er al toeristen zijn, dan zijn dat vrijwel altijd Spaanse. In de jachthavens lagen we dikwijls met gemiddeld 6 andere bezoekende jachten, vaak Frans of Engels/Iers. Dat betekent dat we op het water ook weinig andere boten zagen, behalve dan wat kleinere vissertjes, en dat je snel contact had met die paar medezeilers.

Het een en ander is hier goed geregeld. Mooie, goed onderhouden wegen, strikte afvalscheiding, schone straten zonder hondenpoep (ook de toiletten tot in de kleinste barretjes zien er picobello uit), veel ondergrondse parkeergarages in steden en badplaatsen. Ook het OV gaat keurig op tijd. Wat over-geregeld is, is het inchecken bij de havens. Deze zijn verplicht om gegevens uit onze paspoorten, ICP en verzekeringspolis en onze vertrek- en geplande volgende haven in een systeem te zetten dat door wel zes instanties te raadplegen is. Bijna altijd maken ze ook kopieën van deze documenten. Uit privacy-oogpunt niet zo prettig. Tip: thuis veel setjes kopieën maken met deels afgeschermde gegevens.

Het is niet moeilijk navigeren. Of het specifiek dit jaar betreft weten we niet, maar we hadden vaak erg weinig wind, zodat de motor overuren heeft moeten maken. Dat gevoegd met de altijd aanwezige deining, maakt dat we regelmatig erg schommelden en/óf de zeilen heen en weer klapperden, zodat we deze maar streken. Voor het zeilen zit je beter in Bretagne.

Er zijn veel havenplaatsen met goede marina’s met ruim voldoende plaatsen voor bezoekers. De boxen zijn erg breed, mogelijk om het gevaar van tegen elkaar komende boten/masten in geval van binnenrollende deining te pareren. De havens zijn allemaal hetzelfde uitgevoerd, drijvende steigers met voldoende lange vingers, afgezet met rubber, en daarop veel makkelijk te beleggen klampen. Perfect dus. Tevens water en elektriciteit. Meestal staat er ook al een havenmeester klaar om te helpen afmeren. Het inchecken mag vervolgens best wel “mañana”. Vaak spreken ze alleen Spaans. En elke steiger zit achter slot en grendel. Is wel eens lastig want als de havenmeester siësta heeft als je aanlandt, kan je de steiger bij gebrek aan sleutel niet meer op, als je eraf geweest bent. En altijd eraan denken dat je de sleutel weer inlevert. Een tegenstelling tot Frankrijk waar iedereen altijd elke steiger op kan.


Qua weer was het voorjaar voor Noord Spanje uitzonderlijk koud en nat, het omgekeerde van Nederland; dat merkten we op onze heenreis met regelmatig regen en vaak grijze luchten. In de zuidelijke ria’s was het aangenaam warm, aan de noordkust blijft de temperatuur bij goed weer beperkt tot een aangename 20 tot 25 graden. Prima doeweer. De noordkust heeft een eigen dynamiek, de kust is vrijwel altijd nevelig, vanaf de zee gezien hangt er altijd een grijze wolkenlaag boven het land, maar de helderheid boven de zee strekt zich dikwijls (een deel van de dag) ook wel uit over het land. Als we het weer in Gijon volgen, zien we daar wel heel regelmatig regen vermeld staan. Dat was ook onze ervaring.


Aan weerberichten doen ze vrijwel niet in de jachthavens. Eigen internet is een must. Wij gebruikten voor het landweer de Spaanse app AEMET, voor het nautisch weerbericht was deze onvoldoende specifiek. Wij gebruikten daarvoor de Franse app van Meteoconsult Marine, waar voor de hele Spaanse kust per gebied alle relevante gegevens worden gegeven. Ook de app Windy (gebruikt bij de Volvo race) geeft een goed visueel overzicht van wind, vlagen, neerslag, golven en swell, handig voor de oversteek van de Golf van Biskaje. Dat geldt ook voor het programma Zygrib.

Qua bestemming is het een prachtig gebied met erg veel afwisseling. Van Caribische omstandigheden
 

 
tot ruige bergen


 
Wij dachten dat we in zeer kleine dorpjes zouden terechtkomen, maar veel havenplaatsen hebben een behoorlijke omvang. En dan zijn er natuurlijk ook de grote steden Gijon, La Coruna, Pontevedra, Santiago en Vigo. De noordkust is erg ruig, sommige haventjes zijn alleen bij gunstig weer aan te lopen, waardoor de vaar afstanden tussen de plaatsen soms groot kunnen zijn. De hele noord- en noordwestkust is begroeid met eucalyptusbomen. Bomen waarvan de bast van de boom afkrult. Bij het binnenvaren van een ria, zeker bij wat vochtig weer, ruik je al direct de specifieke eucalyptusgeur.


 
Onderweg zagen we regelmatig dolfijnen.

Bij slecht weer kwamen een aantal plaatsen op de heenreis wat saai over, maar op de terugweg was het daar dan een grote levendige bedoening. Het weer en of je al dan niet buiten het vakantieseizoen bent, maakt een wereld van verschil. Maar waar geldt dat niet? Van onze eigen woonplaats op een regenachtige herfstdag word je ook niet vrolijk.

De zuidelijke ria’s zijn allemaal verschillend. Hoe zuidelijker, hoe minder beboste heuvels en hoe meer bebouwing.

de kleine ria de Cedeira in het noorden
de sterk bebouwde ria de Vigo
In de ria’s kan je van dorpje naar dorpje varen, of ankeren. Dat laatste hebben we maar een aantal keer gedaan, omdat we ook het (achter)land wilden bekijken. In de ria’s zijn de vivero’s, de vlotten waaronder mossels gekweekt worden, erg kenmerkend. Op de kaart is goed aangegeven waar ze liggen.




En wat viel ons verder op?

De aandacht voor de verfraaiing van de openbare ruimte: veel beelden, zelfs op de rots:

Sanxenxo
 
en bomen (tamarinde en hoge palmbomen) en planten.
 
Tamarinde
 
Hoe klein ook, elk plaatsje heeft een verzorgde boulevard, want een (niet werkende) Spanjaard gaat om 18.00/19.00 uur aan de wandel over de boulevard.

de dubbele boulevard van het kleine Muros
Overal staan kruisbeelden, soms zijn er zelfs routes van kruisbeeld naar kruisbeeld uitgezet.

 
De meestal stralend wit geverfde of kunststof voordeuren worden opgesierd door blinkend "koper". Duidelijk het visitekaartje van de bewoner.

 

De bouwstijl is zeer specifiek met de overhangende uitbouwen met de vele kleine raampjes, die als een soort dubbelglas dienst doen.

 
Op veel plaatsen is in het openbaar drinkwater te tappen, verder viel het ons op tijdens onze fiets- en wandeltochten dat er uit veel tuinen kleine blaffertjes achter het tuinhek tevoorschijn kwamen.......

En dan… overal hoor je overdag knalvuurwerk, alsof er geschoten wordt. Ons werd verteld dat dat verband houdt met een fiësta, maar dat konden we niet geloven, dan moest er elke dag in de omgeving wel fiësta zijn. Totdat we tijdens een fiësta de haven uitvoeren en er om negen uur ‘s ochtends al een volwassen man op de slipway knalvuurwerk de lucht in schoot.

Sommige plaatsjes zoals Camariñas en Cudillero waren wat vervallen, er stonden veel huizen te koop of te huur. We begrepen van een medezeiler die hier al jaren komt, dat die plaatsen er voor de crisis veel welvarender hadden uitgezien.

Het was al met al een geweldige onderdompeling in de gevarieerde Spaanse cultuur en natuur, die ons zeer goed bevallen is. Alleen het zeilen...daarvoor kan je beter in Frankrijk of Nederland zijn, of was het daar deze zomer ook zo vaak windstil? 

dinsdag 24 juli 2018

De oversteek naar Frankrijk


We zitten te dubben of we de Golf van Biskaije zullen gaan oversteken. De weerberichten wisselen per halve dag. Uiteindelijk vertrekken we maandag de 16e om half acht 's ochtends. De voorspelling is de eerste 60 mijl west 5 met vlagen van 6 Bft. De swell zou dan nog matig zijn. Die zou pas later wat toenemen, terwijl de wind minder zou worden. We weten niet goed wat dat allemaal doet bij de abrupte overgang van het continentaal plat, waarbij de diepte hier langs de kust snel van 100 naar 4000 meter gaat.
Het eerste stuk is inderdaad heftig. Hoge golven, deining- en windgolven uit een verschillende richting; de stuurautomaat vindt het te ingewikkeld, zodat we met de hand sturen. We varen 7 a 8 knopen op alleen een gereefd grootzeil. Af en toe een vlaag van 7 bft. We starten al snel met een twee-uurs wachtsysteem. Het enige wat je bij het geschommel binnen kan doen is...slapen. Geen foto’s dus van dit traject.

Tegen de avond wordt het rustiger en gaat de fok weer bij. Wel krijgen we af en toe een bui over. We vinden het moeilijk in te schatten wat de soms inktzwarte wolken aan wind en regen opleveren, maar uiteindelijk valt het qua wind mee. De volgende dag is het rustig geworden, we krijgen dolfijnen langs, altijd weer leuk


en we genieten die tweede dag van een mooie zonsondergang; onze zeilen worden goud gekleurd


Om 1 uur ‘s nachts meren we in de marina van la Rochelle af, tussen 3999 (!!) andere jachten.
Wat een haven is dit, we liggen aan een steiger met allemaal 40 tot 50 voet catamarans, die even breed als lang lijken te zijn. Soms zelfs een keukenblok op de bovenste verdieping...Er wordt de hele dag gepoetst. Zo een dus:

 
De overgang is groot, van het rustige Spanje naar een overdruk La Rochelle.

 

Het valt ons op dat alle huizen zo licht zijn, allemaal kalkzandsteen. Dat geeft een aangenaam beeld.
Als we in de stad lunchen komen we op een leuk terrasje terecht, van Pépé en Mémé, dat is opa en oma. De bediening is wat extravagant uitgedost, alle mannen in omajurk, bijpassend gekleurde crocs en plastic horloge, en binnen hangen onderbroeken en bh'tjes aan de muren, maar het eten is verrukkelijk en de gasten aan het belendende tafeltje zijn erg spraakzaam. Heel gezellig.
 
 
Na twee daagjes bijkomen (we zijn behoorlijk moe na zo’n oversteek), boodschappen doen en lanterfanteren in de stad varen we naar Les Sables d’Olonne, waar we net een laatste plekje krijgen in de stadshaven. De kade is vol terrasjes, wij zitten op ons eigen terrasje.

 
We gaan op weg naar Ile d’ Yeu. De wolk boven Yeu wijst ons de weg.


Het is een eiland en haven met een hoog Vlielandgevoel. Je stapelt eerst een dag en de volgende dag komen er boxen vrij waar de boot dan in kan gaan liggen. Elke ochtend een enorme verhuispartij in het visiteurskommetje.

Het is er heerlijk fietsen, langs mooie stranden en kleine zandweggetjes, waar talloze zomerhuisjes staan.





En nu zijn we weer in Pornic aangekomen, na een heerlijke zeildag. We lagen hier vorig jaar een week verwaaid, nu is het prachtig zonnig en warm weer. We hopen dat nog even te houden.

zaterdag 14 juli 2018

Noord Spanje revisited, maar nu in de zon

Van Ribadeo hebben we een heerlijke zeiltocht naar Gijon, zon, matige wind, net bezeild. Gijon is een en al leven, en daarin hebben we ons twee dagen ondergedompeld. We lopen als we de stad ingaan langs een cidermonument, waarbij we ons telkens afvragen of dat in Nederland uberhaupt mogelijk zou zijn. Eindeloos veel flessen in cirkels opgebouwd. En nooit mist er een; er ligt ook geen glas van kapotte flessen op de grond. 


Sidra is dé drank in Asturië, te drinken in een sidrería.
Met de bemanning van de Hartstocht, die we hier weer treffen, doen we ons tegoed in een visrestaurant langs de haven. Als we niet begrijpen welke vissen er allemaal op de menukaart staan, verdwijnt de vriendelijke serveerster en komt heel inventief terug met een grote schaal vol verse vissoorten die ons glazig aanstaren. We kiezen allemaal en andere vis. Op straat vóór het restaurant is het een gezellige drukte van borrelende mensen. En dat gaat tot laat door.

We gaan vervolgens nog één plaatsje oostelijker, naar Ribadesella. Als er één plaatsje een pareltje mag heten, dan is het deze wel. De invaart is alleen bij hoog water mogelijk, we maken een nauwe slinger om een strand heen en komen dan in de rivier de Sella terecht.

 
Er is één mooie steiger, waar bezoekers langszij kunnen afmeren. De rotsige ondiepte bij deze steiger die bij HW onder water staat, is helemaal niet gemarkeerd. Dat moet je echt uit de kaart halen. Veel boeien voor de navigatie zien we in Spanje uberhaupt niet. Eigenlijk alleen bij handelshavens.

 
 
Het plaatsje ligt aan de voet van de Picos de Europa, een bergketen met bergen van 2500 meter. Deze bergen zijn erg vaak in wolken en nevelen gehuld. Vanaf onze ligplaats hebben we mooi zicht op op de bergen. We vinden het een vreemde gewaarwording, óp de boot en zicht op bergen die niet onderdoen voor de Alpen.

Ons uitzicht vanaf de boot. Op de voorgrond de ongemarkeerde 'dijk' op 15 meter afstand parallel aan onze steiger. 
Aan de zeekant is de badplaats. Hier staan prachtige panden, gebouwd in het begin van de vorige eeuw door lieden die hun fortuin in Zuid Amerika, en vooral in Cuba met de tabakshandel, hebben gemaakt.


 
Het stadje is gezellig, veel terrasjes. Hier doen we ons voor het eerst tegoed aan de Spaanse sidra. Je moet dan wel een hele fles soldaat maken. Eigenlijk nemen we het alleen omdat we ook zo’n tapautomaat als de buurman op ons tafeltje willen hebben. Leuk speelgoed. Een druk op de knop en de cider spuit onder hoge druk van enige hoogte het glas in. Verder smaakt het vooral wat wrang/bitter.


Met Joost en Vera van de Hartstocht maken we een tocht door de bergen, de Picos de Europa, een nationaal park. Dat kostte wel wat moeite: eerst met de taxi naar een dorpje 25 km verderop, daar auto huren. Op de terugweg konden we van dat dorp met de bus weer terug naar Ribadesella.


 
Eerst bezochten we Covadonga, een bij de Spanjaarden zeer bekende lokatie, waar de overwinning van Don Pelayo op de Moren wordt herdacht. Op die plek staat in een grot een klein kapelletje (waar Don Pelayo in die grot zijn manschappen had ondergebracht)

 
en vlak daarbij is een kathedraal gebouwd op de top van een heuvel tussen de hogere bergen. Zowel in de kapel als in de kathedraal worden non stop missen gehouden.

 

In Cangas de Onis, een vroegere hoofdstad van het Asturische rijk, lunchen we aan de voet van de Romeinse brug, waar een groot kruis aan hangt. Hetzelfde kruis is verwerkt in de vlag van Asturië.

 
en vervolgens gaan we op weg, bocht na bocht, naar een van de mooiste kloven in dit gebergte. De wanden rijzen steil op, er is alleen ruimte voor de rivier de Sella en de weg.

 
Na een middagdrankje in een dorpscafé begint het te regenen en dat wordt alleen maar erger. In het onweer komen we weer op de boten terug. Vol indrukken van het gebergte waar we vanaf de boot tegenaan kijken.

We liggen te wachten op goed weer om over te steken. Gelukkig hier, want je kan veel doen. Zo maken we een fietstocht richting de voet van de bergen door een lieflijk landschap. In de middle of nowhere staat daar dan toch maar weer een prachtig restaurant met een fraai terras op ons te wachten voor onze ochtend café con leche. We hoorden later dat het ‘s middags helemaal vol zat.

En nu bekijken we veel weersites, windy, meteo france, meteo consult, zygrib. Wat blijkt, niets is zo veranderlijk als het weer; dat geldt dus ook voor de voorspellingen!!

Groeten uit dit bergachtige gebied.






zaterdag 7 juli 2018

Langs de Costa del Muerte


Van Muxia varen we naar de ria de Corne y Laxe. Het is aan het einde van de tocht windstil.

Het is een kleine ria, waar bij op twee plaatsen goed geankerd kan worden. Wij kiezen voor het plaatsje Laxe, waar we achter de breakwater het anker laten zakken. Leuk uitzicht op het strand, met daarachter een kleine duinenrij; dat zien we hier eigenlijk nooit. Een half uur na aankomst krijgen we een onweer over ons heen. Maar het is een prima plek met mooi uitzicht en de volgende dag start zonnig.

Dan varen we verder naar A Coruña, waar het net als op de heenreis regelmatig regent.

ons uitzicht uit de kuip met links de passagiersterminal voor de cruiseschepen en rechts het clubgebouw van de zeilvereniging
De 2 ½ dag in Coruña doen we niets anders dan socializen met een drankje en een hapje: een dagje met de bemanning van de Hartstocht, een dagje met de Fleur de Lune van onze Franse vrienden, en we treffen nog net Ed en Erik, die met de Senja net uit de Azoren zijn binnengelopen. Van Jean Pierre krijgen we anker les: de Franse normen zijn lijken dtrenger dan in Nederland en de handboeken, oa van de zeilschool Les Glenans, die we te leen krijgen, bevatten veel details over het ankeren. De Fleur de Lune heeft inmiddels motorproblemen gekregen (dieselbug), net als eerder de Bastet. Wij letten goed op onze diesel. Frits heeft een paar jaar geleden een doorzichtig bromfietsfiltertje in de brandstofleiding gezet, (met dank aan Anje) dat hij dagelijks checkt op vuiligheid.

s Middags op de derde dag in Coruña varen we – weer grotendeels op de motor, de wind ploft al snel van 3 naar 1 Bft -naar de ria de Cedeira. Dat is een snoepje van een ria, die we binnenvaren tussen hoge rotsen door.



En dan opent zich een groen omzoomd binnenmeer met aan een zijde een dorpje en verder wat visactiviteit. Prachtig. Ook hier liggen we weer achter ons anker.


Even een tussenstapje naar het Spaanse weer. Hier hangt altijd boven het vasteland een grijze wolkenmassa, maar op zee kan het ook heel blauw zijn. Dan hangt het er maar van af of die blauwe lucht net tot in de ria's komt of niet. Vaak is dat 's middags wel het geval.
De 40 mijl naar de ria de Viveiro kunnen we eindelijk (bijna) volledig zeilen op een achterlijke wind die van 1 naar 4 Bft oploopt. We passeren en van de noordelijkste kapen, Cabo Ortegal


Dat is dan ook meteen het einde van de mooie ruige Costa del Muerte (de kust van de dood), pfff.


Viveiro maakt zich op voor 3 dagen fiesta. Overal eetstalletjes, en marktkraampjes door de smalle straatjes. Er is één zeer lange smalle winkelstraat. Erboven hangen de typisch Noord Spaanse uitbouwtjes in alle maten en soorten.


We blijven één dag liggen en besteden die aan het uitgebreid fourageren bij de hypersupermarkt van Gadis naast de haven én aan een beklimming van de berg naast de haven. Dat gaat via de weg, dus we hebben heel wat haarspeldbochten te lopen. Alles bij elkaar wel zo’n 12 km. We hebben een mooi uitzicht over de omgeving, die dan wel weer deels in de grijzigheid schuil gaat.



Viveiro is een leuk stadje, waar veel te doen is. Bovendien ligt de boot compleet wind- en swellvrij. Aan het eind van de dag bekijken de mannen (van Hartstocht  en Pintail) of ons Vulcananker ook op de Hartstocht past. En jawel, dat lukt. Joost blij. En Frits neemt de gelegenheid om de ankerketting na te meten en op lengte te markeren.
 
We laten de feestelijkheden voor wat ze zijn, want we willen de gunstige westenwind benutten.
Samen met de Hartstocht zeilen we naar de ria de Ribadeo, waar in het begin van de avond ook een driedaags fiesta begint met doedelzak en een toneelstuk in de open lucht. Juli is fiestamaand in Spanje, olé. Het feest heeft betrekking op de band tussen Spanje (of Ribadeo?) met Latijns Amerika. Het hele stadje is verkleed in Cubaanse kleding. En overal Zuid Amerikaanse muziek. Allemaal erg gezellig, er heerst een relaxed sfeertje.

en op het centrale plein wordt gedanst op Zuid Amerikaanse muziek.
 
 

Op de heenreis was het in dit plaatsje erg rustig, maar nu bruist het hier volop. We houden er een werkdagje, de was, klussen etc. en we genieten van de festiviteiten, die we bekronen met een hap buiten de deur. Zo langzamerhand komt de planning van de oversteek in zicht.